donderdag 1 september 2005

Roquefort en wijn

Op mijn werk ben ik actief in een werkgroep om de interne communcitie te verbeteren. Ik stelde voor een weblog te installeren, iets dat we nu druk aan het uitwerken zijn.
Volgens de lectuur die ik daarvoor doorneem vandaag, moet een blogger zich wel dagelijks melden, anders kijkt je publiek niet reikhalzend naar je uit.
Nou, dat wil ik wel natuurlijk. Dus gelijk maar weer de draad opgepakt. Een verslag van het bezoekje aan de Caves de Roquefort.

In het dorpje Roquefort op de Causse du Larzac is maar één ding belangrijk: schapenkaas. De schapen grazen op de prachtige hoogvlakten, de Causses. De melk van deze schapen gaat naar een tiental producenten, waarvan de Société de grootste is. In het zomerseizoen worden de grotten van de Société druk bezocht door toeristen. Helaas lag er geen Roquefort meer te rijpen toen wij de grotten bezochten. Zal je altijd zien. Alle kaas was net naar de koelpakhuizen verhuisd. Pas vanaf december gaan de schapen weer lammeren en dus melk geven en wordt er weer kaas gemaakt.
In Nederland kennen we maar één soort Roquefort. Ter plekke worden ook nog twee andere variëteiten gemaakt en verkocht: een scherpere, uit de Cave des Templiers, en een zachtere uit de Cave de Baragnaudes. Vooral de soorten die je in Nederland niet kunt kopen bevielen ons het best (natuurlijk).
Op onze vraag wat er ter plekke nu bij Roquefort wordt gedronken kwam het verrassende antwoord: krachtige rode streekwijn bij gewone Roquefort en Cave des Templiers, zoete witte bij de Cave de Baragnaudes.
Beide varianten hebben we natuurlijk bij de tent uitgeprobeerd: bij de Templiers een hele simpele Cotes de Millau, bij de Baragnaudes een St. Jean de Minervois. Beide combinaties waren verrukkelijk! Weer wat geleerd.
Over de Cotes de Millau binnenkort meer.

maandag 15 augustus 2005

Rode Sancerre

Om onze reis naar het zuiden te onderbreken hebben we dit jaar speciaal een bekend wijngebied uitgezocht. Het was nauwelijks om wanneer we niet van Parijs rechtstreeks de autoroute naar Bourges namen, maar die naar Nevers. Ter hoogte van Sancerre kun je dan weer doorsteken naar Bourges. Onze aanpak werd beloond: Sancerre is een prachtig plaatsje, waar je uitstekend één of twee overnachtingen kunt plannen. Vooral komend vanuit het zuiden en het westen heb je een indrukwekkend gezicht op het middeleeuwse stadje, omringd door wijngaarden.
Rond het stadje liggen ook een aantal wijndorpjes, onder andere Bué. Hier gingen we op zoek naar wijnmakers waar we in de Revue de Vin van mei over hadden gelezen: Robert en François (vader en zoon) Crochet. Hun rode Sancerre werd erg geprezen en was ook aantrekkelijke geprijsd.

We troffen op een hete vrijdagmiddag zo rond 17.00 uur vader Crochet, bezig in de kelders van het zeer bescheiden huis. Geen wijngaarden direct in de buurt, eigenlijk wees weinig op het feit dat dit een wijndomein was. Gelukkig stond er wel een bordje in de voortuin.
Nadat bleek dat we wel wat Frans spraken, werd Monsieur Crochet wat spraakzamer en vertelde ons een en ander over zijn rode Sancerre's, de angst voor hagelbuien en de verschrompelde trossen in de zomer van 2003.

Ondertussen proefden we zijn wijnen: een prima witte, een 'gewone' rode en de Reserve de Marcigoué, die ook in de Revue de Vin was besproken. Vooral van de beide rode wijnen waren we zeer onder de indruk. Rode Sancerre wordt gemaakt van pinot noir en stond tot voor kort niet zo goed bekend. Voor de grote phylloxera-uitbraken echter van rond 1870 was zelfs 90% van alle Sancerre rood en dus pinot noir.

De rode Sancerre's van Robert en François Crochet (er zijn vele Crochet's in Bué) bewezen dat er in Frankrijk nog steeds heel goede pinot noir voor een redelijke prijs wordt gemaakt – als je maar verder kijkt dan de Bourgogne! Veel fruit, goede structuur, goede balans, elegant en voor de Reserve de Marcigoué stevige tannines. De gewone rode ging mee voor de camping. De Marcigoué hebben we op de terugweg naar Nederland opgehaald, voor over een aantal jaren. Prijzen: € 8,50 voor de rouge 2004, € 12,50 voor de Reserve de Marcigoué.

