Posts tonen met het label Wijntoerisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Wijntoerisme. Alle posts tonen

woensdag 6 april 2011

Caveau Divin Mercurey - een bijzonder wijncentrum #2

Vorige week opende in Mercurey een nieuwe bezoekerscentrum, waar een groot deel van de wijnen van de appellation geproefd kunnen worden. Gisteren verscheen over dit bijzondere centrum deel 1 van een interview met Roelof Ligtmans, die nauw betrokken is bij het ontstaan. 

Vandaag meer over wat de bezoeker kan verwachten in de Caveau Divin Mercurey. Ik vroeg het Roelof, wiens wijnen van Domaine de la Monette uiteraard ook in het centrum te proeven zullen zijn.


"Om te beginnen het proeven: de wijnen worden in proefhoeveelheden van 4 cl uitgeserveerd. De prijs daarvan loopt van € 1.25 tot € 2.50, afhankelijk van de verkoopprijs van de fles. Van tevoren koop je een proefkaart (formaat credit card met chip erop) die is opgeladen met proeftegoed (met stappen van € 5). Met de kaart in de hand is het verder zelfbediening.

We hebben lang gefilosofeerd over dit betaald proeven, aangezien het in contrast staat met het traditionele gratis proeven bij de wijnboer. We hebben besloten dit toch door te zetten, enerzijds omdat het financieel niet anders kon, anderzijds omdat we een totaal andere service leveren in een totaal andere setting. De klant is immers volledig vrij te proeven wat hij wil, van vele verschillende domeinen, in alle vrijheid (de wijnboer staat niet met vragende ogen te kijken of je het lekker vindt), en zonder enige (morele) verplichting om iets te kopen. De eerste reacties op het systeem zijn overigens ronduit positief.

Het ter plekke kopen van geproefde wijn is mogelijk, van elke wijn is een bescheiden voorraad (max. 36 flessen) beschikbaar. Een paar verschillende flessen of een doos van 6 van hetzelfde is dus geen probleem; wil je 48 flessen van hetzelfde, dan moet dat even geregeld worden. De prijzen in de caveau zijn exact gelijk aan de prijs op het domein.

Naast kopen en proeven kun je je smaakpapillen en geurvermogen testen, de Fransen noemen dat 'analyse sensorielle'. Daartoe staan zes smaken en acht geuren die je in wijn tegenkomt gereed; aan de bezoekers te raden wat wat is – en dat is niet zo makkelijk als je denkt.

Op een groot scherm worden doorlopend foto's getoond van Mercurey en omgeving, de wijngaarden door de seizoenen heen en het werk in wijngaard en wijnkelder; dit geeft de bezoeker een goed beeld van het dagelijks bestaan van een wijnboer.

Om de kleintjes bezig te houden terwijl de ouders rustig proeven is een speciale kinderhoek ingericht met speelgoed, spullen om te tekenen en, heel leuk, een scherm waarop een hele serie foto's getoond wordt van alle dieren die we in en om de wijngaard tegenkomen.


In de zomer is er een klein terras; als groep kun je bijvoorbeeld een fles kopen en 'm rustig buiten opdrinken (€ 5 kurkgeld). Wat betreft hapjes, dat wordt binnenkort in overleg met de tegenovergelegen restaurateur nader uitgewerkt, denk aan een bordje charcuterie of jambon persillé of iets dergelijks.

Is dit uniek in Frankrijk?
De systemen van Enomatic worden vooral toegepast in restaurants en bar-à-vins. Het gebruik van dit soort machines in een proeflokaal van één appellation is in Frankrijk niet eerder vertoond, in dat opzicht hebben we de première en zijn we vooralsnog uniek. Met dit systeem kunnen we 56 verschillende wijnen uit Mercurey tegelijkertijd aanbieden, op de juiste temperatuur en absoluut fris. Een mengsel van stikstof en CO2 in de fles verhindert dat er zuurstof bij de wijn komt, dus die kan niet oxideren. Onze eerste ervaringen zijn heel positief: flessen die meer dan twee weken geleden zijn opengemaakt smaken nog lekker fris.


Wat voor wijnen kun je proeven?
De gepresenteerde wijnen hebben alle de AOC Mercurey – het zijn immers de wijnboeren van Mercurey die dit initiatief financieren. De meerderheid is rood (pinot noir), er is ook een stuk of twintig witte wijnen (chardonnay). De regels van de AOC Mercurey staan niet toe om rosé of crémant te maken, dus dat zal je in de caveau niet aantreffen.

Wanneer is het centrum open?
De caveau is doorlopend bemenst door een caviste – je kunt er Isabelle of Nathalie aantreffen. Geregeld zijn ook lokale wijnboeren aanwezig. De openingstijden zijn:

maandag-donderdag 10-13h 14-19h
vrijdag-zaterdag 10-13h 14-20h
zondag 10-13h
De zondagen in juli en augustus zijn we non-stop geopend 10-18h.

De caviste kan je advies geven op basis van je persoonlijke voorkeuren voor bijvoorbeeld fruitige of wat stevigere wijn, om direct te drinken of om nog even te laten liggen. Ze zal je dan een aantal wijnen in diverse prijsklassen aanwijzen die aan een bepaald profiel voldoen. Ze zal je niet een X of Y domein aanprijzen – aan de bezoeker om al proevende uit te vinden wat het beste bij hem past.

Is dit een eindpunt, of juist een begin?
Beide. Om te beginnen is dit de realisatie van een project dat 2,5 jaar loopt. Een comité van zeven personen heeft onder mijn voorzitterschap heel wat avondjes vergaderd en uurtjes gebuffeld om te komen waar we nu zijn. De volgende grote opgave is om bekendheid te geven aan de caveau, en daarmee voldoende klanten en omzet te genereren. Doel is dat de caveau binnen drie jaar geheel de eigen broek op kan houden, dus geen subsidie meer nodig heeft uit de algemene middelen van de ODG.

Toekomstwensen hebben we genoeg. We denken aan een achtste machine, om 64 wijnen te kunnen presenteren. Maar ook aan een verbouwing om een groter terras aan te kunnen leggen. Of, op de kortere termijn, het opzetten van een samenwerking met lokale partners (hotels, restaurants, chambres d'hôtes en gîtes) om elkaar over en weer van klanten te voorzien en van Mercurey een heuse toeristische bestemming te maken. Mogelijkheden genoeg, deze eerste zomer zal ons vooral leren wat de bezoekers van ons verwachten en daar zullen we ons naar richten.

