dinsdag 30 juni 2009

Pasja van het glas


Een man naar mijn hart, Anne Tjibbes van der Meulen ;-)

In het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden is nog tot eind van het jaar de tentoonstelling Pasja van het Glas te zien.
Met een scherp oog voor schoonheid en vanuit de overtuiging dat kunst het leven verrijkt, brengt de Friese onderwijzer Anne Tjibbes van der Meulen (1862-1934) tussen 1895 en 1915 een collectie kunstnijverheid uit Nederlands Oost-Indië bij elkaar. Hij woont en werkt in Nederlands-Indië, maar brengt zijn collectie in 1905 onder in zijn geboortedorp Burgum. Later verhuist de collectie naar Het Princessehof in Leeuwarden. Vanaf 1921 verblijft Van der Meulen definitief niet meer in Indië, en verhuist naar Nederland. Hij is echter zelden thuis: meestal is hij op reis naar Egypte. Hij begint daar een nieuwe verzameling, onder andere Egyptisch en Romeins glas, en raakte er geheel van in de ban. Hij maakt verzameldozen en wil lezingen gaan geven, die echter niet goed van de grond komen. In 1934 overlijdt de Pasja van het glas zeer plotseling in Cairo.

Zijn glasverzameling komt uiteindelijk in het bezit van het RMO, waar nu een aardige tentoonstelling over Anne Tjibbes van der Meulen en zijn collecties is ingericht. Vooral de glazen gebruiksvoorwerpen uit Egypte en Rome zijn interessant. Ook toen al was glas ‘verpakkingsmateriaal’, om bijvoorbeeld parfum of make-up poeder in te bewaren. Maar er zijn ook glazen amuletten en uiteraard diverse drinkgerei. Verrassend is de grote lichtbak met veelkleurig glas. Het zijn scherven van vaatwerk en fragmenten mozaïekglas uit de eeuwen rond het begin van onze jaartelling. Je zou er zo een screensaver of bureaubladachtergrond van kunnen maken...
De tentoonstelling besluit met het hier afgebeelde citaat, wat ik mooi vond passen binnen mijn glasambassadeurschap.

Bij de tentoonstelling verscheen een zeer fraai uitgegeven boekje in twee talen: Pasja van het Glas / The Pasha of Glass. Prijs € 9,95.

zondag 28 juni 2009

Geproefd: de tranen van Jezus

Zo af en toe koop ik zomaar, op de gok, een doos wijn waarvan de inhoud me alleen al op de beschrijving aanspreekt. Ergens dit voorjaar had Incontro een spannende proefdoos met Italiaanse wijnen, die ik op de een of andere manier móest aanschaffen. Het bleek een goede aankoop, er zijn al diverse prima flessen van genuttigd.
Vanavond was het de beurt aan de wijn met de prachtige naam Lacryma Christi del Vesuvio 2006 Rosso, van Cantine Caputo. Lacryma Christi del Vesuvio is de aanduiding van de DOC, het herkomstgebied. Zoals de naam al zegt: op de uitlopers van de Vesuvius, onder Napels, in Campanië.

We waren zeer aangenaam verrast door deze wijn. De kleur vertoonde duidelijk enige ontwikkeling: helder roodbruin. Ook in de neus kwam die ontwikkeling terug. Naast frisse tonen van bosaardbei en ander bosbes kwam ons een heel klein beetje kruidnagel tegemoet, heel subtiel en net genoeg om de wijn ook als kruidig te omschrijven. In de mond bleek de wijn uiterst fris, met sappige zuren, een goede structuur zonder opvallende of overdadige tannines, en ondanks de opnieuw aanwezige duidelijke ontwikkeling toch ook een verrassende jeugdigheid en fruitigheid. De afdronk was prettig, niet te kort maar ook niet heel erg lang. Wat ons betreft is de Lacryma Christi zijn prijs van net geen tientje helemaal waard.

De druivenrassen kon ik al proevend niet thuisbrengen. Later bleek het om 80% piedirosso en 20% aglianico te gaan, twee inheemse druivenrassen. Over de vinificatie heb ik niets kunnen vinden, maar een houtrijping heeft de wijn waarschijnlijk wel ondergaan. Ik vermoed op de grote houten botti die ik op een foto op de website van Caputo, een modern en groot bedrijf, vond.
De naam Lacryma Christi betekent tranen van Christus. Op de site van Incontro wordt de volgende verklaring gegeven: de tranen die Jezus liet, nadat Lucifer een deel van het paradijs had gestolen om de Golf van Napels te vormen. De tranen brachten het land vruchtbaarheid en maakte het geschikt voor wijnbouw. Poëtisch, nietwaar?

vrijdag 26 juni 2009

Flessen en flesvormen

De Spaanse wijnproducent Torres is druk bezig met flessen! Decanter meldde onlangs dat Torres het gewicht van de flessen voor Sangre de Toro en Viña Sol met bijna 17% heeft kunnen terugbrengen. Als je bedenkt dat ze 18.7 miljoen van dergelijke flessen per jaar produceren, is dit een aardige bijdrage aan de reductie in uitstoot van CO2. Het gaat hier om de flessen met een lange hals, zonder schouder, het zogenaamde Bourgognetype. Je kunt de nieuwe, lichtere flessen van de Viña Sol 2008 al in de supermarkt aantreffen!
Ook voor flessen van het Bordeauxtype (voor de chiquere wijnen) wordt gekeken naar gewichtsreductie. Hier zal het gaan om 5.1 miljoen flessen per jaar.

