woensdag 22 september 2004

In de Volkskrant van 21 augustus jl. werden de wijnen van het Chinese label Dragon Seal omschreven als in meerderheid hele nare producten, duistere brouwsels met gemeen smakende chemicaliën. Wel zou er uit China op andere plaatsen fatsoenlijke wijn gemaakt worden.

Waar had ik die naam Dragon Seal eerder gezien… Ah, ik herinnerde me de laatste mailing van Van Wageningen en de Lange, met een keur aan ‘wereld’wijnen. Daaronder zaten verrassend genoeg ook een aantal wijnen uit China, van het label Dragon Seal. Ik kon me echter niet voorstellen dat ze bij Van Wageningen en de Lange slechte wijnen zouden verkopen, dus ik was zeer geïnteresseerd toen ik een fles Dragon Seal Gamay cadeau kreeg. We dronken deze Gamay uit 2002 bij geroosterde procureurlapjes van de barbecue, met zelfgebakken knoflookbrood. Een heerlijke combinatie, de wijn was een grote verrassing. Een zeer afgeronde, uitgebalanceerde wijn, met voldoende zuren, net genoeg tannines en geen zoetje. Als je me had vertelt dat het een goede Beaujolais was, had ik het onmiddellijk geloofd. En dat voor maar € 7,95. Je vraagt je af hoe ze de wijn voor dat geld naar Europa kunnen halen.

De wijnen van Dragon Seal worden overigens gemaakt door een Franse wijnmaker uit de Languedoc. De winery gaat terug tot 1910, toen een Franse pater het kerkhof van de kerk in Heishanhu (in de buurt van Beijing) veranderde in een wijngaard. Met hulp van een Franse wijnmaker produceerde hij rode en witte wijn voor de mis en voor dagelijks gebruik. Deze wijngaard werd later genationaliseerd tot Beijing Winery. Dragon Seal is een dochter van de Beijing Winery en maakt opnieuw bewust gebruik van Franse wijnmakers. De eerste fles Dragon Seal wijn werd in 1988 geproduceerd.

Uit deze ervaring blijkt weer hoe kritisch je (kranten)artikelen over wijn moet lezen: geloof er niets van en trek bij voorkeur je eigen conclusies. Proef zo veel mogelijk zelf en sta open voor nieuwe ervaringen en ontdekkingen.

Reageren:m.beukers@xs4all.nl

donderdag 2 september 2004

Een van Canada’s beste ‘viticultural areas’ – vergelijkbaar met een Franse appellation – is het Niagara schiereiland in Ontario. En als je als wijnliefhebber de Niagara watervallen bezoekt, moet je natuurlijk ook even het Canadese achterland bezoeken en naar minstens één winery gaan. Voor ons was de keuze snel gemaakt: wij kenden Inniskillin uit de wijntijdschriften en besloten voor dit bedrijf een korte excursie over de grens te gaan maken.
Inniskillin produceert op Europese leest geschoeide wijnen en is beroemd om zijn ijswijnen, onder andere van de vidal. Dat Europese is overigens niet zo verwonderlijk, aangezien een van de oprichters en wijnmakers een Oostenrijker is, Karl J. Kaiser. Bovendien vonden wij de hele sfeer in Canada, in ieder geval op die paar vierkante kilometer die wij bezochten, heel Europees.

We proefden een aantal zeer indrukwekkende wijnen, waaronder diverse ijswijnen, onder andere een ongelofelijk rijke Cabernet franc. Daarnaast was er Pinot Noir, Viognier en Riesling. Graag hadden we er dozen vol van meegenomen, maar budget, Amerikaanse invoerrechten en vervoersproblemen weerhielden ons daarvan. Uiteindelijk kozen we voor een fantastische Icewine, Oak Aged Vidal 2002, voor het lieve prijsje van 110 Canadese dollar. Daarnaast gingen er vier flessen viognier mee, Silver Label Servos Vineyard Viognier 2002, een wijn die werkelijk geweldig was. Vooral heel vol (de wijnbeschrijving noemt dat creamy texture) en toch ook mineralig. De laatste fles had eigenlijk mee naar huis gemoeten, maar we besloten hem wegens ruimtegebrek te drinken op een van de laatste avonden van onze vakantie, bij de sushi die we supervers gehaald hadden in Boston's Quincy Market Food Court. Vast geen geaccepteerde combinatie, maar het smaakte ons heerlijk. Jammer dat deze wijnen in Nederland niet te koop zijn (bij mijn weten).