De website van de caveau komt is binnenkort in de lucht: www.mercurey.com.

Roelof, bedankt, en veel succes met de Caveau Divin Mercurey, op de Place Genappe in Mercurey. Alle Frankrijkgangers die dit jaar onderweg naar het zuiden in de Bourgogne overnachten: van harte aanbevolen!

dinsdag 5 april 2011

Caveau Divin Mercurey - een bijzonder wijncentrum #1


Op 1 april opende in het Franse Mercurey, in de Côte Chalonnaise, een bijzonder wijncentrum, de Caveau Divin Mercurey. In het centrum is via een Enomatic-systeem wijn van 35 producenten te proeven. Bijna 80% van de wijnboeren in de appellation Mercurey is vertegenwoordigd. De wijnen zijn verkrijgbaar per glas, via een betalingssysteem met ‘wijncreditcard’. De flessen worden verkocht voor dezelfde prijs als op het domein.
Voorzitter van de commissie die het centrum realiseerde is de Nederlander Roelof Ligtmans, samen met zijn vrouw Marlon eigenaar van Domaine la Monette in Chamirey, dat deel uitmaakt van Mercurey. Ik vroeg Roelof naar de achtergronden van centrum.

Vertel eens iets over de achtergronden. Waarom dit centrum?
De afgelopen jaren is veel aandacht uitgegaan naar de kwaliteit van de wijnproductie.

• Ten eerste door het inrichten (voor heel Bourgogne) van een proces van kwaliteitscontrole, zowel intern binnen de appellation, als door een externe partij (ICONE). Een uiterst ingewikkeld en omstreden gebeuren, door sommigen een « usine à gaz » genoemd (overbodig complex).

• Ten tweede, specifiek voor Mercurey, door het uitvoeren in 2007 en 2008 van een zeer uitvoerige bodemstudie, die tot in detail alle grondsoorten en hun eigenschappen in kaart brengt voor de hele appellation Mercurey. Deze studie helpt bij het planten (keuze van het juiste plantmateriaal) en het beheren van wijngaarden. Ze geeft bijvoorbeeld inzicht in de diepte van de grondlagen, hun chemische samenstelling, en de mate waarin ze water vasthouden of aan erosie onderhevig zijn. Daaruit kun je bijvoorbeeld keuzes afleiden voor de mate waarin en de wijze waarop onkruid bestreden of toegelaten wordt.

• Ten derde wordt onder leiding van de INAO (Franse overheidsinstelling, beheerder van bijna alles wat kwaliteitslabel is, zoals een appellation controlée of een label rouge) een studie gemaakt van Mercurey om te komen tot een herindeling van de wijngaarden naar « village » of « premier cru » niveau.

Bij al deze aandacht voor kwaliteit is er de laatste 10 jaar weinig tijd geweest om echt iets te doen aan de communicatie rondom de Mercurey wijn. En een goed product maken alleen, dat helpt niet; je moet het ook van de daken schreeuwen. Het was dus tijd om iets aan communicatie te gaan doen.

Is het jouw initiatief, of was er al een voedingsbodem?
Een al lang bestaande, maar niet bijster actieve commissie Communicatie van Mercurey piekerde al een tijdje wat te gaan doen. Als gevolg van een onroerend-goed transactie kreeg de ODG (Organisme de Défense et de Gestion, officiële aanduiding voor het samenwerkingsverband van wijnboeren die gezamenlijk de appellation Mercurey beheren) in 2009 de beschikking over een mooie oude gewelfde kelder midden in het dorp. Die zomer heeft één van de collega's in Toscane een proefkelder bezocht die gebruik maakte van een wijnbewaar- en serveersysteem. Bij terugkeer heeft hij de commissieleden daarover verteld; toen is het idee geboren om zoiets ook bij ons toe te passen. Ik hoorde dat al snel, was heel enthousiast over het idee, en heb me direct aangemeld om mee te doen. Met ervaring uit een vorig leven was ik in staat om een eerste begroting van het project te maken. Die vaardigheid om zaken op papier gestructureerd uit te werken keerde zich tegen me: ik werd direct tot voorzitter van de projectgroep gebombardeerd.

Was het makkelijk de producenten bij elkaar te krijgen? Is er een cultuur van samenwerking?
Niet echt. Samenwerken is leuk als het niets kost, geen moeite vraagt en wat oplevert. Daar was dus wat zendingswerk voor nodig, en ook een ferme hand. In februari 2010 hebben we een studiereis gemaakt naar twee gezamenlijke proefkelders, die in Gigondas en die van de Côte de Brouilly in de Beaujolais. Dat heeft ons een goed inzicht gegeven in het functioneren van zo'n structuur. In Gigondas was het indrukwekkend om te zien wat ruim 20 jaar samenwerking aan collectieve promotionele infrastructuur opgeleverd had.

We hebben de Mercurey producenten in juni 2010 gevraagd om zich in te schrijven, en de inschrijving direct gepaard te laten gaan van een betaling. Initieel deden er 20 mee, maar gelukkig groeide dat aantal vrij snel tot 35 domeinen. Inmiddels is er een wachtlijst: de machines zijn vol, alle 56 plekken zijn bezet, de laatkomers moeten wachten tot er een plek vrij valt of een achtste machine (met 8 extra plekken) aangeschaft wordt.

Wat ongetwijfeld een rol gespeeld heeft om domeinen over de streep te trekken is het succes dat geboekt is met het binnenhalen van subsidies. Naarmate de financiële haalbaarheid langzamerhand een zekerheid werd, werden de mensen enthousiaster. Dat binnenhalen van subsidies is wel een enorme berg werk geweest, vooral het opzetten van dikke en complexe dossiers voor Europese subsidies. Uiteindelijk zal van de totale investering van circa € 180.000 ongeveer de helft via subsidies gefinancierd worden, de rest door de ODG Mercurey en de participerende domeinen.

Doen alle domeinen in de buurt mee?
Nee. De deelname is op vrijwillige basis, je kunt de mensen niet dwingen. We hebben er voor gekozen dat elk domein, hoe groot ook, maximaal twee wijnen kan presenteren (ook al maken sommigen wel acht verschillende Mercureys); zo konden we zoveel mogelijk domeinen laten meedoen. De huidige 35 domeinen representeren ongeveer 75% van het totaal.

