Posts tonen met het label Geproefd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Geproefd. Alle posts tonen

woensdag 13 april 2011

Spring is in the air - proeverij bij Coenecoop

Wijnproeverijen zijn er tegenwoordig zoveel dat een mens keuzes moet maken. Consumenten zowel als wijnprofessionals kunnen wekelijks op ontelbare plaatsen in het land terecht om de nieuwste oogst of exclusiefste vondsten te proeven. Voor mij wordt het steeds belangrijker de krenten uit de pap te halen, en niet meer overal lukraak op af te gaan. Zo'n krent was bijvoorbeeld de recente proeverij van Coenecoop. Coenecoop levert niet rechtstreeks aan consumenten, maar voorziet specialistische wijnhandels en supermarkten van wijn. En die wijn is steeds vaker biologisch. Sinds enige tijd zijn biologische wijnen zelfs een speerpunt voor Coenecoop.

Op de proeverij Spring is in the Air, op maandag 3 april in de Utrechtse Colour Kitchen, waren 'slechts' tien producenten aanwezig. Een overzichtelijke proeverij, die bovendien veel leuke verrassingen bood. Ik proefde de wijnen van zes producenten, en was het meest onder de indruk van de Franse wijnen. Geweldig om weer eens te merken dat wijnland nummer 1 nog altijd in staat is te verrassen met topkwaliteit en betaalbare prijzen. De drie producenten waarvan ik wijnen proefde waren allen afkomstig uit het diepe zuiden: Domaine Begude in de vallei van de Aude, bij Limoux; Clot de l'Oum aan de voet van de Pyreneeën, in de vallei van de Agly noordelijk van Perpignan; en Clos du Gravillas, gelegen in Saint Jean de Minervois, oostelijk van Béziers. De wijnen van Domaine Begude hadden daarbij een heel ander karakter dan die van de andere twee. Een verschil in druivenrassen, maar ook in wijnstijl en aanpak.

Domaine Begude
De wijnen die het Britse echtpaar James en Catherine Kinglake maken op hun in 2003 aangekochte domein zijn bedoeld als cool climate-wijnen: niet zwaar en krachtig, niet gemaakt van door de zon gestoofde druiven, maar licht, mineralig en goed verteerbaar, met behapbare alcoholpercentages en zuiver fruit. Vooral internationale druivenrassen worden gebruikt: chardonnay, pinot noir, sauvignon blanc en chenin blanc. Er wordt duurzaam en ecologisch gewerkt en de eigenaren hebben een team van Franse, Australische en Britse wijnmakers aangetrokken. Enige Nieuwwereldse invloed is in de wijnen zeker te herkennen - vooral in de fruitigheid.
Ik proefde drie Chardonnay's en twee Pinot Noir's, waarvan één rosé! Echte voorkeuren heb ik niet genoteerd, ik wil ze allemaal graag nog eens proeven en drinken. De lichte, pittige rosé, vol fruit en met een tikje vettigheid graag bij kipsalades, harde droge worst, kaas, zomaar etc... De lichte en uiterste fruitige Pinot Noir ook bij de kip, maar dan uit de oven, met kruiden als rozemarijn en tijm. De Chardonnay
l'Etoile de Begude werd ook al door Hubrecht Duijker gesignaleerd. De wijn kreeg een rijping deels op demi-muid, deels op nieuwe barriques; gelukkig is dat hout alleen heel subtiel aanwezig.

Clot de l'Oum
Ook opgezet door expats is Clot de l'Oum, van de Nederlander Eric Monné en zijn Braziliaanse vrouw Leia. Leia presenteerde de wijnen op de proeverij, en met haar raakte ik in gesprek, in een mengeling van Nederlands en Frans. Het gebied waar Clot de l'Oum ligt – de t in clot wordt uitgesproken en de naam betekent 'vallei van de olm (iep)' - is enorm in opkomst, of liever, beleeft een come-back. Na decennia van verwaarlozing kopen gepassioneerde nieuwkomers oude wijngaarden op, of weten ze op andere wijze te verwerven. Het terroir is bijzonder, veel rotsige, verweerde leisteen; het klimaat zonnig, droog en winderig; de hellingen gelegen in de voetheuvels van de Pyreneeën. Ook worden nieuwe wijngaarden aangeplant, op de bodems van schist, graniet en gneiss. Deze bodems, gecombineerd met de vele oude stokken, kunnen wijnen leveren met grote complexiteit, concentratie, mineraliteit en stevig fruit. Voeg daar nog de biologische aanpak bij en je hebt een recept voor mooie wijnen! Eric en Leia werken inderdaad biologisch en beleefden hun eerste oogst in 2001. Hun percelen liggen verdeeld over de gemeenten Maury en Belesta.
Op tafel had Leia wijnen staan van 2007, 2008 en 2009, in wisselende samenstellingen van syrah, carignan en grenache. Allen werden gekenmerkt door drinkbaarheid, puurheid, en veel fris zwart fruit. Echte voorkeuren heb ik opnieuw niet, alle wijnen verdienen een nadere kennismaking op een rustiger moment, en bij de maaltijd, waar ze voor gemaakt zijn!

Clos du Gravillas
Eveneens van grenache en carignan, deels van stokken uit 1911, zijn de wijnen van John en Nicole Bojanowski. Hij is geboren Amerikaan, zij komt uit Narbonne. Sinds 1999 werken zij op hun 6 ha. van Clos du Gravillas, volledig biologisch. In later jaren werden wijngaarden bijgekocht, aangeplant in respectievelijk 1952 en 1970.
De wijnen werden gepresenteerd door Jeroen de Zeeuw van Bramasole Wijnen, die het importeurschap van Clos du Gravillas heeft overgedragen aan Coenecoop. Absolute favoriet hier was een witte wijn, de L'Inattendu 2009, een Minervois Blanc van grenache gris. Een zeer pittige wijn, met frisse zuren, geuren van drop en laurier en een smaak waarvan je zegt: oh ja, dat was inderdaad Grenache Gris (ik dronk er meer in de zuidelijke Roussillon enige jaren terug).
Ook de Lo Vielh Carignan 2007, Vin de Pays Côtes de Brain, was een topper. Puur fruit, kracht, toch subtiel. De wijnen vragen erom verder te verkennen!

En dat brengt mij bij mijn slotoverpeinzingen: op een proeverij maak je kennis met prachtige wijnen, maar tijd en aandacht schieten meestal te kort om de wijnen echt recht te doen. Proeverijen zijn voor mij zo langzamerhand meer momenten geworden waarop je de vinger aan de pols houdt, wat er voor ontwikkelingen in wijnland zijn. Het echte proeven doe je toch elders, thuis aan de keukentafel bijvoorbeeld. Waar de wijnen alle aandacht krijgen die ze verdienen! Eén van de vinger-aan-de-polservaringen voor mij van deze proeverij: in de Languedoc en Roussillon gebeurt het, nu meer dan ooit!

woensdag 23 maart 2011

Bijzondere druif op Italia al Dente

Leuke raadseltjes om over na te denken: wat is de relatie tussen het Duitse 19e-eeuwse drinklied Wohlauf, noch getrunken en een fles Eisacktaler witte wijn van producent Manni Nössing, afgelopen zaterdag geproefd op Italia al Dente?

De link vormt een druivenras, ontwikkeld in 1929 en sinds 1969 in Duitsland officieel in gebruik. Tegenwoordig is het het op een of twee na meest aangeplante druivenras van het land: kerner. Dit druivenras werd genoemd niet naar degene die het ontwikkelde (door kruisingen), maar naar een Duitse schrijver en dichter, Justinus Kerner (1786-1872), die ook een aantal wijnballades en bovengenoemd melancholieke drinklied op zijn naam heeft staan.

Alto Adige
Maar dan nu nog de link met de fles wijn op Italia al Dente: het Eisacktal ligt in Alto Adige, Zuid-Tirol. Maddalena Wines stond op dit evenement met een aantal mooie wijnen uit Alto Adige, Noord-Italië dus. Bovendien wordt kerner ook in Zuid-Tirol verbouwd. Sterker nog, kerner is een kruising tussen de Zuidtiroler rode druif trollinger (schiava grossa) en riesling! Pfoe, zo is het cirkeltje dus helemaal rond.

Kruising
Ik kende kerner eigenlijk alleen van naam, als druif van mindere kwaliteit. Het staat in Duitsland veel aangeplant, onder andere vanwege de hoge opbrengsten. En dat is nooit een goed teken... Het zou zelfs in de vermaledijde variant van Liebfraumilch worden gebruikt. (Over de échte Liebfraumilch kom ik binnenkort te spreken.) Kerner staat ook aangeplant in Engeland en zelfs hier in daar in Nederland. Maar uitgezonderd misschien een Engelse wijn ergens in de jaren '80 heb ik er nooit iets van geproefd. Tot afgelopen zaterdag. En dat was een zeer aangename kennismaking. Volgens de boeken is kerner de meest Riesling-achtige van alle kruisingen (waaronder ook silvaner en scheurebe); dat verklaard ongetwijfeld waarom ik er zo van gecharmeerd was.