Tegelijkertijd stuurt Club Torres mij haar Nieuwsbrief, over het hoe en waarom van de verschillende flesvormen. Leuk om te weten bijvoorbeeld dat port en Bordeaux flesvormen hebben met een stevige schouder, om het bezinksel van de wijn op te vangen bij het uitschenken. Uiteraard stamt dit uit een tijd dat deze wijnen áltijd bezinksel vertoonden, wat tegenwoordig met moderne filtermethodes lang niet altijd meer voorkomt.
Andere hedendaagse vormen zijn vaak geografische en historisch bepaald. Zo maakte men in Duitsland vanouds lange slanke flessen, en kent Italië de fiasco, bekend van de Chianti's in rieten omhulsel. Gelukkig wordt er ook met allerhande flesvormen geëxperimenteerd. Zo introduceerde Churchill Port onlangs een hele nieuwe lijn met flessen, voor de witte, de 10 jaar oude en de 20 jaar oude Tawny. Voor de Vintage en de LBV blijven flessen met stevige schouders gehandhaafd, want Churchill filtert zijn ports niet!

woensdag 24 juni 2009

Wijnen uit Kroatië en Slovenië

Hij wil ook reizen gaan organiseren naar het gebied, en dan ben ik een van de eersten! Anel Mahmutefendic importeert sinds een klein jaar op professionele wijze wijnen uit voormalig Joegoslavië, voornamelijk uit Kroatië en Slovenië. De wijnen die Mahmutefendic mij voorzette vorige week woensdag waren zeer de moeite waard, maar nu probeer ik ze in een kader te plaatsen. En dat valt niet mee. Zelf ben ik ooit wel in Macedonië geweest, maar dat ligt zo ver van de kuststreken van Kroatië en Slovenië dat ik daar niets aan heb. Informatie op internet is er wel, maar is het betrouwbaar? Tijdens de vinologenopleiding heeft P.R. Blom van Schermerwijnen het gebied behandeld, maar daar was vm. Joegoslavië slechts een onderdeel van een veel groter verhaal over Oost-Europa. Dus zit er niets anders op: in de toekomst moet ik Kroatië en Slovenië gewoon bezoeken, om meer grip op de wijnen daar te krijgen ;-) Want dat deze wijnen meer aandacht verdienen, daar ben ik wel van overtuigd.

Mahmutefendic zette Wijnimport Nelis op na een carrière als handballer en een gedegen businessopleiding. Gegrepen door het wijnvirus behaalde hij het wijnbrevet en pakte vanaf 2008 de wijnimport serieus aan. De naam van het bedrijf lijkt Nederlands, maar is een voortzetting van de naam van de groothandel die zijn vader vroeger in Joegoslavië leidde.
De wijnen van Nelis zijn verkrijgbaar bij de groothandel en in de horeca, en bovendien is er voor de consument een webshop.

Ik proefde acht wijnen afgelopen woensdag: drie wit (waarvan een frizzante), één rosé en vier rood. Producenten waar ik wijn van proefde waren Katunar uit Kroatië en Vipava en Vinakoper uit Slovenië. Van die wijnen was ik het meest verrast door de wijnen van Katunar en de Malvasia van Vinakoper. Waarschijnlijk niet heel toevallig allemaal wijnen uit de kuststreek, waardoor ze wat frisser overkwamen dan de andere wijnen. Juist om die reden importeert Mahmutefendic ook graag wijnen uit Istrië, dat zowel een Kroatisch als een Sloveens deel heeft.

Katunar is het bedrijf van de broers Anton en Ivan, die het familiebedrijf hebben gemoderniseerd met nieuwe kelders, nieuwe technologie hebben geïntroduceerd en een eeuwenoude traditie van mousserende wijnen nieuw leven hebben ingeblazen. Het bedrijf is gevestigd op het eiland Krk, waar het druivenras zhlatina een belangrijke rol speelt.

Ik proefde van Katunar:
Biser Mora (Zeeparel) 2006, een wijn van 60% chardonnay en 40% zhlatina en pinot grigio. Frizzante (druk 2 bar), 10,5% alcohol. Een volle, aromatische geur: bloesem, muskaat, maar ook zilt!; prettig droog, met net even de noodzakelijke indruk van zoet om hem wat voller te maken. Prijs circa 10 euro. Heerlijke zomerse terraswijn.

Opolo 2007, een rosé uit de Nigra-lijn, gemaakt van shiraz, 12% alcohol. Een diep oranjeroze kleur, in de geur kruidig en pittig, in de mond vol en mineraal, ook weer zilt, lange afdronk. Prijs circa 9 euro. Echt een wijn om bij te eten.

Nigra Shiraz 2007, een rode wijn waar naast shiraz ook de inheemse soorten debejan, brajda en sansigot bijgemengd zijn, 12.5% alcohol. Donkerrood van kleur, in de geur wat eucalyptus/mentholachtigs, rood fruit. In de mond stevige tannines, veel zwart fruit, nog wat jong. Prijs 9,50 euro.

Nigra Riserva 2004, van dezelfde druivenrassen als de wijn hierboven. Kleur gaat al iets naar roodbruin, geur is ook duidelijk ontwikkeld. Verder een heel klassieke neus, van bessen, specerijen en hout. De wijn heeft een rijping van 18 maanden ondergaan op vaten van Slavoons eiken. Uitstekende wijn, topper, zeker voor 15 euro.

Vinakoper is een voormalig staatsbedrijf in de buurt van Koper, aan de kust van Slovenië. Het bedrijf heeft veel geïnvesteerd in apparatuur en technieken, en beheert een groot areaal eigen wijngaarden. Zo dicht bij Italië is hier veel Italiaanse invloed op de wijnbouw, onder andere in druivenrassen maar ook in vinificatietechnieken. Een belangrijke witte druif is de malvasia.
Van Vinakoper proefde ik uit de Capris-lijn de Malvasia 2006. In de neus heel kruidig, met indrukken van venkel en dille uit eigen tuin. In de mond enige ontwikkeling, met zilte tonen, droog en wat streng. Graag zou ik eens een wat jongere jaargang hiervan proeven! Prijs circa 8 euro. Een wijn die prima bij gegrilde vis en zelfs kreeft zal passen.

Dat de prijs van deze wijn iets lager ligt, is geen toeval: Slovenië is lid van de EU, Kroatië nog niet! Hetzelfde zie je in de levertijden: Sloveense wijnen kunnen hier na bestelling binnen vijf werkdagen zijn, Kroatische wijnen zijn toch wel twee weken onderweg. Ik had me nooit eerder zo gerealiseerd wat 'Europa' voor invloed heeft op de wijnhandel.... Weer wat geleerd!

zondag 21 juni 2009

Geproefd: Aquitania Albariño 2008


In the VS bestaat er zoiets als de Wine Century Club. Om lid te worden moet je minstens 100 verschillende druivenrassen hebben geproefd.... Hier in Europa gaat dat gelukkig best hard, al zal zeker niet iedere liefhebber het zich bewust zijn. Denk maar aan Italië, met zijn honderden inheemse rassen, of Oost-Europa. Ook Spanje heeft zijn deel, waaronder de witte albariño, vooral verbouwd in Noordwest Spanje, langs de Atlantische kust. De druif kan strakke, droge wijnen leveren, met veel frisheid, fruit, hoge zuren en vaak ook wat mineraliteit. Bekendste Denominacion d'Origen is Rias Baixas, een heel oud wijngebied opgesplitst in een aantal piepkleine zones. In een van die zones, Valle del Salnes, ligt de moderne Bodega Aquitania, waarvan ik recent speciaal een proeffles Albariño kreeg toegezonden. De producent is nog niet in Nederland vertegenwoordigd, maar ik maakte via LinkedIn kennis met een van de betrokkenen bij de winery, Raul Perez.

