vrijdag 25 april 2008

Lintje voor Hubrecht Duijker

In mijn mailbox vandaag:

Hubrecht Duiker is vandaag in zijn woonplaats Abcoude benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij kreeg deze onderscheiding uit handen van de burgemeester Jan Streng. Hubrecht Duijker geeft aan dit totaal niet verwacht te hebben. Wel is hij enorm trots op de waardering voor zijn werk. Overigens ziet Duijker deze benoeming ook als compliment voor alle wijnen die hij tot nu toe heeft beschreven.

Sinds 1974 is Hubrecht Duijker full-time wijnschrijver. Naast talloze artikelen over wijn heeft Hubrecht een groot scala aan boeken geschreven. Zo verschijnt in samenwerking met Harold Hamersma al jaren de Wijnalmanak. Andere bekende werken die van zijn hand verschenen zijn Wijngids voor beginners en Hubrecht Duijker over wijn.

Veel van zijn boeken zijn in andere talen uitgebracht, zelfs in het Frans. Hij werd benoemd tot ereburger van Margaux, en in 1999 riep een internationale jury hem uit tot beste wijnpublicist ter wereld.


Hubrecht, gefeliciteerd! Het is meer dan verdiend én gegund!

Bordeaux 2007 - rood

'Hoe was de Bordeaux 2007'?, vroeg een wijnhandelaar me deze week. De wijnwereld leeft in spanning, en vooral de betere producenten in Bordeaux. Wat zal Robert Parker te melden hebben? 'Komt mijn wijn er goed of slecht vanaf'?, piekert menig producent. Verwacht wordt dat de Amerikaanse wijncriticus op 30 april zijn oordeel over de oogst van 2007 bekend zal maken. Eerder liet hij al los dat hij het jaar 2007 'overall' teleurstellend vindt, maar dat er wel châteaux zijn die goed hebben gepresteerd.
Vooral de huizen die hebben kunnen wachten met oogsten tot in september en geprofiteerd hebben van de weersverbetering toen, zullen er naar verwachting beter uitspringen dan diegenen die vroeger geoogst hebben. Verwacht wordt dat de cabernet sauvignon-wijnen het beter zullen doen dan de merlot, aangezien cabernet sauvignon later rijpt. De cabernet sauvignon heeft daarmee kunnen profiteren van het goede weer in september.
Verder hebben de Britse critici, bijvoorbeeld Steven Spurrier, al gezegd dat 2007 waarschijnlijk een jaar zal worden voor witte wijnen en minder voor rode.

Over de witte later meer, vandaag de rode. Want wat hebben wij vorige week nu van die rode 2007 geproefd? Zou ik er een oordeel over durven geven? Ik realiseerde me vorige week al dat wij als Wijnacademiecursisten dit jaar enorm geluk hadden: midden in de primeurtijd Bordeaux bezoeken en dan de wijnen mogen proeven van een fors aantal goede huizen is niet voor iedereen weggelegd. Wij hebben waarschijnlijk eerder dan menig Nederlandse handelaar de oogst van 2007 geproefd.

Een opsomming van de 2007s die we proefden:

Petit Cheval, tweede wijn van Château Cheval Blanc: Grand Cru Saint-Emilion
Dominant cabernet franc; nu al hele prettige frisse wijn, in de neus wat kruiden en drop.

Cheval Blanc: 1e Grand Cru Classé Saint-Emilion
45% merlot, 55% cabernet franc; prachtige wijn, helemaal mijn wijn! Vergeten notities te maken, alleen genoten, niet gespuugd. Fris rood fruit en enige kruidigheid, precies zoals je van een Cabernet Franc verwacht.

Château Brown: Pessac-Leognan
Soepele, prettige jonge wijn. Alle petit verdot gaat dit jaar in de blend (5%). Daarnaast 55% cabernet sauvignon en 40% merlot. Heel fruitig, tanninestructuur mooi, goed verwerkt.

Château Du Tertre: 4e Grand Cru Classé, Margaux
23% merlot, 18% cabernet franc, 59% cabernet sauvignon. Wat stoffig in de neus, iets groene tonen, fris, sterk drogende tannines. Moeilijk jaar voor Du Tertre, aldus general manager Alexander van Beek.

Château Giscours: 3e Grand Cru Classe, Margaux
65% cabernet, 35% merlot; nog gesloten, maar mooie balans, veel tannines, mooie zuren; in de blend veel cabernet, aangezien Giscours heeft kunnen wachten met oogsten. De cabernet moet deze wijn dragen.