Kerner werd in de jaren '70 van de 20ste eeuw aangeplant in Zuid-Tirol (en is dus niet, zoals iemand me op Italia al Dente vertelde, een overblijfsel van de tijd dat Zuid-Tirol nog bij het Habsburgse Rijk hoorde...). De druif verkreeg in 1993
DOC-status.

Notig en fris
Ik proefde er twee: Eisacktaler Kerner DOC 2008 van Manni Nössing (Maddalena Wines, € 14,75) en Abbazia di Novacella, Kerner DOC 2008 (Anfors/L'Anima del Vino, € 13,95).
Alleen van de eerste heb ik nog wat notities: notig, frisse zuren, zuiver, tikje neutraal in de smaak, maar zeer spannend in de geur. Beide vond ik erg de moeite waard, en ga ik zeker nog een verder verkennen.

Over de producent, Manni Nössing, is weinig te vinden. Alleen Jancis Robinson vertelt iets meer op haar Purple Pages. Van Nössing proefde ik ook de Veltliner 2008, vol en fruitig.
De Abbazia di Novacella is behalve een fantastisch mooi, nog in gebruik zijnde abdij, ook een moderne en bekende wijnproducent. Het wordt hoog tijd om eens te gaan kijken in Alto Adige...

Een verslag over Italia al Dente schreef ik voor Winebusiness.

vrijdag 10 december 2010

Over Hummergraben en Pfneiszl: Blaufränkisch anders

In Oostenrijk werd ik onlangs verliefd op de wijnen van de druif Blaufränkisch, vooral die uit Mittelburgenland. Het gaat dan om volle, geconcentreerde bijna bordeauxrode, donker gekleurde wijnen die over het algemeen rijping op barriques hebben ondergaan, soms gedeeltelijk nieuw. Het hout overheerst echter nergens, de fruitigheid voert de boventoon. Het zijn wijnen voor bij het eten, bij een stevig stuk vlees. Er is echter nog een andere stijl Blaufränkisch, waar ik gek genoeg pas in Nederland mee kennismaakte, en die ik wel zo prettig vind, misschien zelfs wel beter verteerbaar, zeker voor doordeweeks.

Totaal anders
Op de proeverij van de wijnen van Herrenhof, bij Good Grapes thuis, stond ook een rode wijn op tafel: Hummergraben 2009, gemaakt van 100% Blaufränkisch. Dat bleek een totaal andere Blaufränkisch dan de stevige jongens uit Mittelburgenland, Eisenberg en Leithaberg die ik eerder in Oostenrijk zelf geproefd had. De Hummergraben was helderrood en doorzichtig van kleur, elegant, slank, soepel, met relatief lage tannines en een lekkere kruidigheid. Kleur en structuur deden aan een goede maar simpele Pinot Noir denken, type Maconnais. Heel wat anders dus dan de volle, fluwelige en donkere wijnen die ik eerder had leren kennen.

Rijtjes wijnstokken in de Eisenberg DAC
Eisenberg
Ik dacht even dat het aan de herkomst van de druiven zou kunnen liggen: Steiermark, waar Herrenhof ligt, is toch weer een heel ander wijngebied, redeneerde ik. Gottfried Lamprecht, wijnmaker van Herrenhof, blijkt de druiven voor deze wijn echter niet zelf te verbouwen in Steiermark, maar te halen in Eisenberg (Südburgenland) waar hij van een boer de oogst opkoopt. Vreemd is dat niet: Eisenberg is voor Gottfried slechts een paar heuvelruggen verder naar het oosten, 50 minuten rijden van huis. In dit gebied heeft iedere huisbezitter, en zeker iedere landbouwer, nog een aantal rijen druivenstokken in de achtertuin staan. Iedereen maakte vroeger wijn van eigen stokken voor eigen gebruik. Velen hebben daar in de 21ste eeuw echter geen zin meer in, en verkopen hun druiven of hun rijen stokken. Met als gevolg dat échte wijnboeren in het gebied Eisenberg steeds vaker perceeltjes verspreid over diverse locaties hebben, dat families samenwerken, en dat er nu langzaam ook grotere bedrijven ontstaan. Tijdens de persreis na EWBC bezochten we paar van die familie- of samenwerkingsbedrijven, waaronder Wachter-Wiesler en Vinum Ferreum in Deutsch-Schützen. We proefden er ook de wijnen, en uit ervaring weet ik: in Eisenberg maken ze Blaufränkisch met min of meer dezelfde structuur en concentratie als in Leithaberg of Mittelburgenland.

Oude mandpers
Het lag dus niet aan de herkomst van de druiven. Gottfried had de volgende verklaring voor de verschillen: "Ik ontsteel het grootste deel van de trossen, die vervolgens in een open vergistingstank gaan. Met de hand duw ik pitten en schillen onder de most. Vervolgens pers ik met een oude mandpers die ik een jaar geleden in de winter heb gerepareerd. De wijn gaat daarna in barriques van oud eiken en wordt gebotteld na tien maanden. Ik voeg alleen een klein beetje zwavel toe. Ik gebruik geen nieuw hout; dat zorgt namelijk voor donkerder en dikker wijnen. Voor mij telt de vraag: hoe smaakt een wijn écht als wijnmaaktechniek een stap terug doet?  Die oorspronkelijke smaak wil ik zo puur mogelijk zien te krijgen; dat houdt voor mij ook het bereiken van complexiteit in."

Pfneiszl
Het toeval wil verder dat ik enige dagen na de Hummergraben een zelfde soort Blaufränkisch proefde uit het assortiment van importeur Miranda Beems. Miranda importeert Hongaarse wijnen, waaronder de wijnen van Pfneiszl Hungarian Vineyards . De wijngaarden van dit domein liggen in Sopron. En Sopron ligt... net over de grens met Mittelburgenland. Het is de grote hap uit de Oostenrijkse grens die door politieke en historische gebeurtenissen nu Hongaars is, in tegenstelling tot het omringende gebied. Deze Kékfrankos 2009 – Hongaars voor Blaufränkisch - was eveneens helderrood en doorzichtig, fris en fruitig, kruidig, elegant en slank, misschien een tikje voller dan de Hummergraben. Een zeer prettige wijn, en met slechts 12,5% alcohol. En daar houden de overeenkomsten met de Hummergraben nog niet op: Gottfried wist me wel te vertellen dat hij met Birgit Pfneiszl, een van de twee wijnmakende zusjes, op school (wijnschool, dan) heeft gezeten.

Twee stijlen Blaufränkisch, allebei uit hetzelfde gebied in Midden-Europa. Iets zegt mij dat de wijnen uit Steiermark en Sopron veel meer de nazaten zijn van een wijntraditie uit de tijd van de Oostenrijk-Hongaarse dubbelmonarchie dan die uit Burgenland. De ene stijl is daarmee niet meer of minder dan de andere. Beide zijn spannend en origineel, maar leveren gewoon andere wijnen. En dat maakt de wijnwereld voor mij zo ongelooflijk fascinerend.

zaterdag 4 september 2010

Zaterdagmiddagtip: sushi met Riesling

In het zonnetje in de tuin, met een glas Riesling Spätlese Hochheimer Hölle 2009 van Weingut Baison, uit de Rheingau. Bordje zelfgemaakt sushi erbij, wat wil een mens nog meer op zaterdag bij de lunch?

De Riesling kochten we bij Markvandewijn, die hem tijdens Sail aan ons liet proeven. We waren toen al verkocht, maar nu helemaal. Baison maakt een zeer fruitige en krachtige Riesling, waarin vooral veel abrikoos en tropisch fruit is te herkennen: hier niets van de tere elegantie van een Moezel-Riesling. Verder heerlijk frisse zuren, alcoholpercentage van 13,5%, lange afdronk. Goed dat er bij de lunch nog maar een halve fles was...


De Hochheimer Hölle is een 'Lage' pal langs de Main, tussen de rivier en het beroemde stadje Hochheim. De bodem bestaat er uit zware leem en het is er vrij warm. Rondom Hochheim tref je de warmste microklimaten van de hele Rheingau – het wijngebied waar de Rijn van oost naar west stroomt. Weingut Franz Künstler is de bekendste producent met wijnen van de Hochheimer Hölle, maar Baison mag er ook zijn! Voor ons wordt dit een blijver.

Foto: proeven bij Markvandewijn, na een tocht over het Sail-terrein.

vrijdag 25 juni 2010

Arrels Blanc Jove - Wijn met wortels


Je zou het soms vergeten, maar rondom Barcelona maken ze niet alleen bubbelende cava, maar ook stille wijnen. Die traditie gaat eeuwen terug, nog verder dan de Romeinen. In een grot in het dorpje Begues, op het terrein van cavahuis Montau de Sadurní, zijn nog niet zo lang geleden zelfs druivenpitten gevonden uit circa 1500 voor Chr.

Cava is er sowieso pas sinds de tweede helft van de 19e eeuw. Veel cavahuizen van nu zijn nog weer later ontstaan: na de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld (veel middelgrote bedrijven), of zelfs pas in de jaren '70-'80 van de 20ste eeuw (kleine familieondernemingen).