Later deze week meer over wat er in de gloednieuwe Caveau Divin Mercurey te beleven valt.

woensdag 6 oktober 2010

Tentoonstelling 'Gelderland wijnland'

Met het kurken van een bijzondere Gelderse Cuvee, een blend van verschillende Gelderse rode wijnen, en het uitspreken van een korte speech opende Clemens Cornielje, Commissaris van de Koningin in Gelderland, op donderdag 23 september 2010 de nieuwe expositie Wijn en kunst uit Gelderland in het Nederlands Wijnmuseum.

Gelderland is een van de productiefste wijnprovincie's van Nederland. De wijnbouw is er de laatste jaren flink van de grond gekomen, zowel kwantitatief als kwalitatief. Bij de recente Nationale Wijnkeuring kwamen heel wat medailles in Gelderland terecht!
Tot nu toe waren er echter weinig gelegenheden en proeverijen waar je als consument een overzicht kon krijgen van al die steeds beter wordende Gelderse wijnen. Met de inrichting van de nieuwe tentoonstelling wordt gelukkig in die leemte voorzien. De tentoonstelling geeft namelijk een prachtig en informatief beeld van de wijnbouw in deze provincie. Veertien producenten zijn er vertegenwoordigd, elk met een serie flessen, mooi fotomateriaal en zaken als een oude wijnstronk, een bodemmonster of een vinificatievat. Uitgebreide teksten lichten de geschiedenis en de achtergrond van het wijndomein toe.

Tijdens de opening waren die wijnen ook te proeven en opnieuw was ik aangenaam verrast door de kwaliteit ervan. (Dat ben ik al de hele maand september, waarin ik diverse wijndomeinen in Nederland bezocht.) Bijvoorbeeld door de krachtige, prettige rosé van de Verenigde Achterhoekse wijnbouwers, Weerkomm'n 2008, of Eigenwijzewijn – Si Antonio 2008 (ook al een rosé) van Wijngaard Slingehorst. Dan was er onder andere de lekkere Linge Wit 2009 van het Betuws Wijndomein én de Kus van Thérèse Regent Barrique 2008 – zowaar een van de eerste wijnen van regent die ik lekker vond.

Het is te hopen dat dergelijke proeverijen vaker georganiseerd gaan worden in het Wijnmuseum. Dat geeft zo'n tentoonstelling absoluut een meerwaarde en biedt de kans liefhebbers te laten kennismaken met verschillende Nederlandse wijnen.

De tentoonstelling wordt gecomplementeerd door een aantal kunstwerken. Acht Gelderse kunstenaars van Atelier 23 lieten zich door het thema Gelderse wijn inspireren. Atelier 23 is een plek waar mensen met een beperking zichzelf kunnen ontwikkelen door bezig te zijn met kunst. Hun visie op wijn levert soms interessante resultaten.... ;-)

Het Nederlands Wijnmuseum, een initiatief van wijnhandel Robbers & van den Hoogen, is alleen op zaterdag geopend, van 11.00 tot 17.00. Groepen kunnen ook op andere dagen een afspraak maken.

woensdag 11 augustus 2010

Vakantieboodschappen


Edith organiseert deze maand het foodblogevent, met als thema de vakantieboodschappen: wat nemen we mee naar huis vanuit onze vakantieadresjes. Even in het kort over het foodblogevent: iedere maand kiest een foodblogger een thema, waarover iedereen gevraagd wordt te schrijven op zijn of haar blog, of op Twitter soms ook. Aan het eind van de maand verzamelt de organisator van die maand alle bijdragen en maakt er een mooie samenvatting van. Dan wordt het stokje doorgegeven.

Kaas en worst
Wel, onze vakantieboodschappen zijn altijd heel divers. Ter plekke kopen we jam, honing, worst en kaas waarvan de restjes weer mee naar huis gaan. Bijvoorbeeld van die overheerlijke Comtékaas die ze in de Jura hebben, en die thuis zo lekker smaakt op een zout toastje. Comtéfabrieken zie je in de Jura werkelijk overal, en ook in de supermarkten kunnen je die enorme wielen van 30 tot 50 kilo bewonderen. De leeftijd van de kaas varieert van jong tot oud. Zelf ben ik dol op de wat oudere versies, vanaf 18 maanden rijping.

Wat er ook vaak mee terug gaat, is olijfolie. Dit jaar kochten we drie liter, in Les Vans in de Ardèche, bij een winkel gespecialiseerd in olijfolieproducten, van een lokale olijfoliemolen. Is 36 euro voor 3 liter veel? Ik weet het eigenlijk niet, maar het gaat ook om het idee, toch?

Kastanjejam
Dit jaar heb ik me tevens laten verleiden tot een potje kastanjejam, uit de Ardèche. Kastanjes waren zo ongeveer het brood van deze streek; vroeger werd er van alles van gemaakt, tot meel aan toe. Ik proefde de jam ter plekke al, en vond het helemaal niets op mijn brood. Ariane, de kok van de Herberg, was in ons gehuurde huis in de Ardèche op bezoek en nam de pot mee naar huis. Zij gaat er nu iets lekkers mee maken, en zal dat in de Herberg de Ketel en de Kurk presenteren (jawel, hij is weer open, na maanden dicht te zijn geweest. Gisteren maakten we al kruisbessenijs.)

Verder ging dit jaar Volvic mee, het water met een smaakje. Ik was andere jaren dol op de citroen, maar proefde vorig jaar in Zweden nog lekkerder bronwater met een smaakt: Ramlösa. Helaas nergens te krijgen in Nederland. Dit jaar viel Volvic iets tegen, te zoet geworden, leek het wel.


Wijn, wijn, wijn
Maar onze echte vakantieboodschappen, dat zijn natuurlijk al die flessen wijn. Wat we daarmee doen? Eerst naar huis zien te krijgen (wat altijd veel van mijn inpakkunsten vergt), dan uitpakken, netjes opstellen en fotograferen. Dat doen we al jaren en jaren. Dan inschrijven in onze wijndatabase en vervolgens lekker opdrinken. We kopen ook altijd zoete dessertwijnen, en daarvan ligt de onderste plank van onze wijnkast nu goed vol. We hebben de neiging ze pas jaren later open te maken.