Bodegas Aquitania is ontstaan uit het initiatief van een wijnproducent in de plaats Cambados. Moderne apparatuur en de nieuwste technieken worden ingezet om van de in populariteit groeiende albariñodruif moderne, frisse wijnen te kunnen maken. Wijngaarden liggen in de omgeving van de moderne faciliteiten; de ondergrond bestaat uit graniet dat hier en daar zelfs aan de oppervlakte komt. Zowel honderd jaar oude als piepjonge stokken maken deel uit van de wijngaarden. Vanwege de vele regen worden de wijnranken geleid volgens een typisch Galicisch systeem: in de vorm van een lage boom, met alle ranken gericht naar het zuiden, om optimaal van de zon te kunnen profiteren.

De druiven ondergaan een koude inweking in de most en rijpen in tanks op de droesem (lie). Dit rijpen op de lie geeft de wijn een heel volle smaak. Denk bijvoorbeeld aan Muscadets, die ook vaak op hun 'lie' mogen rijpen (Muscadet sur Lie).

We dronken de Aquitania Albariño bij zeebaars met kruiden uit de oven, een uitstekende combinatie! Uit het glas kwamen ons de aroma's van bloemen en wilde kruiden (venkel, basilicum, munt) tegemoet, samen met wat frisse citrus. In de mond was de wijn heel fruitig, vol (de lie!), met hoge zuren en in de afdronk veel citrus en een prikkeltje. Vooral de lange afdronk van de wijn viel op. Al met al een heerlijke jonge wijn, uitstekend bij vis en schaal- en schelpdieren, maar ook zo, op het terras. Van mij betreft hoeft deze wijn niet in de Rias Baixas te blijven, hij mag met dozen tegelijk naar Nederland!

Behalve Albariño maakt het bedrijf een lijn met traditionele likeuren, waarvan we de kruidenversie proefden. Naar onze smaak iets te zoet, maar verder prima gemaakt. Er is ook een koffielikeur en een melklikeur, naast nog twee specialiteiten.

Voor meer informatie: Bodega Aquitania, Cambados, Rias Baixas. De prijs voor importeurs van de Aquitania is € 6,23.
Foto Galicische 'arbour vine': Cellar Tours

vrijdag 19 juni 2009

Cigales

Cigales is een vrij klein en onbekend wijngebied in Spanje. Buurman van bekendere streken als Rueda en Ribera del Duero. Met een rijke geschiedenis van eenzame kastelen en koninklijke gasten als Ferdinand en Isabella of Johanna de Waanzinnige. Hoogte tussen de 700 en 800 meter, aan beide zijden van rivier de Pisuerga, een zijrivier van de Duero. Continentaal klimaat, met sterk verschillende dag en nachttemperaturen, wat frisheid en goede zuren in de wijnen oplevert. Lage temperaturen kunnen zelfs een probleem zijn: in 2007 kwam er in augustus nog vorstschade voor. Weinig regen.
2700 ha. groot, met als toegestane druivensoorten tempranillo (tinta del pais) en garnacha voor rood, en de witte druivenrassen verdejo en albillo voor bijmenging in de rosé. Witte wijnen zijn een curiositeit en onder de DO-wetten niet eens toegestaan. Tempranillo overheerst. Met cabernet sauvignon, merlot en sauvignon blanc wordt geëxperimenteerd. Opbrengsten liggen laag; toegestaan is 49 hl./ha, realiteit is 29 hl./ha.

Van oudsher wordt er rosé gemaakt, de helft van de totale productie. De overige 50% is rode wijn. Traditioneel wordt de rosé gemaakt door circa 80% (minimaal verplicht 60%) tempranillodruiven in de kuip te gooien met 20% verdejo en albillo. (Nee, niet zoals Europa verbiedt witte en rode wijn gemengd, maar witte en rode druiven gemengd!). Ook traditioneel: Cigales rosé mag pas een jaar na de oogst op de markt gebracht worden. Voor de export is er inmiddels ook Cigales Nueva: rosés van de laatste oogst, op de markt gebracht negen maanden na de laatste oogst.

Van alle wijn wordt 25% geëxporteerd. Van de 75% die in Spanje zelf geconsumeerd wordt, drinken ze het overgrote deel (90%) in het gebied zelf op. Nederland nam in 2007 de bulk van de rosé af: 328 hl. tegen een totale export van rosé van 570 hl.

Maar de tijden veranderen, de buren Rueda, Toro en Ribera del Duero zijn in 10 jaar tijd giganten op de wijnmarkt geworden, dus waarom Cigales niet? Waarom niet ook exporteren naar het buitenland? Aan bodem en klimaat zal het niet liggen; dat verschilt allemaal niet zoveel. Wel moeten het imago van traditioneel roséproducerend, wat onontwikkeld gebied op de schop, vinden sommigen. (Ik vind dat juist wel leuk, maar 'leuk' verkoopt geen flessen wijn, helaas.). Aan het enthousiasme van de aanwezige producenten op de proeverij die ik afgelopen dinsdag bijwoonde zal het in ieder geval niet liggen. In de Spaanse ambassade aan de sfeervolle - en recent opgeknapte - Lange Voorhout 38 waren 9 van de circa 40 producenten uit het gebied aanwezig. Meestal vertegenwoordigd door de wijnmakers zelf. Zij lieten uitstekende wijnen proeven, voornamelijk rood, maar gelukkig ook diverse rosés.

De kwaliteit was over het algemeen prima, zij het dat ik niet heel spannende wijnen heb geproefd. Over de uitzondering die de regel bevestigt, La Legua, met diverse wijnen met Parkerpunten, kom ik nog te spreken. Toch verdienen een aantal bodegas zeker aandacht. Zoals Bodega Ovidia García: flessen met vrolijke etiketten, wijnen met veel frisheid en zon.