Château Phélan-Ségur: Cru Bourgeois Exceptionnel, St. Estephe
60% cabernet sauvignon, 40% merlot. Zwoele wijn, stevige tannines, mooie zuren. Ook hier is gelukkig gewacht met plukken.

Mijn algemene indruk: de wijnen met een hoog percentage cabernet sauvignon zullen het waarschijnlijk beter doen dan die met een dominant percentage merlot. De wijnen zijn nu al toegankelijk en erg drinkbaar en moeten waarschijnlijk gewoon jong gedronken worden.

Maar mijn toppers zijn de eerste en tweede wijn van Cheval Blanc. Ook voor cabernet franc was het een heel goed jaar, aldus Kees van Leeuwen. Bij de oogst waren de druiven zeer evenwichtig rijp en gezond.
Aan verdere uitspraken waag ik me niet. De 2007s zullen voor mij echter altijd een speciaal plekje houden, zeker die van de huizen die ik vorige week proefde. Ooit wil ik een Cheval Blanc of een Petit Cheval 2007 te pakken krijgen!

donderdag 24 april 2008

Vatmonsters

In april een wijngebied bezoeken betekent bijna automatisch dat er grote kans is jonge wijnen te proeven. Sommige van die jonge wijnen waren speciaal voor de gelegenheid voor ons in flessen gegoten: dat was het geval bij Pétrus, waar we een 2006 proefden die verder nog niet gebotteld was, en bij Cheval Blanc, waar we van twee 'échantillons' 2007 mochten genieten.
Bij Château La Couronne in Montagne Saint-Emilion proefden we bovendien échte vatmonsters! Eigenaar Thomas Thiou tapte met een slangetje rechtstreeks uit het vat de glazen vol. We mochten proeven wat twee verschillende vaten, van twee verschillende kuiperijen, voor effect hebben op één en dezelfde wijn (2006). Beide wijnen van dezelfde samenstelling (hoofdzakelijk merlot), lagen 15 maanden op het nieuwe hout, hadden hun tweede gisting op dat vat doorgemaakt en waren nooit overgestoken. Pas na de tweede gisting was de minimale dosis sulfiet toegevoegd om de wijn te stabiliseren.

Een producent gebruikt meestal vaten van verschillende tonnellerie's. Dit gebeurt onder andere om niet van één leverancier afhankelijk te zijn en ook om te kunnen variëren met smaak en aroma's bij de assemblage. De wijn uit het eerste vat beviel mij het beste: klassieker, verfijnder, maar ook iets minder expressief. De wijn uit het tweede vat was ronder, vetter, met meer uitgesproken aroma's. Dit tweede vat had een stevigere toasting gehad: was langer gebrand, waardoor de geroosterde lucht en het vanille van het eikenhout sterker naar boven komen.

En wat gebeurde er met de restjes vatmonster in onze glazen? Tot onze stomme verbazing konden we de glazen legen in een gietertje. Kees van Leeuwen kwam langs en goot de verzamelde wijn vervolgens terug in het betreffende vat. De zuurgraad van de jonge wijn is namelijk zo hoog dat menselijke bacteriën geen effect op het resultaat zullen hebben, zo werd ons verzekerd. Toch stonden we wel even te kijken......

Foto's: Thomas Thiou tapt de wijn uit en Kees van Leeuwen haalt de restjes weer op.

woensdag 23 april 2008

Merlot in Frankrijk


Op Foodlog plaatste Dick dit weekend een raadseltje. Uiteindelijk bleken het de blaadjes van de merlotdruif te zijn. Die Nederlandse merlot was al tamelijk ver: zoals hierboven zag de merlot er vorige week woensdag op Château La Couronne in Montagne Saint-Emilion uit.
En hieronder de broertjes en zusjes, die van een zeer fraai uitzicht genieten!

dinsdag 22 april 2008

Een reis(je) naar de wijn

Een wijnstudiereis naar Bordeaux is hard werken! Iedereen aan wie je dit vertelt, lacht je onmiddellijk uit, maar het vijftigtal mensen waar ik dit eerste verslag voor schrijf, zullen het beamen. Iedere dag vroeg op, haastig ontbijten en om 8.00 uur de bus in. Iedere dag laat weer in het hotel, met afgepeigerde voeten. Iedere dag eend bij de lunch of het diner. Iedere dag tientallen wijnen proeven, uitspugen en beoordelen. Een gekurkte fles Yquem 1999. Harry Jekkers in de bus. Paëlla. Echt, je wordt er heel, heel moe van ;-)
De komende tijd zal de wijnreis die 48 cursisten van de Wijnacademie samen met hun drie begeleiders en één chauffeur van 13 tot en met 18 april naar de Loire en Bordeaux maakten, regelmatig op Wijnkronieken terugkomen. Om te beginnen een korte schets van de reis.