En dan zijn er ook nog de huizen die al sinds eeuwen wijn maken, maar pas in de jaren '80 dankzij Spanje's toetreding tot de EU overgegaan zijn op commercialisatie en gebottelde wijn. Zo'n huis is het hierboven genoemde Montau de Sadurní, in Begues. Al in 1542 wordt de familie Sadurní genoemd, in een oude oorkonde die nog altijd trots in het restaurant van het landgoed getoond wordt. Eeuwen werd op de masia alleen wijn voor eigen gebruik gemaakt (en misschien wat voor verkoop aan de buren). In en om het oude huis staan nog allerhande werktuigen en persen opgesteld die getuigen van die lange wijnmaakgeschiedenis. In de 20ste eeuw werd ook wijn in bulk geproduceerd, om pas rond 1980 met kwaliteitswijn en cava te beginnen.

Van Montau de Sadurní proefde ik recent de Arrels Blanc Jove 2009, een frisse witte wijn van hoofdzakelijk xarello. In de neus heel bloemig, met hints van perzik, bloesem en andere zachte tonen. In de mond fris en vol, met een prettige afdronk. Echt een wijn voor alledag en ieder moment, zonder simpel te zijn. Arrels bekent 'wortels' in het Catalaans. De naam verwijst naar lange geschiedenis van de Sadurní-familie en de uitgebreide stamboom, waar de familie uitermate trots op is. Niet iedereen kan zijn stamboom tenslotte terugvoeren tot 1530!

De wijnen en cava's van Montau de Sadurni zijn nog niet in Nederland verkrijgbaar.

woensdag 14 april 2010

Grootse wijnen van kleine importeurs


Het mogen dan kleine importeurs geweest zijn, de tijd was te kort om alle grote wijnen te proeven afgelopen maandag. Tijdens de beurs Grootse wijnen, kleine importeurs presenteerden 56 wijnimporteurs hun wijnen. Gemene deler tussen de importeurs is dat ze allemaal 'klein' zijn en dat ze contact hebben gelegd via een LinkedIn-groep.
Er gaan (nog) geen grote volumes om bij deze importeurs, en ook de klantenkring is (nog) niet fors. Heel vaak zijn het mensen die uit liefde voor de wijn zijn begonnen met het naar Nederland halen van hun favoriete producenten. Velen hebben er nog een part time of full time baan naast. Presentatie van hun wijnen op grote beurzen is te kostbaar, maar door de contacten die ze onderling legden op LinkedIn en met steun van Perswijn, kon deze unieke beurs tot stand komen.

Maar wat een verborgen schatten zitten er tussen de wijnen die deze importeurs aanbieden; en dan heb ik nog maar een fractie geproefd.

Het was lastig een keuze te maken maandag: ga ik nu langs bij mensen waarvan ik de wijnen al ken - Miranda Beems, Wijnimport Nelis, Jan van Breda, Mireia's Wijnimport, Casacava, Grandi Vini - of wil ik vooral nieuwe wijnen én mensen leren kennen? Het is een mix van beide geworden: wel de mensen begroeten die ik al ken (en soms ook weer niet, helaas), maar vooral proeven bij kleine importeurs die ik nog niet ken. Zo maakte ik kennis met de uitstekende selectie Italiaanse wijnen van Ombrerosse en Zibibbo. Van de laatste vond ik het vooral leuk kennis te maken met een Vernatsch uit Zuid-Tirol, een oud lokaal druivenras dat in de middeleeuwen ook geëxporteerd werd naar andere landen. Eigenaar van Zibibbo Julian de Keijzer wist me met veel enthousiasme te vertellen over zijn wijnen, maar ook over de samenwerking tussen de kleine importeurs. Julian is naast wijnimporteur ook filmmaker; hij nam het initiatief om van alle aanwezige importeurs een filmpje te maken. Consumenten werden gevraagd naar de wijn van een van de importeurs; die wijnen hadden de importeurs zelf mogen voorstellen. De filmpjes komen straks op de websites van de individuele importeurs.

Deze beurs was er eindelijk ook eens gelegenheid om met het indrukwekkende assortiment van Winematters kennis te maken. Udo Göebel is al wat langer een grote bekende onder de kleine importeurs, maar afgezien van zijn Lammershoek Roulette 2004 en een Chenin Blanc van Groot Parys, Die Tweede Droom, had ik nog niets geproefd. Opnieuw was ik onder de indruk van de Roulette, een prachtige Rhone-blend, maar ook bijvoorbeeld van de 'simpele' Vansha 2009 van Ridgeback, uit Paarl, of the Felicité 2009 van Newton Johnson, een Pinot Noir uit Walker Bay/Hermannus, een van de koelste gebieden van Zuid-Afrika.



Via Twitter en op Wine Professional maakte ik al kennis met Erwin Blezer van Good Grapes, maar ook zíjn wijnen kende ik nog niet. Good Grapes heeft een mooie collectie wijnen uit Duitsland, Oostenrijk en Italië. Ik proefde er onder andere een heel erg vrolijke én frisse mousserende wijn: Brut van Marc Altenburger aan de Neusiedlersee, gemaakt van blaufränkisch en st. laurent. Heerlijk fris rood fruit, beetje kersen, amandel, limoen: sekt zoals ik het nog niet eerder proefde. Misschien was dit voor mij nog wel de ontdekking van de dag.

Nieuw-Zeelandse wijnen waren er bij Bula Wine, Italiaanse bij VinoItalia en Domein Wilgenhaeghe, Portugese bij 2Wines, bubbels bij Taste&Tintle, Duitse bij Markvandewijn en meer Zuidafrikaanse bij Golden Grapes. En dan had ik me nog voorgenomen bij Alentejo Wines, Noordwest Wijn en Wijn uit Gauillac te gaan proeven. Het is er niet meer van gekomen; gelukkig wist André Sauerbier, organisator van het evenement namens Perswijn, mij te verzekeren dat de beurs volgend jaar zeker een vervolg krijgt! De kleine importeurs zijn inmiddels ook op zoek naar verdere samenwerkingsverbanden, onder andere via een website en een publicatie. We zullen nog veel van ze horen!

Foto's: Perswijn/Reinder Weidijk

donderdag 18 maart 2010

In de schaduw van de bosrand


Wandelen door de wijngaarden geeft je een bredere kijk op de aard en de smaak van een wijn dan erover lezen in je luie stoel. Je ervaart dan namelijk zelf hoe een stuk wijngaard ligt: op een helling of in de vlakte, in de schaduw van de berg of in de volle zon, bezaaid met kiezels of juist niet, enzovoorts.

Neem nou de Lage Musenhang in Forst, in de Pfalz: een smal stuk helling, direct onder de bosrand, slechts 8,63 hectare groot. Onder andere Weingut Lucashof bezit er stokken riesling en gewürztraminer.

Moeite met rijp worden
Op de Musenhang hebben de druiven soms echt moeite rijp te worden, vanwege het feit dat de stokken eerder op de dag in de schaduw van de berg komen te staan. Druiven op deze akker blijven regelmatig tot november hangen, om optimale rijpheid te bereiken. Op de Lage Ungeheuer daarentegen, net iets lager op de helling en buiten de schaduw van het bos, staan de druiven een groter deel van de dag in de zon, en kunnen dus veel eerder voldoende suikers ontwikkelen en helemaal rijp worden.

Een Riesling van de Musenhang kan daardoor frisser smaken en hogere zuren hebben. Meestal zijn de wijnen van de Musenhang wat slanker dan die van de Ungeheuer. Daar komt nog bij dat de Musenhang meer kalksteen in de bodem heeft, tegenover bijvoorbeeld basalt in de bodem van de Ungeheuer. Die kalksteen levert een uitgesproken mineralig karakter in de wijnen op.
In 2008 haalden de druiven op de Musenhang door die beschuttere plek nét niet de kwaliteit van een Spätlese, waardoor Hans, zijn broer Klaus en diens vrouw Christine Lucas besloten een Kabinett Trocken te maken, en geen Spätlese.

Combinatie met quiche lorraine
Mij beviel deze Riesling Kabinett Trocken 2008 van de Musenhang zo goed, dat ik twee flessen ervan meenam naar Nederland. Vorig weekend ging er één open, bij de quiche lorraine. Het bleek een geweldig combinatie: de zuren van de wijn konden uitstekend op tegen het vet van kaas, eieren en spek. De mooie fruittonen van de Riesling gaven bovendien een heerlijke afwisseling met de toch wel heftige smaken van de quiche.

Wilde zwijnen
Overigens geeft zo'n akker net onder de bosrand nog meer speciale zorg: in sommige jaren werken de wilde zwijnen zulke hoeveelheden druiven weg, dat de oogst verloren gaat. Dat was in 2009 het geval: er zal geen Gewürztraminer 2009 van de Musenhang zijn op de Lucashof. De zwijnen hebben een feestje gehouden!