Dit jaar kochten we vin jaune, vin de paille en macvin, de bekende Jura-specialiteiten, samen met een aantal andere Jurawijnen. We bezochten twee producenten in de Jura, en daarna nog twee producenten in de Ardèche, waar we ook weer lekker insloegen. Vakantieboodschappen: wat mij betreft een van de leukste aspecten van op vakantie gaan!

zondag 8 augustus 2010

Wijn in de Ardèche


Tijdens een wandeling door de heuvels rond het dorp St. Pierre le Dechausselat in de zuidelijke Ardèche val je van de ene verbazing in de andere: overal wijnstokken, langs de kant van de weg, zowel in wijngaardjes als in hun eentje. Ze lijken voor het merendeel nog gesnoeid te zijn ook, en dragen volop fruit. De variëteit in bladvormen is groot, dus het zullen ongetwijfeld veel verschillende cépages (druivenrassen) zijn: alles is mogelijk, van Vitis Vinifera-rassen als chatus en merlot tot Amerikaanse hybriden als clinton, jacquez en cunagon. De wijnstokken worden deels nog gebruikt, deels zijn het monumenten van een tijd dat de heuvels nog bewoond werden door de Ardèchois zelf en niet door de tientallen Duitse, Engelse, Belgische en Nederlandse bezitters van tweede huizen.

Tegenwoordig maken ze in de Ardèche wijn van zeer verschillende druivenrassen: viognier, grenache, syrah, mourvèdre, cinsault en carignan naast merlot, cabernet sauvignon en chardonnay. Zelfs sauvignon blanc troffen we aan, bij Domaine Peyre Brune in Beaulieu. Een bijzonderheid is de chatus, door diverse samenwerkende boeren aan de vergetelheid ontrukt. Wijn werd en wordt in de Ardèche voor eigen consumptie gemaakt, nog altijd. Het huis dat wij hadden gehuurd bezit een kelder met daarin twee betonnen cuves, zo te gebruiken. De Nederlandse eigenaren gebruiken ze niet, maar helpen vaak met het wijnmaken bij de Franse achterburen; ik schreef er al eerder over.

Daarnaast is er natuurlijk productie voor de handel en de horeca. Er zijn diverse coöperaties en een aantal kleinere bedrijven. Echt grote jongens vind je niet in de Ardèche. Je treft de wijnen wel uitgebreid in de supermarkten van de streek. Opvallend is ook de ruime aanwezigheid van Vin de Pays de Coteaux de l'Ardèche in de plaatselijke restaurants. Zowel in het chique Le Carmel in Les Vans, een voormalig klooster dat nu als hotel en restaurant is ingericht, als het ambachtelijk-moderne Bouche à l'Oreille in Joyeuse, waar alleen wordt gewerkt met locale producten, troffen we ze aan.


Bij Le Carmel dronken we door de hele maaltijd heen een zeer aangename en ingetogen Viognier van Château de la Selve; heerlijk bij zowel de eendeleverpaté als de vis in Thaise curry met kokos en citroengras begeleid door citroen-ei-risotto.
Bij de lunch in Bouche à la Oreille, bestaande uit een assiette marché (worst, kaas, salade, tomaten-basilicumijs, meloen, ham en brood) smaakte de rosé La Ciste van Domaine Peyre Brune verrukkelijk. Op de kaart van dit charmante eetcafé stonden bijna uitsluitend locale wijnen; de kaart gaf er veel uitleg over. Voor de liefhebbers was er wel een bescheiden hoeveelheid wijn 'van iets verder weg' (Rhône bijvoorbeeld) en een enkele bijzondere fles om iets te vieren (Champagne).

Uiteraard kun je in de Ardèche ook prima coöperaties en producenten bezoeken. Er zijn Routes des Vins, er is een website met veel informatie en de Franse wijngidsen als de Guide Hachette melden diverse domeinen die open zijn voor het publiek. Wij bezochten het proeflokaal van Peyre Brune, waar eigenaar Regis Quentin ons diverse stevige en uitstekende wijnen liet proeven. Viognier, Syrah gerijpt op barrique, een klassieke Zuid-Franse assemblage Les Chênes en een heerlijk zoete Grain de Soleil.


Een andere manier om met de locale wijnen kennis te maken, naast kopen in de supermarkt, bestellen in een restaurant of op bezoek gaan bij de producent, is het proeven en kopen op de markt. Op de woensdagmarkt van Joyeuse proefden we diverse prima wijnen van Domaine Chazalis, ook uit Beaulieu. Er werd goed verkocht aan de massaal toegestroomde toeristen!
Voor diegenen die hun vakantie nog tegoed hebben en naar de Ardèche gaan: sla de plaatselijke wijnen niet over en ga eens op ontdekkingsreis. Ver hoef je nooit te zoeken en met bovenstaande tips moet je een heel eind komen.

donderdag 5 augustus 2010

Verboden waar


Net als het vakantiehuis dat we huurden in de Ardèche, kent de Franse wijngaard zo zijn geheimen. En zo af en toe loop je heel toevallig tegen een van die geheimen aan, zoals wij deden in het plaatsje Les Vans, in de cave van Bernard Petit, op de Place de l'Eglise. Nietsvermoedend daalden we af in de sfeervolle ruimte van een oude olijfoliemolen, waar een ondergronds riviertje voor koelte zorgde. Flessen wijn sierden de ruw-stenen muren, en de overblijfselen van een olijfoliepers waren ook nog aanwezig.
Een uiterste vriendelijke jonge vrouw nodigde ons uit te komen proeven, maar ze vertelde er al snel bij dat dit geen gewone wijnen waren: Bernard Petit maakt namelijk verboden waar! Deze viticulteur récoltant van het Domaine des Accols in Les Salelles verbouwt de druiven die zijn grootvader Julien al verbouwde, en vóór hem zijn ouders en grootouders. Maar dat zijn druiven die verboden zijn in Frankrijk, niet alleen binnen de herkomstbenaming Vin de Pays de l'Ardèche, maar zelfs in alle Franse wijngaarden! Het wordt oogluikend toegestaan door de autoriteiten, zolang de eigen consumptie maar centraal staat, begrepen we van onze gastvrouw.