De reis begon op zondagavond in Vouvray, aan de Loire, waar veertien chenin-producenten ons zeer hartelijk ontvingen in de tufstenen grotten. Vooral het dinerbuffet in de cave van Bourillon Dorléans zal ons bijblijven. De volgende dag maakten we kennis met het Domaine Charles Joquet in Sazilly, bij Chinon, waar Francois-Xavier Barc en niet te vergeten Kevin ons uitleg gaven over de wijngaarden en ons, in de frisse buitenlucht, diverse cabernet francs van 2006 lieten proeven. Buiten werd met een mobiele installatie de Moelleux 2007 gebotteld.
Vervolgens ging de reis naar Saint Hilaire Saint Florent, bij Saumur, waar Michel ons bij Langlois-Chateau inwijdde in de fijne kneepjes van het maken van mousserende wijnen. Geluncht werd er in de bus, onderweg naar Bordeaux, met stokbroodjes en een mooie witte Saumur van oude stokken, van Langlois-Chateau. De laadruimte was inmiddels gevuld met 50 flessen Crémant de Loire.

's Avonds in Bordeaux stonden de wijnen van Laurent de Bosredon, uit de Bergerac, op tafel. In het verleden startte de Bordeauxreis van de Wijnacademie in de Bergerac, maar vanwege de lange reistijden was dit jaar voor de Loire gekozen (een gouden greep!). Om ons toch met zijn fraaie wijnen kennis te laten maken, was de heer De Bosredon naar Bordeaux gekomen. De wijnen werden geschonken bij een diner in de beroemde bistro Le Sommelier. Het voorgerecht bestond uit eend....

De dinsdag stond in het teken van de Rechteroever. In het Maison du Vin van Saint-Emilion onderwees prof.dr. Kees van Leeuwen ons over de bodem van het gebied. Ter illustratie liet hij ons wijnen van de diverse terroirs van Saint-Emilion proeven. Daarna werden wij ontvangen bij Château La Couronne, in Montagne, waar Thomas Thiou sinds 1994 mooie klassieke rode wijnen maakt van hoofdzakelijk merlot. Het weer was inmiddels prachtig geworden. Bij de lunch: eend..... De dag werd echter nog mooier, want 's middags stonden bezoeken aan Pétrus en Cheval Blanc op het programma. En we mochten nog proeven ook! Voor iedereen vormden deze twee bezoeken waarschijnlijk de hoogtepunten van de week.

Woensdag begon met een zeer leerzame rondleiding door Tonnelerie Demptos. De fototoestellen klikten, vele filmpjes zijn gemaakt en het toasten van de vaten is minimaal 48 keer vastgelegd. Ik realiseerde me hoe weinig dit beroep sinds de middeleeuwen veranderd is; een Utrechtse kuiper uit de 15e eeuw zal misschien opgekeken hebben van het lawaai en de vele machines, maar in de basis gebeurt het belangrijkste werk nog altijd met de hand, precies zoals eeuwen geleden.
De lunch werd gebruikt in een prachtig gerestaureerd bijgebouw van de middeleeuwse abdij van Sauve-Majeure. Een achttal producenten was naar het Maison de Vins van Entre-Deux-Mers gekomen om ons kennis te laten maken met hun wijnen. En we waren aangenaam verrast (niet alleen door het Engels van die ene knappe wijnmaker......).
Na een half uurtje in de bus bereikten we vervolgens de buren van Château Yquem, Château Rieussec, eigendom van de Rothschilds van Lafite. De rondleiding door de jonge vrouwelijke wijnmaakster bracht ons in de cuverie en de vatenkelder, waarna uiteraard een Sauternes (2004) geproefd werd.
Het laatste 'kasteel' van de dag was Château Brown, in de appellation Pessac-Leognan. Eigenaren zijn deels Nederlands (Dirkzwager) en deels Frans (familie Mau). Uniek was de proeverij van de diverse wijnen vóór assemblage: onder andere de cabernet sauvignon 2007, de merlot 2007 en de petit verdot 2007. Uiteraard mochten we daarna ook met de uiteindelijke blend kennismaken.
In Restaurant Chiopot, net buiten Bordeaux aan de rivier, wachtte ons nog een diner met de wijnen van Château Preuillac. Hoofdgerecht: .... eend..... Met een fles Yquem 1999 heeft onze tafel de avond waardig afgesloten. Een andere tafel was helaas minder gelukkig: de derde en laatste fles Yquem 1999 uit de voorraad van het restaurant had kurk!