Ook nog aan te raden van de Lucashof: Spätburgunder Rosé Sekt! Een heerlijke fruitige Sekt, met veel zacht rood fruit. Jammer dat ik er niets van heb kunnen meenemen.

Meer aanraders: gewoon gaan slapen op de Lucashof, in een van de fraaie kamers, en genieten van het zeer uitgebreide ontbijt. En vervolgens een mooie proeverij bijwonen. Alle wijnen van de Lucashof zijn top!

donderdag 4 maart 2010

Cava Marc Mir

Zo af en toe moet je je mening bijstellen: een heel jaar heb ik beweerd dat cava's van niet-traditionele druivenrassen niet zo hoefden voor mij. Onlangs openden we er echter eentje van de firma Rosell Mir, een brut nature gemaakt van pinot noir, chardonnay en macabeo. Tsjonge, dat was genieten!

In het glas een licht amberkleurige wijn, met een roze gloed en een stevige mousse; notige aroma's, met een beetje gist en een tikje zacht rood fruit. In de mond was deze cava fris, vol en vlezig, met een bittertje van kinine, misschien zelfs meer iets van bitter lemon. Wat mij betreft: een erg mooie cava, waar uitstekend een toast mee uit te brengen is. Of die je opentrekt na een dagje zeilen in het zonnetje; of als er plots vrienden langskomen die je lang niet gezien hebt; of als je een nieuwe opdracht hebt binnengehaald; of....

Rosell Mir is een huis met een lange traditie, gevestigd in Subirats, net even buiten het cavacentrum Sant Sadurni d'Anoia. Vijftig hectare wijngaard zijn in eigen bezit, met een mix van traditionele en internationale rassen. Voor rode stille wijnen worden soms druiven aangekocht. Volgens de website gaat de familiegeschiedenis terug tot 1474. De naam van deze cava, Marc Mir, verwijst naar een beroemde voorvader uit de 19e eeuw.

Marc Mir i Capella werd in 1851 in Barcelona geboren. Hij werd burgemeester en parlementslid, schreef over landbouwaangelegenheden en was de drijvende kracht achter de grote wijngaard-herplantingen na de ravage van de druifluisepidemie aan het eind van de 19e eeuw. Marc Mir was verder de organisator van het eerste Spaanse wijncongres, gehouden in 1898 op Can Guineu, in bezit van de familie Mir. Marc Mir stierf op 29 december 1903 en liet acht kinderen na.

De cava's van Rosell Mir zijn te koop bij Vinos i Cavas. De prijs ligt rond de 14 euro. Hoe doen ze dat toch, daar in Spanje....

zondag 28 februari 2010

De zuivere wijnen van La Vialla


Al een paar jaar krijg ik ze in de bus: de verbluffende mailingen van Fattoria La Vialla in Toscane. Ooit werd ik er op gewezen door een zakenrelatie, en sinds mijn eerste verzoek om een catalogus van hun producten ontvang ik zeker vier keer per jaar een schitterend boekwerkje, in het Nederlands, met idyllische afbeeldingen, knusse verhalen en zelfs recepten van 'grootmoeder'.

Proefdoos
Maar nog nooit had ik wat besteld en dat terwijl de wijnen mij enorm intrigeerden. Gelukkig had een van mijn collega-Vrouwen in de Wijn diezelfde ervaring. Het besluit om samen een proefdoos te bestellen en die met een paar mensen te gaan proeven was vervolgens snel genomen.


La Vialla ligt in de Chiantistreek en is een familiebedrijf. Het is sinds 1978 in bezit van de familie Lo Franco; behalve diverse familieleden zijn er zo’n 140 medewerkers werkzaam in het bedrijf. Het landgoed omvat in totaal 1342 hectares. Er wordt volledig biodynamisch gewerkt. Naast wijngaarden zijn er olijfboomgaarden, graanvelden, moestuinen, weidegronden – voor de kudde Sardijnse schapen - en diverse landhuizen. De productie omvat niet alleen wijn, maar ook pasta, kaas, jam, brood, verse groenten en niet te vergeten olijfolie!

Die sfeer van familiebedrijf met een trouwe schare werknemers wordt in de communicatie-uitingen sterk naar voren gebracht. De catalogi, mailingen en receptenboekjes zijn allemaal ‘handgeschreven’, en zowel op de website als in de productcatalogi is altijd wel een anekdote of recept van een oude keukenhulp of gewaardeerde kokkin te lezen. De website zit vol filmpjes, sfeervolle foto’s en uitgebreide informatie.

Om onze nieuwsgierigheid naar al dat verantwoordde lekkers uit Toscane te bevredigen, stond er op een regenachtige maandagavond een fraaie doos vol wijn op ons te wachten. We proefden in het proeflokaal van Incontro, in Nijmegen en waren met zijn vijven. Geproefd werden 12 wijnen, variërend van mousserend tot stil en van droog tot zoet.

Zuivere wijnen
Als ik de wijnen in één woord zou willen samenvatten, kom ik op één woord: zuiverheid! We waren het er allemaal over eens, en het woord is die avond regelmatig gevallen. Van de mousserende wijnen tot de stille witte en van de stevige rode tot de Vin Santo: iedere wijn was even zuiver en fris van smaak.


Mijn favorieten
- Torbolino 2008: van sangiovese, chardonnay, sauvignon blanc en vermentino: mijn absolute favoriet, en intrigerend door de toevoeging van sangiovese (een rode druif). Zelfs een dag later was deze wijn nog zuiver en fris. Verder stevige zuren, vol, met een mooie bittertje aan het eind. Prijs € 5,30.

- Chianti Riserva 2006: 80% sangiovese, 10% cabernet sauvignon, 10% canaiolo. Viooltjes in de geur, prachtige kersenrode kleur; fris, sappig, vol en kruidig, zacht en in balans. Een elegante wijn met veel spanning. Prijs € 9,50.

- Vin Santo del Chianti 2005: malvasia en trebbiano, 16,5% alcohol. Ruikt heerlijk naar caramel en rozijnen, maar tevens fris. Die frisheid komt goed terug in de smaak, waar zoet en zuur prima in balans zijn. Dat ze deze Vin Santo voor € 6,85 kunnen verkopen, is een wondertje.

Dat wordt dus een stevige bestelling bij La Vialla. De producten worden namelijk rechtstreeks aan de klant geleverd, zonder tussenpersonen. Er is een depot in Nederland, van waaruit geleverd wordt, en je betaalt geen verzendkosten.

Tot slot nog een tip: Harold Hamersma beschrijft op zijn Foodtube op 3 februari de Spumante La Chiassaie 2008 van La Vialla. Wij proefden hem ook en vonden hem zeer apart. Harold noemt het ergens 'griesmeelpudding-aroma', wat ik zeer passend vind achteraf. Deze prettige mousserende wijn kost maar € 8,50, en is gemaakt van pinot noir, chardonnay en verdicchio.

donderdag 18 februari 2010

THE Zinfandel uit DE doos


Zomer 2007 kwam hij over uit Californië, onlangs ging hij open, als laatste uit DE doos: een fles 2005 Ridge Lytton Springs. En wat een wijn was dat! Nico heeft zijn geloof in Californische wijnen weer helemaal terug en ik weet weer waartoe Zinfandel in staat is. Iedereen die alleen de zoete fruitbommen met alcohol kent, moet deze maar eens proberen te vinden: Ridge Lytton Springs 2005, 77% Zinfandel, 17% Petite Sirah, 6% Carignan, van de wijngaarden in de Dry Creek Valley, Sonoma!

Ik had deze inleiding al geschreven, toen mijn proefdocent naar aanleiding van een andere wijn tegen me zei dat Zinfandel helemaal niet zo veel tannines heeft. Die opmerking kon ik niet rijmen met wat ik in bovenstaande wijn geproefd had. Daarom heb ik nog maar eens één en ander nagelezen over Zinfandel. En toen bleek onze fles niet zo maar een fles te zijn, maar gewoon DE fles. Er schijnt geen betere Zinfandel te zijn dan die van Ridge. Lytton Springs in de Dry Creek Valley is topterroir voor Zinfandel en Paul Draper, mede-eigenaar en wijnmaker van Ridge, geldt als de King of Zin. Oz Clarke raakt er in zijn Grapes and Wines niet over uitgepraat. Tot slot zijn er in de Dry Creek Valley nog een fors aantal zeer oude stokken, waarvan Ridge er diverse in bezit heeft.

Ik las ook dat Zinfandel inderdaad van zichzelf niet zoveel tannines heeft, maar dat Paul Draper bekend staat om zijn zogenaamde 'field blends' van zinfandel met petite sirah en carignan. De petite sirah is dan verantwoordelijk voor de tannines. (Een field blend lijkt op wat in Oostenrijk Gemischter Satz heet: de drie druiven staan op dezelfde akker, en worden gezamenlijk in de wijn verwerkt. Paul Draper's 'field blends' zijn echter wel zorgvuldig geregisseerde assemblages.)