Van alle aanwezige rosés bevielen mij degene die gemaakt waren van een mix van tempranillo en verdejo en albillo het beste. Er waren er ook waar nog wat garnacha was bijgemengd, en een tweetal van 100% tempranillo. Alberto García legde mij uit: de witte druiven zijn nodig voor een frissere kleur én een frisse fruitigheid van de rosé. De Pasión 2008 van Ovidio García was dan ook mijn roséfavoriet van de middag. Andere aanwezige producenten met een uitstekende rosé: Sinforia Vaquero, met Sinfo 2008, en, als je een wat mildere variant met garnacha zoekt: Bodegas Hijos de Félix Salas met de Picota 2008 en de Felix Salas 2008. De jonge oenologe Ines Salas deed met veel verve het verhaal van haar wijnen en haar familiebedrijf, begonnen door grootvader Felix.

De toekomst is echter waarschijnlijk aan de rode wijnen van Cigales. Hoe fris en fruitig ook, op de internationale markt worden de roséwijnen van Cigales niet voor vol aangezien. Aan voorspellingen waag ik me liever niet, maar met Frank Smulders MW, die een korte inleiding over Cigales hield, durf ik best te stellen: over 10 jaar zouden we nog wel eens veel meer van Cigales gehoord kunnen hebben. En dat komt dan vooral door de rode wijnen... Daarover binnenkort meer.

Meer info over Cigales op de site van het Consejo Regulador.

woensdag 17 juni 2009

Wijnkronieken op Twitter

Verschijnt net mijn column Sociaal Digitaal, over sociale media, in de Perswijn vaknieuwsbrief deze week, komt ook de site By the Grape online. Het is toeval, maar je gaat toch denken aan hogere machten en zo... By the Grape is een wijnsite voor de consument, met informatie, wijnbesprekingen, twitterfunctie, wiki etc... Een mooi initiatief, opgezet door Derrick Neleman van Lovian, importeur van biologische wijnen. Columnisten zijn bijna allen bekende wijnschrijvers, gelukkig ook vrouwelijke. Wat ik me wel afvraag is waar de consument zijn ei kwijt kan op deze site. Er wordt veel informatie gegeven, maar zo te zien weinig gedeeld. Kan zijn dat ik nog iets gemist heb...

Vanwege al die ontwikkelingen heb ik me ook maar eens aangemeld bij Twitter. Soms wil je wel eens van die eenregelige berichtjes kwijt, zoals dat ik gisteren naar een proeverij van wijnen uit Cigales ben geweest. Dat kun je toch niet echt op een blog kwijt, vind ik. En de statusregel van LinkedIn is ook erg beperkt...
Misschien kan Twitter daarin wat betekenen voor me. Ik ga het de komende tijd eens uitproberen. Nu nog uitvinden hoe ik optimaal dit weblog en mijn twits kan koppelen....

maandag 15 juni 2009

Jan van Scorel, schilder én wijnkenner

In het Centraal Museum te Utrecht is nog t/m 28 juni de tentoonstelling Scorel's roem te zien, over Jan van Scorel en de schilderkunst in Utrecht in de 16e eeuw. Over het algemeen ben ik niet zo'n fan van 'pure' kunsttentoonstellingen. Ik zie en lees liever meer over het dagelijks leven in het verleden. Maar gelukkig bieden de werken van Van Scorel daarop ook veel zicht. Zo zijn de portretten die hij schilderde fantastisch: vooral die van zijn geliefde Agatha van Schoonhoven, maar ook de hier afgebeelde, van een onbekende man, uit 1529. Misschien is het wel een wijnkoopman.... En de vele langwerpige panelen met Jeruzalemgangers natuurlijk: hooghartig en deemoedig, oud en jong, mannen in alle soorten en maten, allemaal vereeuwigd omdat zij een pelgrimstocht naar Jeruzalem hadden ondernomen. Zo krijg je tenminste een beeld van de mensen in het zestiende-eeuwse Utrecht.

Overigens was Jan van Scorel een zeer interessant man: schilder, maar ook kanunnik van Sint Marie bijvoorbeeld. Of zoals zijn biograaf Carel van Mander het begin 17e eeuw uitdrukt: Schoorel was seer ghemeensaem en aenghenaem by alle groote Heeren van Nederlandt, was een Musicien, Poeet, oft Rethorisijn, die veel fraey Spelen van sinne, Batementen, Refereynen, en Liedekens heeft gemaect, seer lustigh met den Handt-boogh te schieten, veerdich en vast in Talen, als Latijn, Italiaens, Fransoys, en Hooghduytsch, mildt en vroylijck van gheest, doch in't lest zijns levens gichtigh en graveeligh, t'welck zijn oudtheyt seer dede vervroeghen.
Van Scorel woonde samen met zijn Agatha in een huis op het terrein van het kapittel en kreeg met haar zeker zeven kinderen. En ... hij was wijnkenner. Tenminste, dat lees ik in een biografie van een van zijn leerlingen, Anthonie Mor, geschreven door Thera Coppens. Van Scorel's kennis over wijn was zodanig dat het kapittel hem in september 1540 naar Artois (Noord-Frankrijk) zond, om er op de grote wijnmarkten wijn te gaan kopen. Samen met een aantal bedienden en zijn leerling Mor logeerde de inmiddels al beroemde schilder in de benedictijnerabdij van Marchiennes (begin 19e eeuw afgebroken). Marchiennes was een goede uitvalsbasis om de stapelmarkt van bijvoorbeeld Valenciennes, aan de Schelde, te bezoeken, waar allerhande Franse wijnen werden verhandeld. Het was voor de wijnhandel een turbulente tijd. Nog geen jaar later zou Karel V de wijnhandel danig gaan reorganiseren. Wat voor wijn Jan van Scorel mee terug bracht naar Utrecht, is misschien nog te achterhalen in de archieven van het kapittel van Sint Marie. Als ik nog eens tijd heb.....

Portret: Rijksmuseum

vrijdag 12 juni 2009

Geproefd: Markowitsch rosé 2008

Wijn blijft telkens weer verrassen: dat is een van de leukste dingen aan het bezig zijn met wijn. Een week of wat geleden kreeg ik een fles rosé cadeau, en gisteren legden we die koud om bij een pastasalade met chorizo, ei en tomaat te drinken. Wat een vrolijke donderdagavond werd dat weer: een stukje Oostenrijkse zon in het glas, een soort 'Oosterse' verrassing in handige schroefdopfles.

