woensdag 11 augustus 2004

Helaas brengt een bezoek aan een winery ook wel eens teleurstellingen. Maar ik moet toegeven, het was voor het eerst dat we maar twee flesjes meenamen van een proeverij.
Hoewel genoemd in een reisreportage in Decanter over de Finger Lakes en hoewel in het bezit van een indrukwekkende hoeveelheid wijnen, viel Glenora ons tegen.
Niet wat de ligging en de ambiance betreft. Je hebt er prachtige uitzichten over Lake Seneca, het langste van het handjevol meren in upstate New York. En een ruim proeflokaal met vriendelijk personeel, dat echter wel heel kleine hoeveelheden schonk. Soms te weinig om goed te proeven.
Maar wat proefden we dan? Aangezien je per persoon maar vijf wijnen mocht proeven, kozen mijn man en ik uiteraard verschillende wijnen. Ik geef hieronder de oordelen die we bij de geproefde wijnen hebben genoteerd:
- Cayuga White (Am. hybride): heeft iets weg van Clairette de Die; het zoet overheerst echter het zuur te veel.
- Alpine White: bestaat uit 75% cayuga (Am. hybride) en 25% chardonnay; droog, fruitig, goed zuur; twee flessen van meegenomen, die je echter heel koud moest drinken, anders werd het een laf wijntje.
- Gewürztraminer: wel aardig, maar weinig zuur, geen diepte.
- Meritage: cabernet sauvignon, cabernet franc en merlot; weinig diepgang, wel lekker drinkbaar, veel tannines.
- Cabernet Franc: ééndimensionaal, lijkt op goedkope chinon.
- Classic Blush: gepromoot als hun versie van witte zinfandel, maar gemaakt van cayuga; geen zuur, verdunde aardbeiensmaak; aardig maar niet bijzonder.
- Catawba: mooie roze kleur, subtiele geur, jammig, wel voldoende zuur, toch te zoet.
- Glenora Port: cabernet sauvignon en baco noir; te zoet, te veel alcohol, ‘groene’ geur, mist finish.

Gelukkig maakte het dinner op het terras van het bijbehorende restaurant Veraisons veel goed. En tijdens het eten proefden we nog enkele wijnen die beter waren en goed bij de gerechten pasten. Bijvoorbeeld een Pinot gris en een Riesling. Maar als geheel viel ons deze winery tegen en bevestigde de proeverij alle vooroordelen over Amerikaanse wijnen: te zoet!

donderdag 5 augustus 2004

Wijnbouw in New York

De eerste Amerikaanse koloniën in de zeventiende eeuw verschilden in vele opzichten van elkaar. Maar er waren ook diverse overeenkomsten. Eén daarvan was de wens om zo snel mogelijk wijn, olijven en zijde te produceren, zodat de kolonisten hiervoor niet afhankelijk waren van aanvoer uit soms vijandige verafgelegen naties.
Met die wijnbouw is het pas in deze eeuw goed gekomen. Er werden in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw in het noordoosten van de Verenigde Staten vele pogingen ondernomen om wijn te maken van zowel geïmporteerde vinifera stokken als van inheemse druiven. De vinifera wijnstokken hielden het er zonder moderne chemicaliën hooguit een of twee seizoenen uit en de inheemse druiven leverden geen drinkbaar product. De negentiende eeuw zag wel enige verbetering, maar de drooglegging aan het begin van de twintigste heeft de locale wijnindustrie geen goed gedaan. Pas in de jaren tachtig is de wijnbouw met vinifera stokken hier weer serieus van de grond gekomen.
Anno 2004 kent de staat New York een tweetal interessante wijnbouw-gebieden: de Hudson-vallei en de Finger Lakes. In de Hudson-vallei waren we op onze Amerika-reis helaas te kort om er een winery te bezoeken, maar aan Lake Seneca en Lake Cayuga, in het gebied van de prachtige Finger Lakes, proefden we een aantal interessante ‘wijnen’.
Eén daarvan is volgens Europese normen strikt genomen geen wijn: Glen Haven Blueberry Wine mag volgens de wetten in de Oude Wereld eigenlijk geen wijn genoemd worden, omdat de drank niet van druiven maar van bosbessen is gemaakt. Deze vruchtenwijn smaakte echter verbluffend goed. De wijn had stevige tannines, een volle smaak en rijpingspotentieel. Ik heb nog geen idee waarbij we ons flesje gaan drinken, maar voorlopig ligt íe goed in onze wijnkast.
Een andere interessante fles, evenals de bosbessenwijn gekocht op de farmers’s market in Ithaca aan Lake Cayuga, was een droge Riesling 2002 van Sheldrake Point. De winery is prachtig gelegen aan het meer (volgens de folder) en de Rieslings zijn bekroond met diverse prijzen. Wij vonden de Riesling inderdaad zeer de moeite waard, zowel bij het eten als als aperitief. Jammer dat we maar één fles kochten. Bij een volgend bezoek aan het gebied zullen we er zeker opnieuw naar op zoek gaan.

woensdag 4 augustus 2004

Het is ons gelukt: zelfs van een vakantie in het noordoosten van de VS hebben wij nog een vineus interessante reis kunnen maken. Vrienden en kennissen voorspelden dat wij dit jaar wel niet veel interessante wijn zouden drinken. Niets is minder waar! Ik moet er wel eerlijk bij vermelden dat de beste wijn, naar ons idee, afkomstig was uit Canada en niet uit de VS. Daarover later meer.
De reis begon al goed met de vliegtuig-wijn. United Airlines schenkt in de economy class twee redelijke Californische wijnen, een Cabernet Sauvignon van Brook Hollow (2002) en een Chardonnay Classico (uiteraard) uit de Central Valley, Vina Canepa 2002.

Na een dag Washington D.C. begon voor ons de reis pas echt. Via Baltimore reisden we door Maryland richting Pennsylvania. Op de grens van deze twee staten ligt Fiore Winery, opgericht door Michael Fiore, Italiaan van geboorte en opgevoed in de wijntradities van dat land. Fiore maakt wijnen met voornamelijk vinifera druiven, maar ook met Amerikaanse hybriden als de chambourcin, de concord en de vidal. Zoals was te verwachten vonden we wijnen van de concord – een druif die vooral gebruikt wordt in druivenjam (grape jelly) - niet geslaagd. Een slokje van de Scarlette en je had het idee dat je een mond vol aardbeienkauwgom had. Hoe kunnen ze het drinken……
Fiore’s droge witte Vidal Blanc was al een stuk beter, maar helaas ook niet naar onze zin. De vidal komt ons inziens beter tot zijn recht in Canadese ijswijnen….
Weer een slag beter waren de Riesling en de Chardonnay, maar waar we uiteindelijk voor vielen waren twee rode wijnen, de Zinnavo 2000 en de Chambourcin 2000. Beide pittige wijnen, in de Italiaanse stijl. Zinnavo wordt gemaakt van cabernet sauvignon en cabernet franc uit Maryland en zinfandel uit Californië. De wijn wordt dan ook omschreven als Maryland’s eerste ‘bi-coastal proprietary wine’.
In de Chambourcin, een Frans-Amerikaanse hybride die goed bestand is tegen schimmelziektes, proef je kersen en pruimen, maar ook kruiden als tijm en basilicum. Een heerlijke wijn bij Italiaans eten, zelfs bij de afhaalpizza die we een paar dagen later aten. Ons inziens is Fiore dan ook met recht vermeld in het april-nummer van Decanter. We zouden deze wijnen best in Nederland willen zien.