Eén gebied hadden we nu nog niet bezocht: de donderdag stond uiteraard in het teken van de Linkeroever, en speciaal de Haute Medoc. We bezochten de Château's Giscours en Du Tertre in de appellation Margaux en werden er ontvangen door general manager Alexander van Beek.
De lunch vond plaats op Château Phélan-Ségur, een cru bourgeois in de noordelijkste gemeenteappellation van de Medoc, St. Estephe. De rit over de D2, langs alle bekende huizen, was uiteraard een belevenis. Bovendien werd in de bus onze kennis van het gebied alvast getest, als voorbereiding op het finale 'examen' tijdens de lunch. Bij de lunch - verrassing: eend - werden uiteraard wijnen van Phélan-Ségur geschonken, met als topper een 1989 bij het kaasplateau. Tijdens de test die we vervolgens allen moesten afleggen, bleek hoe goed we deze reis hadden opgelet. Bijna iedereen wist namelijk exact welk merk schoenen Kees van Leeuwen op dinsdag had gedragen......

Ons laatste bezoek van de reis betrof een hypermoderne wijnwinkel langs de D1, net buiten Castelnau-de-Medoc. Een Cheval Blanc kon ik er niet kopen, maar gelukkig lag er voldoende ander fraais. Over La Winery en het voor Franse begrippen unieke concept zal ik apart nog berichten.
En zoals veel van dit soort verslagen in reisdagboeken eindigen: moe maar zéér voldaan keerden wij op vrijdagavond in Nederland terug. Wijnstokken, proefglazen, cuves, vaten, nog meer vaten, bottelinstallaties, kelders, flessen, kurken, oesters, bodega's, eend, chauffeur Derk, reisleiders Ellen, Frank en Robert, de hartelijke ontvangsten: het heeft allemaal bijgedragen aan een geweldige reis, die ons begrip van de streek, maar ook het wijnmaken in het bijzonder enorm heeft verdiept. Er daar ging het uiteindelijk om.

Foto's: Ontvangstruimte bij Château Pétrus en vatenkelder van Château Rieussec.

zondag 20 april 2008

Bordeauxreis april 2008

Reisgenoten, een verslag van onze geweldige reis naar Bordeaux volgt snel! Voor de enkeling die geen foto's heeft gemaakt: ik heb een selectie van mijn foto's online staan. Voor diegenen die wel foto's maakten: de vele wijnstokken, flessen en chateau's heb ik maar weggelaten. Die hebben jullie zelf wel.

Iedereen is van harte uitgenodigd eigen foto's op de fotopagina te plaatsen. Mail me even (zie onder mijn naam rechtsbovenaan deze pagina) en ik stuur je het e-mailadres en het wachtwoord waarmee je kunt inloggen bij Picasa.

Op de foto: uitzicht vanaf Cheval Blanc richting L'Évangile en Pétrus, 15 april 2008.

zaterdag 12 april 2008

Gesurfd: Romeinse (wijn)recepten van Apicius

Om wijn van donker blank te maken

Neem meel van tuinbonen of drie eiwitten en doe ze in de fles en schud langdurig: de volgende dag zal de wijn blank zijn. De as van witte druivenranken heeft hetzelfde effect.


Kijk, die oude Romeinen wisten het al: met behulp van eiwitten kun je allerhande stoffen in wijn binden en laten neerslaan. Eiwitten worden nog altijd gebruikt om wijn te klaren!