De rosé van Markowitsch 2008, uit Göttlesbrunn in Carnuntum, bleek vandaag in grote stapels bij de wijnhandels van Henri Bloem te liggen, en dat is helemaal terecht. Ik kocht er dan ook gelijk een nieuwe fles van. De rosé is gemaakt van blaufränkisch, cabernet sauvignon en zweigelt door de jonge Gerhard Markowitsch. Zijn bedrijf bevindt zich ten zuidoosten van Wenen, in een gebied dat in het noorden begrensd wordt door de Donau, in het zuiden door de Neusiedlersee en in het oosten door Hongarije. De bodem is vruchtbaar en bestaat uit löss en grind; vooral rode druivenrassen als zweigelt, st. laurent en blaufränkisch doen het er goed. Witte druivenrassen als grüner veltliner en welschriesling zijn echter nog in de meerderheid.

Bij Markowitsch komen voor wit grüner veltliner, chardonnay en sauvignon blanc voor, maar de nadruk in de wijnen ligt op rood: vooral wijnen van zweigelt, blaufränkisch, st. laurent, pinot noir, merlot en cabernet sauvignon, met nog een toefje syrah. De kelders van het wijngoed zijn uiterst modern, maar daarvan zeggen ze zelf dat de beste kelder niet kan verbeteren wat de mens in de wijngaard heeft bewerkstelligd. Een moderne kelder is geen doel maar een middel; een middel om kwaliteit te controleren, zekerheid te bieden en het werk overzichtelijk en gemakkelijk te maken.

En dat ze bij Markowitsch het werk in de kelder beheersen, bleek voor mij wel uit deze rosé: heerlijk fris, licht maar toch vol, fruitig en uitstekend opgewassen tegen de chorizo en het ei uit de pastasalade.
In het glas een bleek rose-oranje kleur; in de neus subtiele frambozensnoepjes, maar ook iets veel rijpers, soms bijna tropisch fruit. In de mond prettige, milde zuren, veel fruit, een licht prikkeltjes, en in de afdronk een heel klein elegant bittertje. Dat alles te verkrijgen voor € 6,50. Het blijft een wondertje!

donderdag 11 juni 2009

Toscaanse sferen


Voor een nieuwe schrijfopdracht ben ik me aan het voorbereiden en inlezen. Allerlei boeken over Toscane zwerven rond mijn computer, de een nog sfeervoller dan de ander. Op mijn bureau ook nog twee lege flessen, gedronken om verder in de juiste sfeer te komen: Rosso di Montalcino 2004 van Collemattoni en Vin Santo 2003 Tegrino van Cantine Leonardo da Vinci (DOC Bianco dell'Empolese).

De Rossi di Montalcino is een wijn van 100% sangiovese, eigenlijk een kleine Brunello di Montalcino. Rosso's zijn iets lichter en sneller drinkbaar, en daarmee ook een stuk betaalbaarder dan de Brunello's. Bij Collemattoni vergisten de druiven op roestvrijstalen vaten, om daarna voor 18 tot 25 dagen in het sap te blijven weken. Om nog meer extractie te krijgen, wordt de most regelmatig over de schillen gepompt. Vervolgens rijpt de wijn minimaal 12 maanden op grote houten vaten van Slavonisch eiken en nog een maand of 3-4 op fles.
Wij dronken deze uiterst fruitige, elegante en 'warme' wijn bij een simpele pizza. Het werd daarmee geen doorsnee donderdagavond..... Binnenkort is deze Rosso di Montalcino te koop via Toscanewijn.nl, nu al bij La Tavola in Buren.

De Vin Santo dronk ik bij rabarbercake, gewoon om eens te proberen. Een aardige combinatie, maar niet de beste. De Vin Santo overheerste de cake nogal. Het was lang geleden dat ik een wijn van ingedroogde druiven uit Italië had gedronken, en ik was er danig van onder de indruk. Bijna iedere wijnboer in Toscane maakt wel een Vin Santo, maar vaak nog voor eigen gebruik. Slechts een enkeling weet toppers voor de export te maken, waaronder deze Cantine ten oosten van Florence. 'Mijn' wijn was genoemd naar een heer van het stadje Vinci uit de 14e eeuw, Tegrino d'Anchiano. Deze Vin Santo is gemaakt van trebbiano, malvasia en san colombano druiven. Ik vond het een aangename combinatie van frisse zuren en zoet, hazelnoten en honing. Qua geur deed het denken aan sherry. De wijnen van Cantine Leonardo da Vinci zijn verkrijgbaar bij Gall&Gall.
Als ik wat verder ingelezen ben in Toscane, zal ik het maken van Vin Santo nog eens wat verder uit te doeken doen.

woensdag 10 juni 2009

Familiebubbels

Afgelopen week trouwde een van mijn neven. Het huwelijk vond plaats in de Torpedoloods in Hoek van Holland, een tot sfeervol grand-café omgebouwde bakstenen loods waar vroeger inderdaad torpedo's lagen opgeslagen. Het bruidspaar had daar hun eerste afspraakje gehad, vandaar....

Uiteraard was er overheerlijke, traditionele bruidstaart, met bubbels. Het verhaal van de bubbels vind ik zo mooi, dat moet ik even kwijt. Het blijken namelijk 'familiebubbels' te zijn. Al jaren gaan mijn oom en tante, ouders van de bruidegom, op vakantie naar Frankrijk en nemen dan steevast voorraadjes wijn mee voor dagelijks gebruik. Bag-in-box, maar ook flessen huiswijn.

Voor een eerder familiefeest, vorig jaar juni, namen zij al eens een prima Crémant de Bourgogne mee, van de Cave de Buxy. Hij beviel grote delen van de familie, ook de nicht die vinoloog wil worden ;-) En bij dit huwelijk mocht die Crémant natuurlijk niet ontbreken. Speciaal voor de gelegenheid reisden zij naar de Bourgogne om de flessen voor de bruiloft te halen, en daar werd hij tot veel genoegen van de aanwezigen geschonken. (Er moest aan de Torpedoloods wel glazengeld betaald worden, overigens).