Reageren: m.beukers@xs4all.nl

woensdag 11 augustus 2004

Helaas brengt een bezoek aan een winery ook wel eens teleurstellingen. Maar ik moet toegeven, het was voor het eerst dat we maar twee flesjes meenamen van een proeverij.
Hoewel genoemd in een reisreportage in Decanter over de Finger Lakes en hoewel in het bezit van een indrukwekkende hoeveelheid wijnen, viel Glenora ons tegen.
Niet wat de ligging en de ambiance betreft. Je hebt er prachtige uitzichten over Lake Seneca, het langste van het handjevol meren in upstate New York. En een ruim proeflokaal met vriendelijk personeel, dat echter wel heel kleine hoeveelheden schonk. Soms te weinig om goed te proeven.
Maar wat proefden we dan? Aangezien je per persoon maar vijf wijnen mocht proeven, kozen mijn man en ik uiteraard verschillende wijnen. Ik geef hieronder de oordelen die we bij de geproefde wijnen hebben genoteerd:
- Cayuga White (Am. hybride): heeft iets weg van Clairette de Die; het zoet overheerst echter het zuur te veel.
- Alpine White: bestaat uit 75% cayuga (Am. hybride) en 25% chardonnay; droog, fruitig, goed zuur; twee flessen van meegenomen, die je echter heel koud moest drinken, anders werd het een laf wijntje.
- Gewürztraminer: wel aardig, maar weinig zuur, geen diepte.
- Meritage: cabernet sauvignon, cabernet franc en merlot; weinig diepgang, wel lekker drinkbaar, veel tannines.
- Cabernet Franc: ééndimensionaal, lijkt op goedkope chinon.
- Classic Blush: gepromoot als hun versie van witte zinfandel, maar gemaakt van cayuga; geen zuur, verdunde aardbeiensmaak; aardig maar niet bijzonder.
- Catawba: mooie roze kleur, subtiele geur, jammig, wel voldoende zuur, toch te zoet.
- Glenora Port: cabernet sauvignon en baco noir; te zoet, te veel alcohol, ‘groene’ geur, mist finish.

Gelukkig maakte het dinner op het terras van het bijbehorende restaurant Veraisons veel goed. En tijdens het eten proefden we nog enkele wijnen die beter waren en goed bij de gerechten pasten. Bijvoorbeeld een Pinot gris en een Riesling. Maar als geheel viel ons deze winery tegen en bevestigde de proeverij alle vooroordelen over Amerikaanse wijnen: te zoet!

donderdag 5 augustus 2004

Wijnbouw in New York

De eerste Amerikaanse koloniën in de zeventiende eeuw verschilden in vele opzichten van elkaar. Maar er waren ook diverse overeenkomsten. Eén daarvan was de wens om zo snel mogelijk wijn, olijven en zijde te produceren, zodat de kolonisten hiervoor niet afhankelijk waren van aanvoer uit soms vijandige verafgelegen naties.
Met die wijnbouw is het pas in deze eeuw goed gekomen. Er werden in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw in het noordoosten van de Verenigde Staten vele pogingen ondernomen om wijn te maken van zowel geïmporteerde vinifera stokken als van inheemse druiven. De vinifera wijnstokken hielden het er zonder moderne chemicaliën hooguit een of twee seizoenen uit en de inheemse druiven leverden geen drinkbaar product. De negentiende eeuw zag wel enige verbetering, maar de drooglegging aan het begin van de twintigste heeft de locale wijnindustrie geen goed gedaan. Pas in de jaren tachtig is de wijnbouw met vinifera stokken hier weer serieus van de grond gekomen.
Anno 2004 kent de staat New York een tweetal interessante wijnbouw-gebieden: de Hudson-vallei en de Finger Lakes. In de Hudson-vallei waren we op onze Amerika-reis helaas te kort om er een winery te bezoeken, maar aan Lake Seneca en Lake Cayuga, in het gebied van de prachtige Finger Lakes, proefden we een aantal interessante ‘wijnen’.
Eén daarvan is volgens Europese normen strikt genomen geen wijn: Glen Haven Blueberry Wine mag volgens de wetten in de Oude Wereld eigenlijk geen wijn genoemd worden, omdat de drank niet van druiven maar van bosbessen is gemaakt. Deze vruchtenwijn smaakte echter verbluffend goed. De wijn had stevige tannines, een volle smaak en rijpingspotentieel. Ik heb nog geen idee waarbij we ons flesje gaan drinken, maar voorlopig ligt íe goed in onze wijnkast.
Een andere interessante fles, evenals de bosbessenwijn gekocht op de farmers’s market in Ithaca aan Lake Cayuga, was een droge Riesling 2002 van Sheldrake Point. De winery is prachtig gelegen aan het meer (volgens de folder) en de Rieslings zijn bekroond met diverse prijzen. Wij vonden de Riesling inderdaad zeer de moeite waard, zowel bij het eten als als aperitief. Jammer dat we maar één fles kochten. Bij een volgend bezoek aan het gebied zullen we er zeker opnieuw naar op zoek gaan.