Bereiding van een verbazingwekkende kruidenwijn

Doe 5 kilo honing in een bronzen ketel, waar je tevoren ruim 1 liter wijn in hebt gedaan, om zo de wijn met de honing in te koken. Als het, op een zacht vuurtje van droog hout warm geworden, en met een garde al roerend aan de kook geraakt, tenslotte begint te bruisen, voorkom je dat het overkookt door er wijn bij te gieten, afgezien daarvan zakt het ook terug als je het van het vuur haalt. Eenmaal afgekoeld, zet je het opnieuw op het vuur. Dat herhaal je een tweede en derde keer en tenslotte schuim je het de volgende dag af. Dan 120 gram gemalen peper, 10 gram mastiek, 4,5 gram nardusblad en evenveel saffraan, 5 geroosterde dadelpitten met de dadels in wijn geweekt, nadat je er eerst wijn van de vereiste kwaliteit bij hebt gedaan om een glad mengsel te verkrijgen. Als je dit allemaal klaar hebt, doe je er 10 liter van een zachte wijn bij. Filter het door houtskool.


Bovenstaande 'recepten' komen uit het kookboek van Apicius (42 v.C - 37 n.C), een steenrijke Romein die geldt als de grondlegger van de gastronomie. Hij zou zijn hele vermogen hebben besteed aan eten en drinken én het vastleggen ervan. Zijn naam leeft voort in enkele gerechten en hij geldt als de uitvinder van de ‘foie gras’ bijvoorbeeld. Tot op de dag van vandaag siert zijn naam de gevels van tientallen restaurants.

Sinds kort kunnen we op op internet, in het Nederlands, alles over Apicius lezen: Janiek Kistemaker studeerde Klassieke Talen aan de UvA en maakte een eigen Nederlandse vertaling van De Re Coquinaria, die zij integraal op haar website Apiciana plaatste. Voor alle liefhebbers van de Romeinse én de historische keuken!

maandag 7 april 2008

Naar aanleiding van les 13

Om heel eerlijk te zijn: ik heb er moeite mee. Moeite om de les Portugal, les 13 van de opleiding tot vinoloog van de Wijnacademie, te beschrijven. Niet vanwege de docent: Piet Wielinga, van de gelijknamige wijnkoperij in Leeuwarden, is echt een kenner van de wijnen van het land. En hoewel die kennis hier en daar wat gedateerd bleek, had dat voor mij ook een zekere charme. In de les van de heer Wielinga klonk duidelijk het verhaal van een oudere generatie wijnhandelaren door, uit een tijd dat de vaten wijn en port nog naar Nederland kwamen om hier te worden opgevoed. Wist je bijvoorbeeld dat het klimaat hier in Nederland ideaal is om port te laten rijpen? De koelte en de vochtigheid zijn vele malen beter voor een mooie rijping dan de hitte en de droogte van de Douro-vallei of zelfs Villa Nova da Gaia. Helaas gebeurt dat niet meer, port op vaten laten rijpen in Nederland. De Europese wetgeving staat het niet meer toe.

Nee, het is dus zeker niet vanwege het gedegen verhaal van Piet Wielinga dat ik moeite heb met de les Portugal. Het zijn verder ook niet de geproefde wijnen, als ik eerlijk ben. Naast port worden er in Portugal steeds betere en mooiere tafelwijnen gemaakt, en er stonden fraaie exemplaren op tafel. Vooral de Douro is een opkomend gebied, nu de meeste portshippers zich ook op het maken van tafelwijn toeleggen. In de rest van het land worden bovendien ook interessante producten gemaakt. Een van de 'leukste' wijnen vond ik de 2006 DOC Bucelas branco, Prova Regia, van Quinta do Romeira. Deze leek wat op Riesling, maar dan met wat minder zuren. De wijn wordt gemaakt van één van de vele inheemse druiven van Portugal, de arinto, rook wat naar ananas en had enige mineraliteit. Het was een makkelijke, prettige wijn uit een gebiedje 25 km ten noorden van Lissabon. De Engelsen importeerden de wijn vroeger graag en noemden het Lisbon Hock: het deed hen inderdaad aan Riesling uit Hochheim in de Rheingau denken.

Maar hier begint iets van mijn problemen duidelijk te worden: wie heeft er anno 2008 eigenlijk nog van Bucelas gehoord? Wie drinkt die wijn vaker? Portugal is een land met een zeer rijke en lange wijntraditie, waarin de Engelsen en de Nederlanders een grote rol spelen. Maar kom je Portugese tafelwijnen tegenwoordig veel tegen, in de winkel of in een restaurant? Welke gewone consument denkt er bij Portugal überhaupt aan tafelwijn? Toegegeven: sommigen kennen de vinho verde, de frisse, vaak laagalcoholische witte wijn uit het noorden van Portugal (die er overigens ook in rood is, maar die niet geëxporteerd wordt.) En heel misschien komt iemand nog met een wijn uit de Algarve (waar de wijnindustrie eigenlijk alleen draait op de toeristen), of uit de Alentejo. En dan houdt het voor de meeste mensen waarschijnlijk wel op.