Marco en Simone, vanaf deze plaats nogmaals veel geluk, en dat wij nog maar regelmatig als familie deze prima Crémant mogen drinken.

maandag 8 juni 2009

Levendig Frans


Zo zouden ze vaker moeten zijn, de wijnproeverijen die ik bezoek. In klein gezelschap, aan tafel, met uitleg bij iedere wijn die geproefd werd. Dit keer bestond het gezelschap uit de wijnschrijvers Frank Jacobs, Nicolaas Klei, Hans Melissen en mijzelf. Andere uitgenodigde schrijvers konden helaas niet aanwezig zijn. De geproefde wijnen werden geschonken door David Bolomey, eigenaar van Bolomey Wijnimport, gespecialiseerd in wijnen uit Frankrijk, speciaal de Loire, Bourgogne, Bordeaux en Champagne. En het was genieten van deze Franse wijnen! Heb ik toch nog wat Frankrijk genoten, voordat de vakantie straks naar Zweden gaat....

Voorafgaand aan de proeverij gaf Bolomey kort een inleiding op zijn bedrijf. De wijnen worden via internet aan particulieren verkocht, maar je kunt altijd langskomen in Amsterdam om zelf je doosjes op te halen en misschien nog wat te proeven. Bolomey's drijfveer: lol in wijn! Lol in het zoeken, het vinden en natuurlijk het drinken. Daarbij kiest hij vooral voor wat hij 'vins naturels' noemt, maar wat we misschien ook wel ambachtelijke wijnen kunnen noemen. Levendige wijnen van kleinschalig werkende wijnboeren, die met respect voor natuur en milieu hun akkers bewerken, veelal geen chemicaliën gebruiken, zwaveltoevoeging zoveel mogelijk proberen te vermijden en niet werken om volumes te produceren. Een van Bolomey's stokpaardjes is verder lichte rode wijnen, rode wijnen die niet stijf staan van het fruit en de alcohol, maar verteerbaar zijn (zoals Frank Jacobs het uitdrukte).

En daarvan hebben we er zeker een aantal geproefd, waaronder een grappige Parijse bistrowijn, Clos Saint-Fiacre, Orléans Rouge 2007 van Hubert Piel, gemaakt van 80% pinot meunier en 20% pinot noir. Een echte streekwijn, die het in Parijs in de bistro's uitstekend doet bij het stevige vette eten. De bulk van de bistrowijnen komt van de coöperatie in Orléans en wordt geschonken in pichet (een kannetje). Deze wijn van Piel, trekker van de AOC Orléans, blijft gelukkig ook buiten Parijs overeind!

Het was een proeverij waar je vrolijk van werd (en dan doel ik niet op hoeveelheden en alcohol, maar op de kwaliteit, en ik citeer ook een beetje Nicolaas Klei). We proefden alleen maar goede, lichte wijnen en een paar echte toppers die voor hun doen ook nog eens prettig geprijsd waren. Mijn favorieten, in willekeurige volgorde:

- Een mousserende wijn uit Montlouis, uiteraard van de chenin blanc, Montlouis Pétillant Naturel 2007 'Nouveau Nez' van Damien en Coralie Delechenau. Hun domein, La Grange Tiphaine, ligt in de buurt van Amboise en omvat circa 10 ha. De Delechenaus werken biologisch. 'Ze gaan voor puur', aldus Bolomey. De wijn heeft slechts de eerste alcoholische gisting ondergaan en werd gebotteld met de laatste resten koolzuur er nog in. Hij is dus niet gemaakt als champagne of crémant, met tweede gisting. In de neus de geur van gist en rijpe appels, aangevuld met iets kruidigs, bijna mentholachtig. In de mond een wat grove mousse en weer appeltjes, waardoor de wijn wel iets van appelcider wegheeft. Heel fris en fruitig, droog en strak. Prijs per stuk € 15,90.
[Kleine correctie, doorgegeven door David Bolomey, op het proces van koolzuurgasvorming: Wat er gebeurt is dat de wijn wordt gebotteld nog voor de 1e gisting is voltooid. Wat je dan bottelt heeft op dat moment geen koolzuur (wat zich tijdens het gisten vormt ontsnapt uit het vat) maar omdat de vergisting nog niet beëindigd is gaat dit proces door op fles, en het koolzuur dat zich dan vormt zit (en blijft) opgesloten in de fles. Vandaar de bubbels.]


- Een simpele maar verrukkelijke Sauvignon Blanc uit de Touraine, Les Hexagonales 2008 van Jean-Francois Mérieau. In tegenstelling tot veel Touraine-producenten, die voor volume gaan, verlaagt Mérieau zijn rendementen en oogst iets later. Het levert een wijn die in eerste instantie bijna on-sauvignonachtige geuren van rijp geel fruit vertoont, denk aan gele pruimen. Bij even geduld komen echter de bekende groene tonen van kruisbes naar boven. De zuren zijn hoog en heerlijk fris, in de afdronk blijft een hint van laurier of drop achter. Een wijn die het als huiswijn uitstekend kan doen, prijs € 7,90.

- Een fraaie Gamay van oude stokken, Boa le Rouge 2005, opnieuw van Mérieau. Zeer donker van kleur, in de neus eerst een flinke hoeveelheid luchten van het boerenerf, daarna veel rood en zwart fruit. Tannines aanwezig, maar uiteraard niet overheersend. Een wijn met veel diepte, maar ook licht (al is het alleen al vanwege het alcoholpercentage van 12.5%), geheel passend bij het Bolomey-assortiment. Prijs € 14,80.

- De Fixin 2006 'La Place' van Jean Tardy (een Bourgogne, voor wie even kwijt is wat Fixin ook alweer is). Tardy nam het domein in 2003 definitief van zijn vader over, en creërde inmiddels een geheel eigen wijnstijl. De druiven gaan ongekneusd in de gistingsvaten; de jonge wijn blijft lang op zijn bezinksel en wordt niet overgestoken. Het levert een uiterst aromatische wijn, met de geur van viooltjes (of misschien wel andere bloemen); in de mond heel fris en fruitig, met rood vers fruit en veel elegantie. Voor € 22,50 een Bourgogne die je je nog eens kunt permitteren!

- Ik sluit af met één van mijn stokpaardjes: goed zoet! Van de Belg Eddy Oosterlinck, van Domaine de Juchepie, schonk Bolomey een Côteaux du Layon Faye, Les Churelles de Juchepie 2006. Uiteraard een nog jonge wijn, met de geuren van boenwas die een zoete Chenin vaak kenmerken. Tevens de frisse en hoge zuren die daarbij horen. Oosterlinck werkt biologisch en liet deze Churelles 18 maanden op vat rijpen. Ik kocht een flesje, maar zal ik hem kunnen laten liggen tot over een fors aantal jaren? Prijs € 18,50.