woensdag 4 augustus 2004

Het is ons gelukt: zelfs van een vakantie in het noordoosten van de VS hebben wij nog een vineus interessante reis kunnen maken. Vrienden en kennissen voorspelden dat wij dit jaar wel niet veel interessante wijn zouden drinken. Niets is minder waar! Ik moet er wel eerlijk bij vermelden dat de beste wijn, naar ons idee, afkomstig was uit Canada en niet uit de VS. Daarover later meer.
De reis begon al goed met de vliegtuig-wijn. United Airlines schenkt in de economy class twee redelijke Californische wijnen, een Cabernet Sauvignon van Brook Hollow (2002) en een Chardonnay Classico (uiteraard) uit de Central Valley, Vina Canepa 2002.

Na een dag Washington D.C. begon voor ons de reis pas echt. Via Baltimore reisden we door Maryland richting Pennsylvania. Op de grens van deze twee staten ligt Fiore Winery, opgericht door Michael Fiore, Italiaan van geboorte en opgevoed in de wijntradities van dat land. Fiore maakt wijnen met voornamelijk vinifera druiven, maar ook met Amerikaanse hybriden als de chambourcin, de concord en de vidal. Zoals was te verwachten vonden we wijnen van de concord – een druif die vooral gebruikt wordt in druivenjam (grape jelly) - niet geslaagd. Een slokje van de Scarlette en je had het idee dat je een mond vol aardbeienkauwgom had. Hoe kunnen ze het drinken……
Fiore’s droge witte Vidal Blanc was al een stuk beter, maar helaas ook niet naar onze zin. De vidal komt ons inziens beter tot zijn recht in Canadese ijswijnen….
Weer een slag beter waren de Riesling en de Chardonnay, maar waar we uiteindelijk voor vielen waren twee rode wijnen, de Zinnavo 2000 en de Chambourcin 2000. Beide pittige wijnen, in de Italiaanse stijl. Zinnavo wordt gemaakt van cabernet sauvignon en cabernet franc uit Maryland en zinfandel uit Californië. De wijn wordt dan ook omschreven als Maryland’s eerste ‘bi-coastal proprietary wine’.
In de Chambourcin, een Frans-Amerikaanse hybride die goed bestand is tegen schimmelziektes, proef je kersen en pruimen, maar ook kruiden als tijm en basilicum. Een heerlijke wijn bij Italiaans eten, zelfs bij de afhaalpizza die we een paar dagen later aten. Ons inziens is Fiore dan ook met recht vermeld in het april-nummer van Decanter. We zouden deze wijnen best in Nederland willen zien.