Ik besefte onmiddellijk om welke druiven het ging: Amerikaanse rassen die geplant zijn na de twee grote plagen die de Europese wijngaarden aan het eind van de 19e eeuw troffen. Na eerst veel te lijden te hebben gehad van meeldauw, zowel valse als echte, sloeg vervolgens de druifluis, Phylloxera vastatrix, toe. Al na de meeldauw-epidemie was men begonnen met het aanplanten van Amerikaanse rassen zoals isabella en concord. De druifluis bleek op deze Amerikaanse stokken geen vat te hebben en het was dus logisch dat de boeren in de Ardèche massaal en met steun van de wijnbouworganisaties in het gebied overgingen tot aanplant van nog meer Amerikaanse stokken. Het gebied was toch al zo getroffen, door nog meer plantenziektes die het bestaan aantastten: ziektes van de kastanjebomen (nodig voor hout en de kastanje zelf) en de moerbeibomen (zijderupsen) bijvoorbeeld.

Overproductie
De Amerikaanse stokken waren zeer productief en leverden al snel weer vele hectoliters wijn. De wijnen waren wat boers, maar ach, er was gelukkig weer wijn. In de jaren dertig van de 20ste eeuw nam met de komst van goedkope Algerijnse wijnen de overproductie aan wijn in Frankrijk echter zulke extreme vormen aan, dat nieuwe Franse wijnwetten (waaronder de eerste appellations), de Amerikaanse stokken gingen verbieden. Wijngaarden met Amerikaanse stokken moesten worden gerooid en er werd vastgesteld welke 'echte' druivenrassen in elk gebied verbouwd mochten worden. Grootvader Julien was erg gehecht aan zijn aangeplante rassen en besloot gewoon niet te rooien. Deze ongehoorzaamheid werd ongetwijfeld makkelijker gemaakt door de ligging van de wijngaardjes in de Ardèche: kleine veldjes omringd door de bossen, verstopt in de plooien van het bergachtige, ruige landschap. Tijdens ons verblijf in de buurt van Les Vans waren er vanaf het terras van ons huis diverse te zien, meer dan je vanaf de autoweg kon ontdekken!


Cunagon, herbemont, jacquez en clinton
En zo proefden wij in de proefruimte in Les Vans wijnen van cunagon, herbemont, jacquez en clinton, en ze vielen helemaal niet tegen. Oké, het zijn niet de verfijnde producten die een cabernet sauvignon of een viognier kunnen opleveren, maar in de handen van een goede wijnmaker is er als dagelijkse drank weinig mis mee. Vooral de cunagon intrigeerde ons. Van deze druif wordt zowel witte wijn als rosé gemaakt, in een droge zowel als een zoete stijl. De wijnen hebben aroma's van citrus en rode grapefruit, hebben een degelijke zuurstructuur en zijn prettig om te drinken.
Bernard Petit maakt zelfs een vendange tardive, van een assemblage van cunagon en chardonnay. Ook daar namen we een flesje van mee, om thuis nog eens rustig na te proeven, en te kijken of de wijn ook stand houdt als je hem weghaalt uit de sfeer van zon, vakantie, middeleeuwse keldertjes en ontspanning.

We eindigden de proeverij, na vijf witte en rosé wijnen, met vier rode. Daaronder zaten ook twee wijnen van toegestane druivenrassen: de in het zuiden van Frankrijk alomtegenwoordige grenache en de locale, uit de vergetelheid ontrukte chatus. Beide vond ik minder interessant dan de clinton en de jacquez. De Clinton bleek een soepele wijn met aroma's van rood fruit, wat kruidigheid en misschien een beetje wierook. De Jacquez was een meer serieuze wijn, met aroma's van viooltjes, bessen en de smaak van rood fruit en rozijntjes. Echt een wijn met karakter, eentje waarvan ik begrijp dat je je eraan kunt hechten.

Wijngeschiedenis
Van de meeste wijnen worden maar enkele honderden flessen gemaakt. Een groot deel gaat op aan eigen consumptie van vrienden en buren waarschijnlijk, en het overschot wordt verkocht. Met het proeven van deze wijnen heb ik eigenlijk in meer dan één opzicht een stukje geschiedenis beleefd: allereerst natuurlijk door de gebruikte druivenrassen van deze wijnen, die me terugvoerden naar rond 1900. Maar ook door de aard van de producent: een kleine familie-onderneming die zijn overschotten naar de markt brengt. Het is een uiting van een traditie die eeuwenlang stand heeft gehouden, en in landen als Italië, Spanje en Frankrijk nog steeds stand houdt. Als buitenlandse consument kom je echter maar zelden in aanraking met deze kleine overschotten, want normaal gesproken worden die in de nabije omgeving geconsumeerd. Dankzij het keldertje midden in Les Vans kon ik er echter dit keer ook mee kennismaken. En daar ben ik heel verguld mee!

maandag 2 augustus 2010

Op bezoek bij de graaf


Ooit waren er 20.000 ha. wijngaarden. Tegenwoordig staan de Franse wijnwetten 13.000 ha. toe, maar er zijn er nog maar 1800 in productie, aldus graaf Alain de Laguiche. We staan in de proefruimte van Château d'Arlay, een prachtig gelegen wijndomein in het plaatsje Arlay, in de vallei van de Seille in de Jura en we proeven een interessante reeks wijnen van het Château.
Vlakbij liggen beroemde appellations als Château Chalon en L'Etoile, maar de graaf maakt wijnen in de overkoepelende appellation Côtes de Jura, in zeer verschillende stijlen: rosé en rood, van pinot noir, poulsard en trousseau, modern wit van chardonnay, traditioneel wit, van chardonnay en savagnin, en de specialiteiten vin jaune, vin de paille en macvin.

Kleine markt
Die 1800 ha. wijngaarden in de Jura zijn voldoende, aldus de graaf. De wijnen van de Jura worden weliswaar over de hele wereld gewaardeerd, maar het is slechts een kleine groep liefhebbers die deze wijnen op waarde weet te schatten. Voor uitbreiding van de wijngaarden en de daaruit volgende verhoging van de productie is gewoon geen markt. De wijnen van de Jura zijn namelijk wat de graaf noemt 'vins d'autrefois': wijnen van vroeger, wijnen zoals ze vroeger gemaakt werden, wijnen in een wat wij een oxidatieve stijl zouden noemen. Dat houdt in dat bijvoorbeeld de witte traditionele wijnen, van chardonnay en de locale savagnin, zeker twee tot drie jaar op houten foeders doorbrengen. Er wordt niet bijgevuld (geen ouillage), zodat de zuurstof in de loop der jaren zijn kans krijgt in te werken op de wijn. En dat levert, samen met het specifieke terroir en de karakteristieken van de savagnin-druif, bijzondere aroma's. Van noten, zuidvruchten en caramel bijvoorbeeld, in tegenstelling tot wat de moderne wijndrinker gewend is: de hele batterij aan soorten wit fruit en citrus. De witte wijnen van de Jura hebben bovendien meestal een hoge zuurgraad. Wat betreft smaak moet je denken aan een fino-sherry.