Meer informatie over de wijnen op de website en het blog dat David Bolomey bijhoudt.

zaterdag 6 juni 2009

Restauranttip: 'Jasmijn en ik'

We hebben een kennis die altijd de leukste restaurantjes weet. Dankzij haar hebben we al regelmatig leuke ontdekkingen in eigen stad gedaan. Afgelopen vrijdag aten we met zijn drieën in zo'n restaurantje, op een plek waar je het nu niet zo snel zou zoeken. Maar bij 'Jasmijn en ik' op de Utrechtse Kanaalstraat (in de wijk Lombok) eet je werkelijk de lekkerste Aziatische gerechten. Ooit was het een klassiek Chinees restaurant, maar sinds een jaar of wat zwaait een jongere generatie de scepter. Aan de muren prachtige schilderijen van een Chinese kunstenaar die zich laat inspireren door Mondriaan; op de kaart heerlijke gerechten geïnspireerd op een breed Aziatisch palet (zo goed ben ik er ook niet in thuis, eerlijk gezegd); een uiterst sfeervolle aankleding én een uitstekende wijnkaart.
Zo te zien kwamen de wijnen van Les Genereux, in dit geval dus waarschijnlijk Margaret Wines in Utrecht. Nooit geweten dat een simpele rosé van cabernet sauvignon en grenache (Côtes de Thongues) zo prima smaakt bij zeer kruidig kipgehakt met basilicum en chili, kokosrijst en mangosalade. Thuis drinken we meestal bier of witte wijn bij Aziatische gerechten, maar ik vrees dat ik me nu nog echt eens moet gaan verdiepen in het combineren van Aziatisch gekruid eten en wijn.

vrijdag 5 juni 2009

Weinland Deutschland vanuit de lucht

Plof, iets groots op de deurmat. Hij kon er nog net door, de Deutsche Weinatlas, uitgegeven door het Deutscher Weininstitut.
Het lijvige boekwerk, 267 pagina's met spiraalrug, bevat luchtfoto's van de Duitse wijnbouwgebieden. Alle 2660 Einzellagen, 160 Grosslagen, 41 Bereiche uit de 13 wijnbouwgebieden zijn er te vinden. Elk van de dertien wijnbouwgebieden wordt ingeleid door een compact en informatief stukje over de geschiedenis, de druivensoorten, de bodem, het landschap, het klimaat, bijzonderheden én of er een toeristische route door de gebieden loopt.
Voor mijn Silvanerproeverij heb ik al druk gebruikt gemaakt van het boek, dat verder voorzien is van fraaie foto's en handige registers. Wel vind ik een minpuntje dat de luchtfoto's op een tamelijk grote schaal zijn. Het boek suggereert dat je er ook wandelingen mee kunt voorbereiden, maar daarvoor vind ik het niveau van detail toch iets te klein (of te groot, hoe zeg je dat eigenlijk....;-)).
Maar voor liefhebbers van Duitse wijn is dit een handig naslagwerk, waarin je snel wat nuttige feiten over de wijnbouwgebieden kunt opzoeken.

De Deutsche Weinatlas is te bestellen via Deutsches Weininstitut GmbH, Gutenbergplatz 3-5, 55116 Mainz; internet Deutscheweine.de De prijs is € 29,80.

donderdag 4 juni 2009

Flacons Seville, flacons Leoville

Waar ik soms helemaal barstensvol energie van terugkom, is een bezoekje aan het archief, als ik weer eens tijd heb gevonden te werken aan een nieuw artikel. Dit maal ben ik bezig met de foto's die een Nederlandse graaf, Jules van Bylandt, in 1890 in Japan kocht én zelf maakte. Die zelfgemaakte foto's zijn uniek, aangezien ze gemaakt zijn met een camera die slechts twee jaar op de markt was: de eerste portable Kodak, uit 1888. Het wordt een artikel in het Tijdschrift Oud-Utrecht van deze winter.

De graaf heeft ook stapel aankoopnota's nagelaten, en op zoek naar mogelijke reisliteratuur die hij aangeschaft kon hebben, vond ik deze rekening van Maison Wytenburg in Leiden, voor diverse diners en wijn. Van zo'n vondst word ik helemaal vrolijk!

Duidelijk te lezen zijn diverse soorten wijn die genuttigd werden: flacons Seville bijvoorbeeld, zeer waarschijnlijk een zoete zware wijn uit Spanje. Of flacons Marg(e)aux en Leoville, beide Bordeauxs met een classificatie uit 1855. Margaux is een premier cru, Leoville een deuxieme. Met Leoville zal waarschijnlijk het huidige Leoville Las Cases bedoeld zijn, het grootste deel van het oorspronkelijke Château Leoville dat in 1712 door de markies de Leoville werd gekocht. Na de Franse Revolutie werd het bezit gesplitst en delen kwamen in het begin van de 19e eeuw in handen van respectievelijk de families Barton en Poyferré. Het grootste deel is echter nog steeds bezit van de gezamenlijke erven van de markies de Leoville.
Zoals zovaak denk ik dan: even om een hoekje kijken bij een van die diners in 1887/88, in Maison Wytenburg.

dinsdag 2 juni 2009

Glass inspires: Riedelwijnglazen


Alweer enige maanden ben ik glasambassadeur. Ik heb al geschreven over eten van glas en plastic, over glas op de rommelmarkt, over wijn in pak of glazen fles. Friends of Glass vraagt mij nu iets te schrijven over wat ik zo inspirerend vind aan glas. Maar voor ik dat doe, wil ik eerst nog wat kwijt. Een dag of wat geleden startte op Foodlog namelijk opnieuw een discussie over de glazen wijnfles versus andere verpakking, dit maal de petfles. Steeds meer wijn wordt in kunststof flessen aangeboden, vooral wijnen die in enorme hoeveelheden door grote wijnmultinationals worden gemaakt. De voordelen voor milieu en transport lijken gigantisch te zijn: veel minder CO2-uitstoot bijvoorbeeld. Het gewicht van de flessen is veel minder, en ze schijnen nog beter recyclebaar te zijn dan glas ook. Voor het omsmelten van glas is voornamelijk energie nodig, bij het recyclen van kunststoffen komt energie vrij, die weer gebruikt kan worden.