maandag 31 mei 2004

Bezoek aan de Apostelhoeve

Het bezoekje aan de Apostelhoeve op 16 mei, hoe kon ik het vergeten te beschrijven. Een idyllischer plekje voor een wijnboerderij en wijngaarden heb ik nog niet eerder getroffen.
Slechts een kleine twee weken na ons bezoek aan een andere 'naam' in de regio, Genoels Elderen in België, was ik op een stralende zaterdagochtend bij een wijnmaker aan de Nederlandse kant van de grens.
Met grote verschillen: Genoels Elderen, een statig kasteel dat zich richt op de Bourgondische druiven, Apostelhoeve een prachtige hoeve van mergelblokken met Elzassers in de wijngaard. Op mijn vraag aan Mattheu Verhulst waarom dat nu was, antwoordde hij slechts dat het een kwestie van keuze was. Apostelhoeve heeft riesling, müller thurgau, auxerrois, pinot gris, Genoels Elderen heeft pinot noir en chardonnay.
Persoonlijk vind ik de wijnen van de Apostelhoeve geslaagder. Op de een of andere manier passen ze beter bij de streek, bij de omgeving.
Tijdens de korte toer door de wijngaarden en langs de opslagkelders wist Mattheu Verhulst ons te boeien met zijn vlotte verhaal. Heel goed om alles eens in het Nederlands uitgelegd te krijgen en niet in het Frans. Tot slot van de ochtend proefden we onder leiding van Verhulst drie wijnen: de Cuvée XII, Auxerrois 2002 en Riesling 2002. Helaas, ik vond de Cuvée XII geen succes. Met Perswijn kan ik het dan ook niet eens zijn: zij benoemden deze assemblage in het eerste nummer van dit jaar als voller, rijker en vineuzer dan de variëteitswijnen. De slokken Riesling waren voor mij echter een verademing na de Cuvée, die ik, hoewel volledig droog gevinifieerd, toch iets ondefinieerbaar zoets vond hebben. Mijn collega's aan de proeftafel kozen veelal voor de assemblage. De Auxerrois vervolgens was een complete verrassing. Wat een fantastische wijn is dat, vooral omdat ik de druif alleen kende van de gortdroge wijnen uit de Cotes de Toul van vorig jaar. Vanavond gaat die Auxerrois open, bij de asperges.

dinsdag 4 mei 2004

Na een weekendje Haspengouw even verslag van de wijnavonturen aldaar. De Haspengouw is een prachtige streek in Belgisch Limburg, net even ten westen van Maastricht. Dit weekend hadden de meeste fruitbomen er helaas al hun bloesem verloren, alleen de appelbomen stonden nog mooi in bloei. Naast wat cultuur in het oude stadje Tongeren zochten we er uiteraard ook naar wijn.

Al in de Middeleeuwen werd in deze streek wijn verbouwd, maar ook hier heeft de kleine ijstijd van de zestiende en zeventiende eeuw zijn tol geeist. Bovendien bleek graan meer op te brengen en kregen de wijnbouwers te maken met een ziekte in de wijnstokken. In de jaren negentig van de twintigste eeuw zijn ook hier, net als op vele plaatsen in Nederland, diverse initiatieven ontplooid om de wijnbouw nieuw leven in de blazen. Zo is in Borgloon de wijngaard De Groote Mot in ere hersteld, op de zuidhelling van het hoger geleden stadje. Deze wijngaard werd oorspronkelijk in 1340 aan de kapittelheren van de St. Odulfuskerk geschonken. Het middeleeuwse gilde van wijnverbouwers in het stadje leeft voort in het hedendaagse Gilde der Loonse Wijnluyden.

Overigens verbleven wij in de schitterende vierkantshoeve De Wijngaardhof te Gutschoven, enkele kilometers zuidelijk van Borgloon. De boerderij is gelegen aan de Wijngaardstraat, een teken dat ook hier vroeger mogelijk wijngaarden hebben gelegen. De huidige eigenaren telen appels, peren en kersen, maar jammergenoeg geen druiven.

De Haspengouw heeft sinds januari 2000 zelfs een AOC: Haspengouwse wijn, Gecontroleerde oorsprongsbenaming.
De wijn mag slechts onder deze benaming verkocht worden indien hij voldoet aan strenge voorschriften betreffende soorten, kwaliteit, opbrengstbeperking en laboratoriumanalyses. Het Ministerieel Besluit van de erkenning van Haspengouwse wijn als kwaliteitswijn met gecontroleerde oorsprongbenaming is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 6/1/2000. Op de naleving hiervan wordt nauwlettend toegezien door de Belgische Federatie van de Wijn en het Ministerie van Economische Zaken.

Drijvende kracht achter de Haspengouwse AOC is het Wijnkasteel van Genoels Elderen, waar wij maandagochtend om half elf reeds uitstekende chardonnay en pinot noir proefden. Alleen stom dat ik nog zo kort geleden mijn tanden had gepoetst, dat maakte het proeven wel een stuk lastiger... Nu zullen we de flessen binnenkort maar eens open maken bij een lekkere maaltijd. Over de pinot noir, uit 2001, werd geadviseerd ze nog minstens twee jaar te laten liggen. Die liggen inmiddels veilig in onze wijnkast.