Eeuwenlange geschiedenis
Het Chateau d'Arlay heeft een eeuwenlange wijngeschiedenis, waar de graaf graag en uitgebreid over vertelt. Ook de banden met Nederland (koningin Beatrix heeft als 25ste titel Baron d'Arlay) worden met humor en verve uit de doeken gedaan. In de jaren '60 werd die wijntraditie door de vader van de graaf weer nieuw leven ingeblazen, met inmiddels prachtige resultaten.


Tussen alle boeiende verhalen door proefden we een aantal mooie wijnen, met om te beginnen de rosé Les Pavillons 2009 van pinot noir. Deze druif werd door een middeleeuwse voorvader naar de wijngaarden van Arlay gehaald. Deze voorvader kwam namelijk uit de Bourgogne, waar de pinot noir inmiddels al grote successen boekte. Pinot noir is in de Jura dus geen recente aanplant, zoals wij eerst dachten, maar al eeuwenlang geworteld. De rosé is fruitig en vol, met aroma's van kersen en aardbeien en ook wat aardse tonen. Heerlijk bij simpele barbecuegerechten als gegrilde worstjes.

Modern en traditioneel
De graaf maakt ook een niet-oxidatieve witte wijn, Chardonnay à la Reine, gemaakt van oude stokken. Fris en mineraal, licht en droog en zeer aangenaam. Maar het zijn de witte traditionele wijnen die de show stelen! Er is een Vin Blanc Tradition van Chardonnay en Savagnin, die 4 jaar op houten foeders heeft gelegen. De kleur is donkergeel, de geur en smaak notig. Goed te schenken bij kazen uit de Jura (Comté!), exotisch gekruide gerechten en bijvoorbeeld forel van de barbecue.


Op de specialiteiten vin jaune en vin de paille ga ik later nog in. Die van het Château d'Arlay waren erg zuiver en de vin de paille had een fantastische balans van zoet en zuur. De graaf werkt alleen met natuurlijke gisten en grijpt zo min mogelijk in het 'gewone' wijnmaakproces in. Goed rijpe druiven worden met de hand geoogst en vervolgens geperst. Het sap gist zonder verdere toevoegingen in houten vaten of roestvrijstalen cuves, et voila, aan het eind heb je wijn (aldus de graaf). De rosé wordt in ieder geval zonder toevoeging van sulfiet gemaakt, en ik vermoed dat bij het maken van de overige wijnen ook erg weinig sulfiet komt kijken.

Macvin
We sloten onze proeverij af met twee soorten Macvin, een witte en een rode. Macvin is een likeurwijn, gemaakt van ongegist druivensap waaraan 'eau de vie de marc' is toegevoegd, stooksel van de druivenpitten en steeltjes. Daarna volgen één of meerdere jaren rijping op houten foeders. Macvin de Jura heeft een officiële herkomstbenaming, samen met twee andere dranken van dit type: Pineau de Charentes en Floc de Gascogne Maar ook zonder officiële herkomstbenaming wordt in diverse streken van Frankrijk een vergelijkbare drank gemaakt op basis van onvergist druivensap en eau de vie.

In de witte Macvin, van éénderde vieux marc, éénderde most van chardonnaydruiven en éénderde most van savagnindruiven, troffen we aroma's van gember, zuidvruchten en vijgen. Maar vooral de rode macvin stal ons hart. Deze moderne Macvin-varant wordt gemaakt van éénderde vieux marc en tweederde sap van pinot noir, en heeft een jaar vatrijpng gehad. Heerlijke aroma's van fris rood fruit kwamen ons tegemoet, waarbij de zoetheid goed in toom werd gehouden door prettige zuren. Een glaasje Macvin bij tiramisu lijkt me wel wat, of anders zomaar, als aperitief!

Na deze vakantie zijn we zeer geïntrigeerd door de Jura-wijnen. Ik kom er hier op Wijnkronieken zeker op terug en we zullen het gebied in de toekomst waarschijnlijk vaker bezoeken.

donderdag 15 juli 2010

Voorpret met Wine Travel Guides


Nog even, en dan mag ik mijn warme zolderhok verruilen voor een luchtige tent in de Jura. Om vervolgens ook nog een weekje in een huis in de Ardèche neer te ploffen. Heerlijk! Veel zwemmen, veel nieuwe wijnen proeven, veel lezen (en toch ook die laptop mee, vrees ik).

Voordat ik straks lekker in de Jura zit, aan de crémant, of de vin jaune, toch nog even wat tips: want ben je op zoek naar leuke compacte wijngidsen van een Frans wijngebied, kijk dan eens op Wine Travel Guides. Wijnschrijfster Wink Lorch heeft hier al haar kennis van de Franse, Italiaanse en Spaanse wijngebieden samengebracht in betaalbare pdf's. Voor 5 Engelse ponden heb je bijvoorbeeld een gids van Arbois of omgeving. In de gidsen tref je een selectie van producenten om te bezoeken, korte toeristische tips, een uitleg over de wijnen en wijnstijlen van het gebied, adresjes om te slapen en te eten en handige websites om verder te lezen. Zodra je betaling geregeld is, kun je je pdf downloaden en verder gebruiken. Voor mensen die meer willen, zijn er ook allerlei online extra's, zoals routeplanning e.d.

Ik vind die gidsen van Wink echt een geweldig idee! Zo hoef je niet een dure reisgids te kopen, waar toch altijd veel te weinig over de wijn in staat. Ik heb die van Arbois en Lons-le-Saunier dan ook gedownload, geprint en al gelezen. En ik verheug me nu al op de bezoekjes aan de producenten. Van Wink leerde ik inmiddels dat de meeste producenten nog wijnen in de oude, oxidatieve stijl maken, maar dat er ook al een fors aantal zijn die frisse chardonnay's en savagnin's maken zonder jarenlange oxidatieve rijping. En dat lijkt me zeer te moeite van het ontdekken waard.