Kan ik met dit soort berichtgeving nog wel glasambassadeur blijven? Ja, dat denk ik eigenlijk, wel. Aandacht vragen voor glas is de moeite waard, zolang je je ogen maar niet sluit voor de negatieve kanten die er ook aan kleven. Glas en plastic kunnen prima naast elkaar bestaan. Ik geef nog altijd de voorkeur aan glas voor een fles wijn die ik een jaar of vijf wil laten liggen. Maar voor die flessen die ik straks meeneem naar de buurtbarbecue wil ik best plastic kopen. En ik heb glazen karaffen voor het water, tijdens wijnproeverijen, maar ook een plastic kan voor in de tuin of op de camping.

Er blijven echter momenten dat er echt alleen glas op tafel komt: ik open regelmatig een mooie - glazen - fles wijn als het hele gezin om de tafel zit, een fles die al enige jaren in onze wijnkast ligt. En die wijn schenk ik dan vaak in een speciaal Riedelglas, zodat de aroma's van die wijn, een Bordeaux bijvoorbeeld, optimaal tot zijn recht komen.

Dan ben ik gelijk bij wat ik een van de inspirendste glazen voorwerpen vind: de unieke series glazen die de firma Riedel in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld voor diverse wijnen en druivenrassen.

Professor Claus J. Riedel was de eerste ontwerper die ontdekte dat het boeket, de smaak, de balans en de afdronk van een wijn worden beïnvloed door de vorm van de kelk van het glas waaruit de de wijn wordt gedronken. Ruim vijftig jaar geleden startte hij met de ontwikkeling van glazen die recht doen aan verschillende soorten wijn. Dit leidde in 1961 tot de eerste serie glazen die ontwikkeld werd in verschillende vormen en grootten. In 1973 werd de nog altijd beroemde Sommeliers-serie geïntroduceerd, waarin voor diverse grote wijnen - Bordeaux, rode Bourgogne, witte Bourgogne etc.. - een apart glas was ontwikkeld. Zo is het Bourgogneglas veel boller en lager dan het Bordeauxglas.

Het ontwikkelwerk werd daarna voortgezet door zoon Georg, en inmiddels is al weer een volgende generatie Riedel in de firma actief, de elfde vanaf het begin van de firma rond 1750.
Er zijn diverse nieuwe series, waaronder de Vinum en de O-serie, zonder steel. Maar allemaal uitgaand van het principe dat een bepaalde wijn een bepaalde vorm van het glas nodig heeft.

Zelf deed ik ooit een proeverij met drie soorten glazen: onze gewone wijnglazen, type Gildeglas, een serie machinaal gemaakte Bordeauxglazen van Riedel en een serie handgeblazen Bordeauxglazen van Riedel. Nico en ik kregen er blind wijn ingeschonken. We waren er 100% van overtuigd met drie verschillende wijnen te maken te hebben, waarbij de wijnen in de Riedelglazen krachtiger waren dan die in het gewone glas. Uiteindelijk bleek in alle glazen dezelfde wijn te bevatten, een grote Bordeaux.

We hebben momenteel drie soorten Riedelglazen in huis: voor Bordeaux, voor rode Bourgogne en voor Riesling. Als je dit soort dingen kunt bereiken met glas, dan ben je in mijn ogen toch een ware tovenaar. En je maakt mij niet wijs dat je dat in plastic kunt evenaren.....

maandag 1 juni 2009

Three Vines


De masterclass van wijnmaker Philip Laffer van Jacob's Creek stond oorspronkelijk aangekondigd onder de titel New Varietals. Helaas heeft Laffer dit thema nauwelijks behandeld; hij wijdde er slechts een paar zinnen aan.
Laffer merkte op dat Australië op dit moment bezig is druivenrassen te ontdekken die wel aangeplant staan, maar veel te lang verwaarloosd zijn. Zo brachten Italiaanse immigranten rond 1950 sangiovese naar hun nieuwe vaderland, maar de wijnindustrie heeft er tot nu toe weinig mee gedaan. Toch zijn het dit soort variëteiten die het veel beter doen in het overwegend warme continent dan de klassieke soorten als chardonnay, cabernet sauvignon en riesling. Laffer verwacht dan ook een toenemende aandacht voor de mediterrane druivenrassen: tempranillo, grenache, sangiovese etc....

Jacob's Creek is al begonnen met het uittesten van deze rassen in hun wijnen: in de supermarkten wordt momenteel de serie Three Vines gepromoot. Er is een witte, van semillon, sauvignon blanc en viognier; een rosé, van shiraz, grenache en sangiovese; en een rode, van shiraz, cabernet sauvignon en tempranillo. Ze zullen voor € 6,99 bij Albert Heijn verkrijgbaar zijn.
Recent ontving ik van elk van de drie wijnen een proeffles. Van deze drie vonden we de rosé Three Vines het geslaagdst, gevolgd door de witte. Beide zitten tussen onze categorie 1 en 2 in: we zijn blij als we dit op een feestje krijgen, en zullen het zelfs misschien wel eens kopen voor tuinconsumptie. De rode viel minder in de smaak; de neus is fruitig en vol, maar de afdronk is verbazingwekkend kort voor een wijn met die drie druivensoorten. En een wijn die toch wat (ouder) hout heeft gehad, speciaal met dit doel, namelijk 'to provide a degree of richness, mellowness and complexity' (uit de technische gegevens van de wijn). Deze rode krijgt helaas categorie 3.

De witte wijn dronken we bij een in aluminiumfolie in de oven gegaarde zeebaars, volgestopt met verse groene kruiden uit de tuin als dille, venkel en peterselie. De combinatie was uitstekend, de wijn heerlijk fris, fruitig en met net dat tikje abrikoos van de viognier om hem te onderscheiden van een simpele witte Bordeaux (waarvan de blend sauvignon blanc en semillon is). Meestal verzorgt semillon de volheid in deze blend, maar de viognier gaf er hier toch net weer een ander soort rijkdom aan. Heerlijk!

De rosé is naar onze mening de topper van de serie: goed gebalanceerd, met veel kruidig fruit (grenache) en precies zoals het technische fiche uitlegt: het droge, kersenachtige van de sangiovese om hem uiterst drinkbaar te maken, zonder zoetje.
Er is tot slot een fraaie website van Three Vines, met achtergronden, sfeerbeelden en recepten. De moeite waard!