In de zomer van 2007 was deze fles nét op de markt, na meer dan een jaar houtrijping. De ontvangst in het proeflokaal in Lytton Springs was niet heel gastvrij: eerder clean en uiterst zakelijk. Om te proeven moest eerst $ 5 per persoon betaald worden, en kinderen waren al helemaal niet welkom. Nu wilde zoonlief toch liever de nieuwste Harry Potter lezen in de schaduw van een eerbiedwaardige bush vine van 100 jaar oud....

We kochten maar twee flessen bij Ridge – de portemonnee was niet bodemloos. Nu heb ik daar spijt van! Bij een rollade van Veluws hert combineerde deze diepdonkerpaarse wijn namelijk geweldig. Smaak en geur werden gekenmerkt door veel zwart fruit, maar niet van dat jammige. Het was daarentegen zeer elegant fruit, met ongelooflijk stevige bitters in de afdronk.

Ik vertaal tot slot nog even het achteretiket van de fles, om zelf de informatie ook te bewaren. Dit keer was het geen 'goes well with pasta and fish' maar zeer degelijke informatie.

"Het groeiseizoen van 2005 was vertraagd door aanhoudende lenteregens en lage temperaturen. Dergelijke omstandigheden kunnen de bloei en vorming van het fruit hinderen, maar tot onze verrassing ontwikkelden de stokken een topoogst. Om verzekerd te zijn van intensiteit, snoeiden we de helft van de trossen van de jonge stokken. Toch waren de vergistingstanks al snel vol, vergelijkbaar met 1997. Koel weer vertraagde de start van de natuurlijke vergisting; als gevolg kregen de druiven een langere inweking, die voor een diepe kleur zorgde.
Alle 31 aparte percelen rondden een natuurlijke malolactische gisting af en werden overgestoken in vaten van aan de lucht gedroogd Amerikaans eik. Tijdens de assemblage werd een derde van de wijn achtergehouden; dit was deels van jonge stokken, deels van overrijpe druiven. Deze elegante, volle wijn, met zijn stevige tannines, en intens, complex fruit, is een van de beste van de recente oogsten. Om nu van te genieten, maar hij zal zich tevens in de komende tien jaar ontwikkelen."

dinsdag 16 februari 2010

Vouvray Revisited


Het is alweer een forse tijd geleden dat we er waren, maar voor de Loire blijven Nico en ik een zwak plekje hebben. Zowel het gebied, met zijn prachtige kastelen, golvende graanvelden en vele wijngaarden, als de heerlijke wijnen kunnen ons altijd weer bekoren. Helaas zijn onze ter plekke aangeschafte voorraden Vouvray, Bourgeuil, Saumur en Chinon al lang weer op, dus eigenlijk moeten we gewoon weer eens die kant op.

Tot die tijd kunnen we ons hopelijk redden met de wijnen die we hier in Nederland kunnen krijgen. Het zijn echter wel wijnen die regelmatig weer eens onder de aandacht gebracht moeten worden. Gelukkig doen de wijnboeren uit Vouvray bijvoorbeeld dat zeer regelmatig en waren ze ook weer aanwezig op Wine Professional. Daar heb ik opnieuw ervaren hoe geweldig de Chenin's uit Vouvray zijn. In Vouvray, dat pal aan de Loire ligt, vlak bij Tours, maken ze uitsluitend witte wijn van chenin blanc, in stijlen uiteenlopend van stil tot mousserend en van heel droog tot prachtig zoet.

Op Wine Professional leidde Thibault Poisson, exportmanager van Château Moncontour, me door hun assortiment, en ik was er danig van onder de indruk. Zowel de droge Moncontour Sec 2008 als de mousserende en de edelzoete Vouvray Moelleux waren verrukkelijk. De Moncontour Sec was des te opvallender, omdat de meest Vouvray off-dry is, net niet helemaal droog, met een tikje restzoet dus. Deze was werkelijk droog, en ook dan kan chenin uitstekende wijnen opleveren, zo bleek maar weer.

In de stand van de Vouvray-wijnboeren haalde ik ook een bijzonder proefsetje op, met daarin zes glazen buisjes Chenin Blanc van verschillende producenten. Aan de keukentafel hebben we de wijnen aandachtig doorgeproefd, met als resultaat de volgende notities. En nu maar weer eens een voorraadje Vouvray inslaan, is mijn voornemen... Dan nemen we wel de droge en de demi-sec varianten; naar ons idee leveren die toch de beste kwaliteit.

Moncontour Sec 2008
Zeer bleek van kleur; in de geur merkt je al dat dit een droge wijn is. Kruidige aroma's, met de geur van gemaaid gras. De zuren zijn stevig, de smaken gaan naar citrus en speciaal wat sinaasappel. Een heerlijk lange afdronk. Dit was de wijn waarvan Nico gelijk zei: 'Waarom zijn we Vouvray toch uit het zicht verloren?' Uitstekende partners voor oesters en schelpdieren.

La Javeline 2008, Alliance Loire

Bleek, met aroma's van bloemen en honing, maar ook wat sinaasappel. Ook in de smaak komt de sinaasappel terug. Is fors aan de zuren, lijkt vol maar valt dan in de afdronk iets weg.

Les Coudraies 2008 Demi Sec, Domaine d'Orfeuilles

Bleekgeel, aroma's van drop en laurier. Vol en mild in de mond, met een heel licht zoetje op de tong, en de indruk van rijpe sinaasappel. En echte topper, vooral op een mooi terras langs de Loire, in het zonnetje.

Brisebarre Demi Sec 2008
Bleekgeel, geuren van walnoten, net uit de schil. De walnoot komt ook in de smaak naar boven. Hoog in de zuren, met een grote charme. Mooie wijn!

Argilex, Sec Tendre 2003 van Benoît Gautier
Een oude bekende: we troffen Gautier al eerder op Wine Professional en spraken met hem in Vouvray zelf, in 2008.
In de geur boenwas en lijm, en iets mineraligs. Het zoet is mooi in balans met de zuur, maar Nico vond hem iets minder spannend dan de vorige wijnen. Hij is wel spannender dan de moelleux die hierna volgt.

Réserve Personelle, Moelleux 2008, Château Gaudrelle
Opnieuw de geuren van rijpe sinaasappel, aangevuld met honing. De afdronk valt iets tegen, we zijn van moelleux's iets meer gewend.

vrijdag 5 februari 2010

Grüner Veltliner en Riesling


Geen gastvrijer wereld dan de wijnwereld, denk ik wel eens. Door een kennis werd ik pas uitgenodigd mee te gaan naar een proeverij van louter Grüner Veltliners en Rieslings uit Oostenrijk. Goed voor mijn proefvaardigheden, die ik binnenkort weer zal moeten tonen....

Organisator was David van Evineage, die hiermee vooral zijn medestudenten van de Diploma Course bijeen wilde krijgen, om te netwerken, elkaar weer eens te spreken en gewoon te genieten van wijn. Maar anderen waren ook van harte welkom.
Dus wandelde ik afgelopen zondag door de beijsde straten van Buitenveldert, naar een proeverij bij The Art of Wines (wat overigens een werkelijk prachtige wijnwinkel is, waar ik erg van onder de indruk was).
Ik kende er alleen mijn kennis Anja. Maar wijn verbroedert gelukkig inderdaad, en voor ik het wist had ik al weer kennis gemaakt met diverse medeliefhebbers van wijn, ofwel bezig met de Diploma Course – een van de beste wijnopleidingen die beschikbaar zijn – ofwel met de vinologenopleiding.

David vroeg ons in een mailtje achteraf wat we de beste Grüner Veltliner en de beste Riesling vonden. Nou David, dat antwoord giet ik dan maar in een blogpost voor je. ;-)

Allereerst een algemene opmerking: wat was het ontzettend lastig om in de Grüner Veltliners bepaalde karakteristieken te ontdekken! We leren altijd dat GV gekenmerkt wordt door een wit pepertje in de smaak, maar die waren niet te ontdekken. Ik heb geloof ik één GV getroffen waar ik witte peper in herkende (Zeiseneck van Pfaffl). Verder zijn er wel altijd de hoge zuren en een bepaalde vettigheid in de wijn. Je proeft het op je tong, en het onderscheidt de GV duidelijk van de Riesling.

Dan de beste Grüner Veltliner:
- Grüner Veltliner Alte Reben 2006 van Bründlmayer, ingebracht door Vindict!, geïmporteerd door Imperial Wijnkoperij (ik zou bijna zeggen: uiteraard). Waarom dit de beste was? Vanwege zijn brede volheid, zijn duidelijke vettigheid, zijn lengte. Deze wijn heeft inderdaad iets weg van de Bourgognes waarmee GV in het verleden wel vergeleken is.

- Maar ook het vermelden waard: de heerlijk frisse GV Pfarrweingarten 2008 van Walter Buchegger, ingebracht door David en geïmporteerd door WMU. Daarnaast wil ik de wijnen van R&A Pfaffl nog wel eens proeven: zowel de Goldloch als de Zeiseneck bevielen me uitstekend, vooral door hun frisse sappigheid. Ingebracht door Ilexa, geïmporteerd door Poot Agenturen.