Uiteraard kom ik op de wijnen van de Jura nog terug, als ik er meer ervaring mee heb. Recent proefde ik voor de Wijnwebwinkelgids al een aantal heel fraaie exemplaren van Jurawijnen. Yvonne en haar vriend importeren sinds kort de wijnen die ze zelf zo lekker vinden, en ik moet zegggen: ze hebben een goede hand van kiezen! Nico is helemaal gevallen voor een Arbois; zelf heb ik veel gesnoept van de vin de paille en de Château-Chalon 2000. En gisteren in de hitte smaakte zo'n glaasje bubbels – Crémant de Jura – heel verkoelend. Nog even, en dan heb ik zo'n fles dagelijks in mijn ijskast (ja, ik weet het, ik ben een luxe kampeerder, die ijskast staat zelfs al klaar ;-)) en dan lees ik daar heerlijk mijn dagelijkse portie roman onder het genot van één of twee glaasjes. Om vervolgens een duik in het meer te gaan nemen. Tsjonge, was het maar vast zover!

zaterdag 29 mei 2010

Een weekendje cava


In het Pinksterweekend leerde ik een lekker compact én bereikbaar wijngebied kennen: de Penedès, hét cavagebied van Spanje. Cava mag ook op een aantal andere plaatsen in Spanje gemaakt worden, maar hier, in Catalonië en speciaal zuidwestelijk van Barcelona, is waar het allemaal begon. En het wijntoerisme is er sinds enige jaren ook prima georganiseerd!

Cavahoofdstad
Centraal in het gebied liggen de plaatsen San Sadurní d'Anoia en Vilafranca del Penedès. De afstand tussen beide stadjes is dertien kilometer. Als je van de snelweg (A7) naar cavahoofdstad San Sadurní afslaat, ligt de eerste cavaproducent al aan je voeten. De gebouwen van Freixenet vormen een fors industriecomplex, met fraaie 19e-eeuwse panden. Een bezoek schijnt zeer de moeite waard te zijn; er rijdt zelfs een treintje door de uitgestrekte ondergrondse kelders.

Een goede plaats om te slapen in San Sadurní is het Hostal de San Sadurní: een handige centrale plek, zeker aangezien het diner pas heel laat geserveerd wordt in de restaurants. Van die restaurants is Cal Blay een absolute must voor cavaliefhebbers. Zelf heb ik er niet gegeten, maar mijn reisgenoten hadden er een fantastische avond, met bij iedere gang een andere cava. Cal Blay staat dus op mijn lijst voor volgende keer (net als Freixenet, overigens.)


In San Sadurní bezoek je natuurlijk een paar leuke bodega's en proeft er cava! Wij trokken naar El Xamfra, een vrij kleine bodega 'op een hoek' (xamfra betekent hoek). Er zitten volgens mijn zegslieden ruim 200 producenten ín het stadje, en ook nog eens handenvol eromheen. Keuze genoeg dus. De cava ligt in ondergrondse kelders; er wordt gezegd dat je onder heel San Sadurní door kunt lopen. Het stadje zelf verken je in een ochtend. Ga zeker even langs bij Calferu Eno Temptations, om wijnsouvenirs te kopen. (Denk aan oorbellen, armbanden, sleutelhangers, kurkentrekkers, alles heel stijlvol.) Lunchen kun je goed bij L'Ateneu, in het pand van de oude sociëteit van de wijnbouwers: onder andere verrukkelijke tapas en cava's voor een schijntje.


Wijngaarden.. wijngaarden
Vanuit San Sadurní strekken de wijngaarden zich naar alle kanten uit. Trek zeker een dag uit om lekker het land in te gaan, wat te wandelen en bijvoorbeeld cava te proeven bij Capita Vidal, aan de weg van Igualada naar El Pla del Penedès.

Door de wijngaarden en langs ontelbare bekende en minder bekende cavahuizen rijd je naar Vilafranca, een veel groter stadje met een belangrijke regionale functie. In de stad zitten nog slechts weinig bodega's. Mascaró is de bekendste, in een fors huizenblok rondom een binnenplaats. In Vilafranca tref je winkels, de zaterdagse markt, middeleeuwse huizen en paleizen en prachtige 19e-eeuwse gebouwen. En vooral niet te vergeten het Vinseum, een schitterend wijnmuseum. Het museum is momenteel aan het verbouwen, maar de tijdelijke tentoonstelling is van zo hoge kwaliteit dat we er een zeer aangenaam anderhalf uur hebben doorgebracht. De vormgeving is kleurig en modern, de educatieve aanpak verfrissend.


Gebak
Vergeet in San Sadurni of Vilafranca ook niet koffie of thee te drinken bij een patisserie. Gebak maken kunnen ze wel in Catalonië! Of schaf een zak chocolade aan, in de vorm van cavakurkjes en gevuld met likeur...

In een landelijker omgeving kun je de nacht doorbrengen bij Torrelles de Foix. Net buiten dit plaatsje ligt de masia (landhuis) Arianella de Can Coral. Een jong Duits echtpaar verhuurt er kamers en een prachtig appartement. Het uitzicht vanuit het appartement is werkelijk schitterend; zover als je kunt kijken golvende wijngaarden en de bergen aan de horizon. De terrasafscheiding wordt gevormd door oude vaten van het beroemde wijngoed Torres (dat overigens ook in de buurt ligt en waar je een rondleiding kunt boeken.)

Langs de weg van Vilafranca naar Torrelles de Foix tref je verder kastelen en kloosters, uit de tijd dat de ridders van Catalonië nog veel strijd met elkaar voerden (onder andere in Sant Marti Sarroca).


Garraf
Moet je helaas weer richting Barcelona en het vliegveld, neem dan de oude nationale route 340 richting Barcelona en sla ter hoogte van Avinyo Nou af, over de BV 2411 naar Begues. (Niet op de TomTom afgaan, die stuurt je over onverharde wegen over de toppen van de bergen...)
Over een prachtige bosrijke weg rijdt je dan de Garraf in, het gebergte boven Barcelona. Het landschap is er volkomen anders dan tussen San Sadurní en Vilafranca: naaldbos, droge witte rotsen en riviertjes. Ook hier tref je wijnbouwers en cavaproducenten. Wij bezochten de oude masia van Montau de Sadurni aan de rand van Begues, daterend uit de 16e eeuw! De familie Sadurní maakt er nog steeds wijn en sinds de vorige generatie ook cava. Eten kun je in het weekend uitstekend in het restaurant van de masia. Wel even reserveren.