Waar ligt dat aan, dat die Portugese wijnen hier zo mondjesmaat bekend zijn? Zelf ben ik geen maatstaf, ik dronk er diverse, meestal afkomstig van onze vaste wijnhandelaar. Zoek binnen Wijnkronieken maar op Portugal, en je vindt prachtige exemplaren, uit de Douro en de Alentejo. Bovendien kan ik een glas vinho verde ook wel waarderen. Maar de rest van Nederland, de mensen die niet dagelijks met wijn bezig zijn? Ik heb er hiernaast een poll voor gemaakt, om eens te kijken wie er eigenlijk ooit Portugese tafelwijn drinkt, en hoe vaak. Voor de duidelijkheid: port is een versterkte wijn en dus uitgesloten van deze poll.

Ik doe met deze beschrijving geen recht aan de les van Piet Wielinga, maar ik vraag me oprecht af of de Wijnacademie in de toekomst nog wel een hele les aan dit land moet wijden. Waarom een halve les voor een opkomend land als Oostenrijk en een hele voor Portugal? Wielinga gaf zelf toe dat er in ons boek een paar gebiedjes staan, die we nog wel moeten leren, maar die van nul en generlei actueel belang meer zijn. (Hoewel ze voor de in wijngeschiedenis geïnteresseerde als ik natuurlijk wèl belangrijk zijn!). Op mij is Portugal een beetje overgekomen als een land met vooral wijnen van historisch belang (Carcavelos en madera bijvoorbeeld, hoe heerlijk ik madera ook vind). Ik weet dat er schitterende dingen gebeuren in de Douro en de Alentejo. Ik weet dat de export van Portugese tafelwijn groeit: maar dan wel naar Brazilië en Angola, niet naar Nederland! Rechtvaardigt dat een hele les op een Nederlandse wijnopleiding waarin toch al te weinig tijd is voor allerhande onderwerpen?

Ware het niet beter geweest deze Portugal-les aan versterkte en zoete wijnen in het algemeen te wijden? Zodat de portproductie beter uit de verf kan komen? En waarin ook allerhande producten als madera, vermout en grappa (beter) aan bod kunnen komen? Nederland staat wat betreft invoer van port op de tweede plaats in de wereld! Consumenten in Nederland drinken 1,4 flessen port per hoofd van de bevolking per jaar: we voeren daarmee de wereldranglijst van portdrinkers aan. Het lijkt relevanter de focus wat meer op de port en minder op Portugal te leggen.
Ik had de Portugal-les niet willen missen, maar toch.....

vrijdag 4 april 2008

'Vin bon et frais' - jonge rode wijn met geitenkaas

‘Je scai où est Chinon et la cave Paincte, aussi j'y ai bu maints verres de vin bon et frais’.

De Franse schrijver François Rabelais schreef er al over: de jonge, frisse wijn uit Chinon. Hij kon het weten, hij werd in 1494 in La Devinière bij Chinon geboren. Dikke kans dat Rabelais, zo rond 1525, meestal jonge wijn dronk, dezelfde jonge rode Chinon die ik onlangs proefde. De boer had deze wijn nog niet eens gebotteld, maar proefgroeplid Paul had alvast een vatmonster meegenomen.

Normaal gesproken drink je een rode Chinon pas in de herfst na de oogst en de productie. Maar een wijn zo piepjong drinken is een nuttige ervaring! Tenslotte was het in vroeger eeuwen niet anders. Wijn die in september of oktober werd gemaakt, werd al gedronken in november en december. En soms was die wijn nog niet eens uitgegist….