- Dan de beste Riesling. Lastig, want na 16 Grüner Veltliners was mijn aandacht er niet meer helemaal bij. Op basis van de uitroeptekens op mijn aantekenvel kies ik dan voor de Riesling Wachstum Bodenstein van Prager, ingebracht door David en opnieuw van Imperial (uiteraard ;-)) Een waarom staat er niet bij, dus dat moet ik helaas schuldig blijven.

David en vrienden, enorm bedankt voor de proeverij, en Anja, voor de uitnodiging. Ik was al een fan van Grüner Veltliner en Riesling, en dat is nu weer helemaal bevestigd!

zaterdag 30 januari 2010

Geproefd... Bordeaux, Schloss Proschwitz en Chatus


Regelmatig komen er proefflessen binnen hier thuis. Niet altijd heb ik gelegenheid iedere fles een eigen blogje te geven. Vanaf nu zal ik regelmatig korte notities publiceren over wijnen die me de afgelopen tijd zijn opgevallen of die we hebben geproefd, soms ook met een suggestie wat erbij te eten.

La Haut Grace Dieu, Saint Emillion Grand Cru 2007 - Wijnbeurs
Prettige romige Bordeaux, met in geur en smaak veel rood fruit. Rond en zacht, met milde tannines. Combineerde uitstekend bij runderrollade die stevig aan de nootmuskaat en peper bleek...

Traminer 2006, Schloss Proschwitz Spätlese Trocken
Vorige maand stond de Prins zur Lippe nog in de WineLife. Hij deed de afgelopen jaren het oude familie Weingut herleven, in voormalig Oost-Duitsland, en maakt er wijn. Wat een verrassing toen de schoonvader van een proefgroeplid tijdens een proefavond een fles van Schloss Proschwitz op tafel zette! Een wijn uit Sachsen, die hadden we nog niet gedronken.
Volle, rijpe geuren van ananas, gele appel, honing en boenwas kwamen uit het glas. De wijn had redelijk wat zuren en geen hout. Wel een wijn uit een warmer gebied, noteerde ik. Maar wat het was? Ik dacht eerst aan Riesling (nee, te lage zuren), toen aan Viognier (nee, niet filmend genoeg, te veel zuren), toen aan Torrontès of Gewurztraminer (nee, te weinig rozen en lychee in de geur). Traminer blijkt een net iets minder aromatisch familielid van Gewurztraminer te zijn. Zat ik er toch niet ver vanaf... Goed gekoeld was het een prettig glas wijn, zeker ook bij wat (roodschimmel)kaas.

Chatus 2006 en 2007 – Bob Assie Wijnimport
Na onze Chatusavonturen in 2008 en 2009 stond de importeur enige tijd geleden weer op de stoep, nu met wat andere jaargangen.

Samen met mijn proefgroepleden proefden we Chatus 2006 van de cave La Cevenole, Monnaie d'Or, en Chatus 2007, van de cave in Lablachère. En iedereen was zeer enthousiast over deze wijnen uit de Ardèche. Eerst al omdat niemand de druif ooit eerder was tegengekomen, maar zeker ook omdat de wijnen uitstekend te drinken waren. Minimaal vijf jaar wegleggen, zoals wel is gesuggereerd, blijkt toch niet echt nodig, maar karaferen is wel aan te bevelen, vanwege de stevige tannines.

De Monnaie d'Or 2006 bleek de mooiste wijn: veel rood fruit, goede zuren, stevige (soms wat plakkende) tannines. Wel een wijn die eten nodig heeft om tot zijn recht te komen; een lekker zwijnekoteletje misschien....Een dag later bleek de wijn eigenlijk nog mooier: aroma's van viooltjes kwamen me nu uit het glas tegemoet, en nog steeds veel fruit. De tannines waren iets milder geworden, en opvallend genoeg was ook de kleur van de wijn veranderd. Kort na opening was hij helderder en roder dan de 2007. Een dag later was de 2006 donkerder geworden, en in kleur niet meer van de 2007 te onderscheiden.

Die 2007 had een wat onprettige neus: zwavelig en stallig. Ook in de mond was hij minder prettig, soms zelfs leken er wat groene tannines door te schemeren in de smaak. Maar ondanks dat eveneens een prettig drinkbare wijn, waarin een proefgroepgenoot ook de geurvan amarenekersen wist te ontdekken. Een dag later was de geur nog niet verdwenen, en leek hij minder ontwikkeling te hebben ondergaan dan de 2006. Het bleef een drinkbare wijn, maar minder elegant dan de 2006; eigenlijk gewoon een wat boerse wijn!

woensdag 13 januari 2010

Geproefd: Les Perdreaux Roussanne 2006


Eén van de dingen die ik dankzij mijn privélessen proeven heb geleerd, is het feit dat het druivenras roussanne filmende wijnen oplevert. Wijnen dus die in de mond een 'vettige' indruk maken, in tegenstelling tot een strakke.

Toen we onlangs dan ook kedgeree aten, een rijstschotel met gerookte makreel, ei, wortel en Indiase kruiden, leek de fles Les Perdreaux 2006 van Domaine de Canteperdrix, Vin de Pays de Cassan, me een goede keuze. Makreel is ook wat vettig, redeneerde ik. Bovendien meende ik dat Roussanne voldoende zuren heeft om tegen een plakje ei op te kunnen.

Gelukkig kreeg ik in een aantal aspecten gelijk (dat is altijd maar weer afwachten natuurlijk ;-)). Het filmende karakter viel onmiddellijk op bij de eerste slok, en ook de zuren waren voldoende aanwezig.

De wijn was goudgeel in het glas. De geur was vol en boterig, met weinig primair fruit en lichte hints van gele appel. Na enige tijd in het glas begonnen ook wat oxidatieve tonen – denk aan sherry – op te vallen. In de mond viel de kruidigheid op, en na enige tijd de tannines op en het stevige bittertje, plus de verrassende zuren aan het eind.
Het resultaat combineerde redelijk met de kedgeree, al hadden we graag wat meer primair fruit gehad, om de wijn iets meer frisheid te geven. Het wat rokerige en kruidige gerecht had best fruitige tonen kunnen gebruiken in de wijn. Vooral de gerijpte, oxidatieve tonen van deze al wat oudere Roussanne maakten de combinatie net niet helemaal geschikt.

Op de website van Canteperdrix, opgericht door het Zwitserse echtpaar Wyss in het Franse département Herault, lees ik dat de wijn deels in barriques is opgevoed, deels op cuves van roestvrij staal. Daarmee zijn de tannines die ik proefde verklaard. Het stevige bitter klopt ook: de Roussanne mocht zes maanden rijpen op de lie (de droesem), wat zowel het boterige karakter als het bittertje aan het eind verklaard.
En nu maar hopen dat dit geen atypische Roussanne was. Gelukkig wordt de druif niet heel vaak als zelfstandige cépage gevinifieerd. Meestal komt hij voor in een blend met marsanne, of in de Châteauneuf du Pape. Ook met viognier wordt er wel geassembleerd, maar dan moet je vooral naar Australië of Californië, waar ondere andere Bonny Doon mooie dingen met deze druif doet.

Les Perdreaux, Roussanne 2006, van Domaine de Canteperdrix, is afkomstig van Henri Bloem en kost circa 8 euro.
Foto's: van website Domaine de Canteperdrix

zondag 10 januari 2010

Een magnum uit 1993

Een doodgewoon familiebedrijf in de appellation Saint Chinian, 30 km ten noorden van Béziers in het dorpje Le Priou: dat is Domaine des Pradels. Hoe tientallen magnums rode wijn van dit bedrijf bij een veilinghuis in Groningen uitkomen, is mij niet bekend. Maar Nico en ik zijn er dankbaar voor dat die flessen daar opdoken, evenals twee goede vrienden die bij ons kwamen eten.

Ik proefde de Château Quartironi de Sars La Cuvée de Campanil 2000 van dit bedrijf enige weken geleden tijdens de kijkdag bij het Venduhuis van het Noorden. Hester, de eigenaresse van het veilinghuis, maakte zowel een gewone fles van 0,75 cl als een magnum (1,5 liter) open. Toen al viel me het verschil tussen die flessen op: de wijn uit magnum was veel romiger en zachter dan de wijn uit de normale fles, terwijl ze beide heel kruidig en fruitig waren, met nog stevige tannines.
Ik kreeg twee magnums mee naar huis: één uit het jaar 2000 en één uit het jaar 1993. Van die laatste hadden we niet van die hoge verwachtingen. Op de website van het bedrijf geven de makers zelf aan dat hun Cuvée de Campanil acht tot tien jaar bewaard kan worden. Een 1993 begin 2010 drinken is dan toch zeker zo'n zes jaar te laat ...

Echter: in magnum hebben wijnen de mogelijkheid zich langzamer te ontwikkelen en dus langer houdbaar te zijn. En dat was met deze wijn gebeurd! Aangezien in de hals van een magnum net zo veel zuurstof zit als in de hals van een gewone fles, maar eronder twee keer zoveel wijn, werkt er relatief minder zuurstof op de wijn in. De wijn veroudert dus minder snel en ontwikkelt zich langzamer.