En dan is het tijd voor de terugtocht naar Barcelona. Vanuit Begues rijd je in een half uur naar het vliegveld; even doorrijden en je bent op de Ramblas.

Kijk voor je dit reisje gaat maken even op www.enoturismepenedes.cat. Er zijn veel handige downloads op de site; ter plekke is in veel hotels en restaurants een kaart van het gebied te krijgen, uitgegeven door deze organisatie, met stadsplattegronden en een lijst van producenten, restaurants en overnachtingadressen.

maandag 10 mei 2010

Korfoe voor de wijntoerist


'Korfoe is geen eiland voor wijntoeristen.' Met deze simpele zin wordt het Ionische eiland Korfoe afgedaan in de Wijnatlas van Hugh Johnson en Jancis Robinson. En inderdaad, topwijn komt er niet vandaan, maar er is genoeg te beleven op Korfoe om van een vakantie op of rond het prachtige eiland ook een vineuze ervaring te maken.

Dit wordt een pleidooi voor wijn kopen op Korfoe; met een beetje voorbereiding en experimenteerlust is er veel wijnleuks te beleven. Op Korfoe, waar keizerin Elisabeth van Oostenrijk graag haar vakantie doorbracht en vele rijke Engelsen sinds de 19e eeuw overwinteren, zijn wijngaarden te bezoeken, bijzondere druivenrassen te ontdekken en goede lokale wijn uit karaf of nationale topwijn op fles te proeven én te drinken.


Karafjeswijn
Korfoe is het noordelijkste van de Ionische eilanden en betekent binnen de Griekse wijnindustrie niet veel, dat klopt. Maar er is wel wijnbouw, en door de inwoners wordt veel wijn voor eigen consumptie gemaakt. Deze 'home made' wijn komt zelfs af en toe terecht in karafjes in de taverna's; bij Stamatis in het haventje van Petriti maakten we kennis met de traditionele geoxideerde wijnstijl van het eiland. De wijn was donkergeel en smaakte een beetje naar sherry (volgens Nico meer naar cider zonder prik). Voor ons was het geen blijvertje, maar ik vond het wel leuk met deze traditionele stijl kennis te maken.

In de karafjes huiswijn kun je gelukkig ook andere wijnen aantreffen: mooie droge Moschofilero bijvoorbeeld, bij Takis Taverna in Kontokali. Moschofilero is een druif verwant aan de muscat, maar iets minder uitgesproken. De eigenaar van Takis Taverna biedt je ook graag zijn tsipouro of raki aan, een Griekse vorm van grappa, in dit geval van biologisch geteelde druiven. De moderne wijnbouw op Korfoe is overigens vooral biologisch. In de wijngaarden wordt zo zuiver mogelijk gewerkt, en in de kelder vinden moderne technieken steeds meer opgang.

Cava en supermarkt
Onze beste ervaringen zijn echter met wijn uit fles. In bijna alle haventjes kom je cava's (wijnwinkels) tegen, en ook de supermarkten zijn goed voorzien. Die in Agios Stefanos, in een prachtig baaitje in het noorden van het eiland, was wel de verrassendste: een supermarkt met een eigen wijnkeldertje, waar zelfs dure champagnes en vette Californische krachtpatsers van bijvoorbeeld Mondavi lagen.

Lastig voor toeristen is natuurlijk het Griekse etiket: zelfs op een massatoeristisch eiland als Korfoe tref je in de wijnwinkels en supermarkten schappen vol etiketten die niet of zeer slecht te begrijpen zijn voor Europeanen die opgevoed zijn met het Latijns schrift. Een enkeling haalt zijn gymnasium-Grieks piepend en krakend weer wat op, en kan wat woorden spellen. Maar dan weet je nog steeds niet wat al die termen betekenen en blijken er in Griekenland ook nog eens ontelbare zeer onbekende druivensoorten te zijn.... Gelukkig bevat een deel van de etiketten, zeker ook de achteretiketten, vertaling in het Engels of Duits

Theotoky en Livadiotis
Ter voorbereiding op onze vakantie had ik me laten informeren door specialist van Griekse wijnen Marcus Stolz, op Twitter bekend als @elloinos. Hij raadde me twee lokale producenten aan: Theotoky en Livadiotis. Beide werken onder andere met de inheemse druif kakotrygis. Deze lastig te verbouwen druif – hij is gevoelig voor schimmel en rot - levert een fruitige, prettige witte wijn, en werd rond 1990 aan de vergetelheid ontrukt door onder andere Sotiris en Irini Livadiotis in Halikounas. Van hen vond ik halverwege de vakantie in een supermarkt twee verschillende soorten witte wijn, die op dit moment nog geproefd moeten worden. Wel openden we aan boord (na het zeilen, veilig geankerd in de haven, wees gerust) een witte wijn van Theotoky, die we bij een eerste bezoek aan de supermarkt van de jachthaven in Gouvia hadden gevonden. Het landgoed van de familie Theotakis is al 150-jaar oud en heeft een lange traditie in de wijnbouw. Het landgoed is nu in het bezit van de Antonopoulos Winery, gevestigd op het vasteland van Griekenland. De witte Theotoky 2007 is gemaakt van 90% robolla en 10% kakotrygis. Hij was zeer aangenaam en bloemig, droog, met een lichte hint van rijping op houten vaten en een gemiddeld alcoholpercentage. We gaan ook deze wijn nog eens rustig proeven thuis, aangezien het dek van een zeilboot, met de wijn in longdrink-glazen, nou niet echt de optimale proefomgeving is.


Al met al leverde deze zeilvakantie rond Korfoe toch een grote hoeveelheid vineuze ervaringen, die ik andere toeristen die het eiland gaan bezoeken graag wil meegeven. Aan iedereen die dit jaar Korfoe bezoekt: aarzel niet voor dat schap met wijnen in de supermarkt, probeer een Griekse fles en experimenteer. Laat je vooraf of ter plekke informeren, ga naar een cava en maak kennis met de rijke variatie aan lokale en nationale wijn die beschikbaar is! Let wel op waar je de wijn koopt. In de jachthaven van Gouvia, of het toeristische Agios Stephanos, betaal je zo 3 euro per fles meer dan in een minder toeristische straatje in Kontokali of de grote supermarkt langs de weg. Verder liggen de prijzen van wijn op fles hoger dan in Nederland, dat wel.