Met deze anno 2008 wijn was het niet zo erg gesteld. Dit was wel degelijk ‘wijn’, geen most. Maar eerlijk gezegd konden we hem geen van allen echt thuisbrengen: we vonden hem jong (!), wat zuur, wat wrang, maar toch wel sappig. Over het druivenras werden we het niet eens: gamay misschien? Het vatmonster had weinig afdronk en niet zo veel body.
Totdat we er een stokbroodje met zachte witte geitenkaas bij aten. Toen bleek die jonge rode Chinon van Domaine Nono in Cravant-les-Côteaux ineens een andere drank! Niets bleef er over van alle discussies over rode wijn met kaas: DEZE rode wijn met DEZE witte kaas was een ‘match made in heaven’. Opnieuw bleek dat een wijn uit de streek een unieke smaakcombinatie vormt met een kaas uit hetzelfde gebied. (De kaas kwam uit Poitou-Charentes, maar dat is dicht genoeg bij de Loire en de Vienne, waaraan Cravant ligt.)
De smaakcombinatie te beschrijven is tamelijk omslachtig, je moet zoiets gewoon eens proeven: hele jonge rode Chinon met zachte witte geitenkaas. Onthoud die combinatie: je mag er mij voor wakker maken.

Het citaat komt uit de mond van Pantagruel, de held uit de boeken van Rabelais. Die Cave Paincte bestaat nog steeds: de Confrerie des Bons Entonneurs Rabelaisiens houdt er zijn bijeenkomsten. De grot is uitgehakt in de tufsteen onder het kasteel van Chinon (zie afbeelding). Langs Chinon stroomt de Vienne; enige kilometers stroomopwaarts ligt Cravant-les-Côteaux, waar de jonge wijn vandaan kwam die ik onlangs proefde. Binnenkort te koop bij 'Wijn Op Maat' in Utrecht.

woensdag 2 april 2008

De wijn en de ezel

Het proeven van wijn komt voor een deel neer op beeldvorming: wat is je indruk van de wijn in het glas, bij welke gerechten zou de wijn goed combineren, wie van je vrienden en kennissen zou hem lekker vinden en dergelijke? En vaak probeer je die indrukken ook in woorden uit te drukken. Zonder woorden immers geen stukje op Wijnkronieken!

Die beeldvorming begint echter al bij wat je leest op de etiketten op de voorkant en de achterkant van de fles. En omdat de wijn waar ik dit keer over schrijf, uit een land komt waaruit ik twee maanden terug nooit wijn had gedronken, heb ik me meer dan gebruikelijk laten beïnvloeden door de etiketten en vooral de informatie die de importeur van deze wijn (en de eerder beschreven witte wijn) met de flessen had meegestuurd. Dat merkte ik ook bij het eerste glas, want wat ik proefde was heel anders dan ik had verwacht.

De importeur (Wijnkoerier Milenko) had over deze wijn geschreven dat het een zware, krachtige rode wijn uit 2005 was, gemaakt van de blauwe plavac-druif, afkomstig van het schiereiland Pelješac aan de kust van Kroatië. Verder gaf het etiket aan dat het alcoholpercentage 14% was. Voordat ik nog maar één slok had gedronken, had ik een beeld gevormd van een donker gekleurde, intens smakende wijn met een hoog alcoholgehalte en stevige tannines. De Dingač 2005 (want daar schrijf ik over) was echter verrassend helder en licht van kleur, fruitig en elegant van smaak, soepel, met zachte tannines en een licht zoet accent. Een prettige kennismaking met wijnland Kroatië, en ook een les in wijn proeven: laat je vooral leiden door wat je in het glas ziet, wat je ruikt en wat je proeft!

Dingač, op het schiereiland Pelješac, is een van de bekendste wijngebieden van Kroatië. Pelješac is vooral bekend vanwege zijn steil in zee aflopende hellingen, die zo steil zijn dat tot het graven van een 400 meter lange tunnel tussen wijngaard en wijnmakerij alles werd vervoerd met ezels. De ezel staat dan ook prominent afgebeeld op het etiket van deze wijn.

De wijnen van deze cru worden gemaakt van de druif plavac mali, die familie is van de zinfandel, waarmee in Californië zulke fantastische wijnen worden gemaakt. Dingač bevindt zich op de zuidelijke hellingen van het schiereiland, waardoor de druivenstokken profiteren van direct invallend zonlicht, maar ook van door de zee weerkaatst zonlicht. Typerend voor dit type wijn is dat een deel van de druiven tijdens het rijpingsproces iets indroogt, waardoor de wijnen die ervan worden gemaakt een hoog alcoholpercentage en een licht zoet accent hebben.

Achteraf was ik meer onder de indruk van de eerder hier beschreven Graševina, maar deze eerste kennismaking met Kroatische wijnen was er zeker één om een vervolg te geven.