In ons glas troffen we zaterdagavond dan ook een absolute verrassing aan. Enorm fruitige aroma's kwamen ons tegemoet: veel rijp rood fruit, veel kruidigheid, mooie geïntegreerde tonen van hout. Nico rook ook viooltjes. In de mond was het een gerijpte, zachte romige wijn, met mooie afgeronde tannines en opnieuw veel kruidigheid en veel fruit. We waren er al helemaal op voorbereid geweest de 2000 ook te moeten openen, omdat deze 1993 wel eens 'om' zou kunnen zijn. Maar niets was minder waar. De 2000 is dicht gebleven, en we hebben met zijn viertjes genoten van deze prachtige wijn in magnum. We schonken hem overigens bij een stevig Zuid-Franse cassoulet, uitgezocht om te passen bij een krachtige Saint Chinian. En dat is meer dan goed gelukt!

Château Quartironi de Sars La Cuvée Campanil werd in 2003 gemaakt met 75% syrah, een beetje grenache en een klein beetje carignan. De wijn van tien jaar eerder zal waarschijnlijk een vergelijkbare samenstelling gehad hebben. De familie Quartironi rijpt deze wijn 10 tot 12 maanden op demi-muids, grote houten vaten van 500 à 600 liter. De wijngaarden liggen op 300 meter hoogte, en de bodem bestaat uit schist. Eiken, pijnbomen, kastanjes en de typische 'garrigue' begroeiing omringen de wijngaarden.

zaterdag 2 januari 2010

Drukte in een Amsterdamse wijnbar

Koud maar sfeervol, dat was het afgelopen woensdag op de Amsterdamse grachten. Sneeuw had de straten wit en de bruggen glad gemaakt, maar ondanks dat barstte de stad van de toeristen. Die toeristen wisten zelfs wijnbar Vyne te vinden, waar het rond 19.00 uur zo druk was dat twee man personeel plus iemand in de keuken eigenlijk niet genoeg was.
Zelf waren we al om 18.00 uur neergezegen op de barkrukken van de wijnbar, die dit jaar door Perswijn tot beste van Nederland werd uitgeroepen. Helemaal overtuigd van die uitverkiezing waren we niet gelijk. Kaart en bediening lieten wel even op zich wachten… Mensen die later binnenkwamen dan wij, zaten nog voor wij een kaart hadden al aan een glas wijn.
Daar komt nog bij, maar dat kan ik Vyne natuurlijk niet aanrekenen, dat ik altijd tamelijk nerveus word bij een zo grote keuze van iets. De wijnkaart was dik, de kasten langs de wand erg gevuld met allerlei lekkers. Mijn eerste keer in een hypermarché was precies zo: ik wilde in eerste instantie liefst zo snel mogelijk weer weg.

Na door het uitstekende glaasje Prosecco (Desiderio Jeio Valdobbiadene Brut), aangeboden vanwege de Perswijn-uitverkiezing, wat gekalmeerd te zijn, kwam de stemming er bij mij beter in. We kozen voor de Herfst Flight Rood: drie rode wijnen, waarvan je elk een half proefglaasje krijgt, plus een gedegen uitleg. Toen die wijnen eenmaal op tafel stonden, begonnen de kwaliteiten van Vyne tot me door te dringen. De uitleg was prima, de wijnen zeer de moeite waard.


De Herst Flight Rood bevatte een Crozes Hermitage La Matinière 2006 van Ferraton naast een Bobal Syrah 2007 van Fuenteseca en Le Cigare Volant 2003 van Bonny Doon. Allemaal syrah dus, met diverse twists. Heel goed om allemaal eens na elkaar te proeven en te vergelijken. Wat een schrik eigenlijk toen ik de Cigare Volant van Randall Grahm het lekkerste vond. Begin ik echt te vallen voor die fruitige Californische alcoholbommetjes? Ook de Bobal Syrah uit Utiel-Requena (buurt van Valencia) was zeer de moeite waard. Vooral de kruidige neus met de geur van rozijntjes viel op. Bovendien deed deze wijn het heel goed bij de diverse worstsoorten, de prosciutto en de tomatentapenade.

Inmiddels hadden gezellige dames uit Florida, Ohio en nog diverse States naast ons plaatsgenomen. De zaak begon tamelijk vol te raken, waardoor de laatste hapjes wat op zich lieten wachten. Maar gelukkig was het stukje Zeeuwse Zilte het wachten waard en was de garnalenkroket van dochterlief heerlijk vers en smakelijk.
We rekenden uiteindelijk af met een goed gevoel, en met de verzekering dat we zeker nog eens terug komen. Zonder puber aan de limonade (hoewel ze de Prosecco ook wel lekker vond), zonder balletvoorstelling die op ons wachtte in het Muziektheater en met meer oog voor de schitterende wijnkaart met al die speciale flessen. Aan een Petrus van 1595 euro zullen we ons dan ook niet wagen, maar gelukkig staat er nog veel meer boeiends op de lijst. Vyne, we’ll be back!

woensdag 30 december 2009

Genoten met Kerst?


Genoten met Kerst? vroeg @HenriBloem mij op Twitter. Ja, zeker, genoten. Maar ook diep teleurgesteld. Open je eindelijk vol verwachting een halfje Sauternes 2001, gemaakt door Raymond Lafon, keldermeester van het beroemde Château d’Yquem. Die heb je als aandenken meegebracht van La Winery in Bordeaux, toen je daar was met de wijnreis van de vinologenopleiding in 2007. Blijkt dat stomme flesje gekurkt! Grrrrrrrrr. Hoopvol lieten we het flesje nog een dag, twee dagen staan, maar op maandag was de vieze kartonlucht nog altijd niet verdwenen. Het was echt een gekurkte Sauternes!

Gelukkig was er ook veel heerlijks deze Kerst, om te compenseren voor de teleurstelling. Onze gerijpte Bordeaux deden het als altijd weer goed. Dit keer waren een Amiral de Beychevelle 2001 (tweede wijn van Château Beychevelle, Saint Julien), bij hertenbiefstukjes, en een Château Pavillon Bel Air 2005 (Lalande de Pomerol), bij de varkensrollade, aan de beurt. Geweldig toch, om uit eigen voorraad telkens weer iets moois te kunnen pakken? Lang leve ons wijnabonnement bij Van Wageningen en de Lange. We leggen jaarlijks voor een vast bedrag aan euro’s wijn weg, en kunnen daar dan jaren later, als de wijn op dronk is, naar eigen inzicht over beschikken. Het systeem berust op een geweldige ingeving van de naamgever van de firma, de heer Van Driel van Wageningen, die het kort na de oorlog invoerde, voor al die mensen die geen kelders meer hadden om goede wijn zelf te bewaren!

Meer drinkplezier was er ook van een oudere Pouilly Fumé uit 2004, meegebracht door een gewaardeerde gast. Het was spannend omdat we niet wisten of de wijn nog goed zou zijn, maar gelukkig, hij bleek nog heerlijk mild en bloemig, met voldoende frisse zuren om tegen een plakje zalmcarpaccio op te kunnen. Diezelfde gast nam ook een flesje Tokaji Aszu van Degenfeld mee, 5 puttonyos, voor bij de Christmas pudding. Dat was misschien wel de beste combinatie van allemaal. Wat jammer toch, dat we zo weinig Tokaji Aszu drinken!

Tot slot moet ik nog de Late Harvest Brisa di Otoño 2007 van Trivento noemen. Deze zoete dessertwijn was een totale verrassing voor ons! We dronken hem bij de schoonfamilie, die hem gewoon bij de C1000 uit het schap plukte.
Trivento is een Argentijns bedrijf, opgericht door het Chileense Concha y Toro op een van de top-wijnlocaties in Argentinië, de Uco Valley. Net als veel andere investeerders ziet Concha y Toro het potentieel van deze vallei aan de Argentijnse kant van de Andes en is er eind jaren negentig begonnen met een uiterst modern bedrijf. Wijngaarden werden op diverse plaatsen aangekocht of aangeplant, onder andere in Tupungato, op een hoogte van 1300 meter. De koelte van de streek zorgt voor goed rijpende witte druiven als sauvignon blanc en viognier, waarvan de Brisa di Otoño gemaakt is.

Zowel Nico als ik meenden eerst de kenmerkende geur van botrytis in de wijn te ontdekken. Bij nader onderzoek bleek dat echter waarschijnlijk de geur van houten vaten te zijn: zowel de vergisting als de rijping van deze wijn van laat-geoogste druiven vond plaats op houten vaten van Frans eiken. Botrytis is verder zo goed als onmogelijk in de omstandigheden waar deze druiven groeien: naast de hoogte en de koelte spelen ook de drie winden (tri vento) die in het gebied heersen een belangrijke rol voor de aanplant in de wijngaarden. Een schimmel als botrytis cinerea heeft in die omstandigheden geen kansen zich te ontwikkelen. Ik ga straks nog even snel naar de C1000, kijken of er al wat flesjes in de uitverkoop gaan….

dinsdag 22 december 2009

Cava bij de oliebollen?


De feestdagen naderen en de boodschappenlijstjes vullen zich met uitheemse ingrediënten en wijnen die de meeste mensen de rest van het jaar niet kopen. Eén zo’n wijn is champagne, door een groot deel van Nederland alleen gedronken in de nacht van 31 december op 1 januari. De Nederlandse wijnhandelaren moeten het wat hun omzet champagne betreft vooral van december hebben. Toch zullen er ook mensen zijn die een ‘alternatief’ voor champagne gaan zoeken, voornamelijk vanwege de prijs. Goede champagne is duur, en allerlei televisieprogramma’s, kranten, wijnschrijvers en websites publiceren lijstjes met ‘alternatieven’ voor deze drank.

Eigenlijk is dat natuurlijk grote onzin. Champagne kan niet vergeleken worden met Prosecco, cava, Sekt, blanquette de limoux of wat dan ook. De enige overeenkomst tussen deze wijnen is dat ze bubbels hebben. Verder zijn er meer verschillen dan overeenkomsten! Een groot verschil is bijvoorbeeld het druivenras waarvan de diverse mousserende wijnen gemaakt zijn. Voor champagne zijn dat chardonnay en/of pinot noir en/of pinot meunier, voor traditionele cava parellada, xarel.lo en macabeo. Voor Sekt wordt gewerkt met onder andere riesling en pinot blanc. Voor Prosecco is bovendien niet alleen het druivenras verschillend, ook de bereidingsmethode is anders: echte Prosecco wordt gemaakt van het druivenras prosecco, en ondergaat een ander vinificatieproces dan champagne. Bij champagne ontstaan de bubbels in de fles, bij Prosecco in een tank. De smaak van al deze verschillende mousserende wijnen is dan ook erg verschillend.

Nou wil het toeval dat Oudejaarsavond precies een van die gelegenheden is dat je wél een alternatieve mousserende wijn kunt kiezen om het feestelijk te maken. Champagne smaakt namelijk helemaal niet bij oliebollen! Dan kun je dus net zo goed iets goedkopers nemen. Maar zelfs die goedkopere bubbels smaken niet echt heel lekker bij de oliebollen. Misschien dat een wat zoetere cava (semi-seco) of een Prosecco nog de beste combinatie zou zijn.

Wij eten die oliebollen thuis alleen bij de koffie of de thee, en om 0.00 uur komen de vishapjes op tafel. (Welke vis, dat wordt nog lastig dit jaar. Paling en zalm staan allebei op de zwarte lijst….)
Bij vishapjes kun je champagne drinken, maar gelukkig smaken andere wijnen ook goed; het hoeft niet eens mousserende wijn te zijn. Een goede keus zou bijvoorbeeld zijn de Yate Cava Brut. Het is precies het soort cava dat ik lekker vind: fris, tikje citrus in de smaak en geur, mousse die niet al te fijn is maar ook niet te grof, met een authentieke uitstraling. Wat ik daarmee bedoel? Daarmee bedoel ik een cava zoals ze ze in Catalonië ook zelf graag drinken. Niet heel erg verfijnd, wel fris, beetje boers. Zo’n cava die heerlijk past bij tapas en allerhande andere hapjes, en je mond telkens weer schoon maakt voor een volgend gerechtje. Met een fles van deze cava erbij kun je rustig vlees, vis en kaas afwisselen: meestal combineert het allemaal prima. (En misschien lukt een hapje oliebol ook nog wel. Yate Cava Brut is verkrijgbaar bij de Wijnbeurs, prijs € 9,45 bij afname van 12 flessen.

TIP: op zoek naar lekkere recepten met cava? CasaCava publiceerde op haar blog onder andere een heerlijk toetje en diverse andere lekkernijen waarin cava verwerkt wordt. Een aanrader.

vrijdag 18 december 2009

Geproefd: Montebello Negro Amaro 2008

Ik kan het eigenlijk niet vaak genoeg schrijven: wijn blijft je verbazen. Op een vrijdagavond maakten wij een fles Montebello Negro Amaro 2008 open. We vonden er niet veel aan, weinig interessant. We sloten de fles af en zetten hem weg, om er pas zondag weer naar om te kijken. Tsjonge, wat we toen in ons glas troffen, was wel even wat anders. Na 48 uur openstaan had deze wijn karakter gekregen! Deze donkere, bijna ondoorzichtige wijn uit het uiterste zuiden van Italië rook naar rijpe maar toch frisse pruimen. Hij had veel pit, zelfs wat pepperigs en kruidigs in de mond, met stevige afgeronde tannines, frisse stevige zuren en veel sappig rood fruit, waaronder opnieuw pruimen. Genietend heb ik de rest van de fles samen met Nico opgedronken. Hij combineerde bovendien prima bij de stoofschotel met pompoen en rundvlees van Jamie Oliver (Juul’s favoriete stoofschotel, voor de kenners van Jamie).
De les die we geleerd hebben: niet te snel oordelen, altijd even kijken of de wijn misschien baat kan hebben bij wat zuurstof!

De Montebello Negro Amaro is verkrijgbaar bij de Wijnbeurs, voor € 8,49 per fles als je geen lid bent. Je moet er dan wel 12 tegelijk bestellen.

woensdag 9 december 2009

Maakwijnen en terroirwijnen


Nog niet zo lang geleden woonde ik kort achter elkaar twee heel verschillende proeverijen bij: een masterclass Languedoc en een kennismakingsproeverij bij de Wijnbeurs. In de masterclass stonden terroirwijnen centraal. Over het algemeen wordt daar heel serieus over gedaan. Dit is het echte werk, volgens veel wijnliefhebbers. Bij de Wijnbeurs maakte ik kennis met een heel ander type wijn, wat ik voor het gemak maar maakwijnen heb genoemd. Daarmee bedoel ik: wijnen speciaal afgestemd op de smaak van het publiek, gemaakt om te plezieren. Over het algemeen wordt hier meer op neergekeken. Door die twee proeverijen kort achter elkaar heb ik daar echter wel een andere kijk op gekeken.

Tijdens de masterclass Languedoc, geleid door Ron Andes, werden prachtige wijnen uit Frankrijk's grootste wijngebied gepresenteerd. We proefden die wijnen om hun terroirexpressie, om kennis te maken met de zeer verschillende bodems en het effect daarvan op de wijn. In negen sessies werden telkens drie wijnen aangeboden, vergezeld van een gerecht, klaargemaakt door chefkok Harry Visbeen.
De kwaliteit van de wijnen uit de Languedoc was uitstekend. We dronken wijnen uit Pic Saint Loup, Cabardès, Saint-Chinian, La Clape, Corbières-Boutenac en nog diverse andere. Maar er was eigenlijk geen wijn bij waarvan ik het idee had dat ik die regelmatig zou willen drinken. Er ontbrak gewoon drinkplezier. Veel wijnen waren streng, tannineus of hadden een gerechtje nodig om echt tot hun recht te komen.

Bij de Wijnbeurs proefde ik samen met directeur Franz Lampe, in de lichte en ruime proefkamer, 17 wijnen uit het assortiment. En daar zat heel wat lekkers tussen. Vooral de huiswijnen van de Wijnbeurs, uit de serie La Pauline, bleek ik zeer hoog gewaardeerd te hebben.
Franz vertelde me na het proeven dat een aantal van de wijnen die ik had geproefd, speciaal zijn afgestemd en ontwikkeld op de smaak van de Nederlandse consument. Vindt de klant een boterige, volle en sappige Chardonnay lekker, maar wil hij niet betalen voor zo’n dure witte Bourgogne? Dan kan de klant zo’n wijn krijgen, de Wijnbeurs gaat ernaar op zoek of laat hem samenstellen. Ook voor de rode Bordeaux-liefhebber zijn goedkopere alternatieven beschikbaar. Speciaal voor de Wijnbeurs wordt regelmatig gezocht naar wijnen die de smaak en beleving van bekende wijnen benaderen, maar gekocht kunnen worden tegen een prijs die de gemiddelde Nederlander nou eenmaal voor wijn wil betalen. Toevallig komen veel van deze look-a-likes ook uit de Languedoc, net als de hierboven genoemde ‘terroirwijnen’.

Bij zo’n ‘maakwijn’ is dus geen sprake van terroirexpressie, maar alleen van drinkplezier! En ik ging na de proeverij bij de Wijnbeurs naar huis met het idee dat het helemaal niet vervelend zou zijn om alleen nog maar wijnen van de Wijnbeurs te mogen drinken. (Naast deze ‘maakwijnen’ heeft de Wijnbeurs ook ‘terroirwijnen’ in het assortiment, trouwens.)

Wat ik hiermee wil zeggen: ‘maakwijnen’ hoeven niet slechter te zijn dan ‘terroirwijnen’, en ‘terroirwijnen’ zijn niet in noodzakelijkerwijs beter dan wijnen die speciaal samengesteld zijn naar de smaak en de voorkeuren van de consument. Beide hebben een plaats in de oneindige wijnwereld, voor beide is een markt. Het is goed daar af en toe weer op gewezen te worden.