woensdag 10 augustus 2005

Mas de Daumas Gassac

Eigenlijk ben ik meer onder de indruk van de omgeving en de plek van het domein dan van de wijn, geloof ik. Tijdens onze vakantie bleken we niet al te ver van het beroemde Mas de Daumas Gassac te zitten. Dus bezochten we dit domein aan het eind van een prachtige dag wandelen bij St. Guilhem-le-Désert en zwemmen in de Herault.
Nog nooit zijn we een Franse wijnmaker tegengekomen die zo voortvarend zijn eigen domein promoot. Zodra je Gignac via de D32 richting Aniane verlaat, zie je de borden al verwijzen naar Daumas Gassac. En dat wordt iedere paar honderd meter herhaald, zeker 2 km lang. Bordjes in alle soorten en maten. In die wilde, prachtige omgeving is dat ook wel geruststellend, want het smalle weggetje slingert zich tussen akkertjes met wijn en ruige bossages, de veel geroemde 'garrigue'. En dan plotseling is er een afslag, een karrenspoor op. Een bordje geeft aan dat je de tegenoverliggende 'parkeerplaats' kunt gebruiken om de draai beter te maken. De tegemoetkomende vrachtwagen had dat absoluut nodig!
Bij de chai – gehuisvest in een oude molen aan het riviertje de Gassac – aangekomen, heerst de drukkende hitte en stilte van het omringende platteland. Een paar auto's staan er geparkeerd, enkel Fransen.
We worden ontvangen door twee vriendelijke Franse meiden, die ons rondleiden langs de druivenstortplaats, de cuvée's en de vaten. Ook het verhaal van monsieur Guibert die in de jaren '70 een huis kocht, wordt niet vergeten: Guibert had helemaal niet het oogmerk wijn te gaan maken, maar een bevriende geoloog wees hem op het feit het terrein rond de 'mas' daar uitermate geschikt voor was. Professor Emile Peynaud, beroemd oenoloog verbonden aan de universiteit van Bordeaux, ook een vriend, werd ingeschakeld om nadere adviezen over het terroir te komen geven, met alle gevolgen van dien. Een fantastisch domein was geboren, waarbij de omringende natuur een net zo belangrijke rol speelt als de aanwezige bodemsoorten. Heel bewust zijn de akkertjes op open plekken midden tussen de garrigue geplaatst, zodat vlinders, kruiden, bloemen en planten hun rol kunnen spelen. Bestrijdingsmiddelen worden niet gebruikt, en de folders en de website spreken van wijnstokken die niet gekloond zijn. Of dat betekent dat ze ook niet geënt zijn op Amerikaanse wortelstokken weet ik nog niet, daar moet ik nog eens achter zien te komen. Volgens mij is het verboden en zo niet, een hele risicovolle onderneming, gezien de ravages die de phylloxera kan aanrichten.

Mas de Daumas Gassac is bekend om zijn twee grote wijnen, een rode en een witte. Daarnaast worden ook series tweede wijnen gemaakt onder het label Moulin de Gassac. De tijd en verveelde kinderen lieten niet toe dat we alle wijnen proefden, dus hebben we ons beperkt tot de twee toppers.
Vooral de witte (2004) beviel mij zeer, zeer goed: viognier, chenin, chardonnay en petit manseng. Voornamelijk druiven die in de AOC's van de Languedoc niet zijn toegestaan. De wijnen van Mas de Daumas Gassac hebben dan ook VDP op het etiket: Vin de Pays de l'Herault.
Over het algemeen ben ik een voorstander van het verbouwen van druiven in de streek waar ze thuishoren. Hier bij Mas de Daumas Gassac ga je echter ook beseffen dat terroir soms zo dwingend kan zijn dat je wel andere druivensoorten móet proberen. Guibert heeft naar mijn mening een fantastische beslissing genomen: bodem en omringende natuur laten bepalen welke druiven hier verbouwd moeten worden om de beste wijnen te kunnen maken.

De rode (2003) was nog zeer gesloten, tanninerijk. Ik heb altijd veel moeite daardoorheen te proeven, maar ondanks dat kon je wel 'aanvoelen' dat dit over zeven jaar een hele mooie wijn gaat worden. En nu maar hopen dat we die zes flessen zolang kunnen laten liggen.

Tot slot proefden we een zeer bijzondere vin de liqueur, Vin de Laurence, gemaakt van sercial (madeira-druif!) en muscat. Een verrassend frisse combinatie, die echter wel heel duur verkocht werd: 50 euro voor 50cl. Het ging me aan het hart, maar die hebben we maar niet mee terug genomen. Volgend jaar misschien. Want dat we teruggaan, dat is zeker. Om te wandelen in de garrigue, om de overige wijnen te proeven, om te genieten van de prachtige omgeving. De folders met info van het domein hoop ik deze winter te vertalen, goed voor mijn Frans!

maandag 8 augustus 2005

Terug van weg geweest

Zo, na een prima vakantie in Frankrijk is er weer veel te vertellen: binnenkort verhalen over rode Sancerre's, Mas de Daumas-Gassac, Picpoul de Pinet, Cotes de Millau, Roquefort combineren met wijn, Franse supermarktwijnen, eendeborst a la Onno Kleijn, de fascinerende geschiedenis van de phylloxera (boek van Christy Campbell gelezen) etc... Zelfs in de nieuwe Harry Potter (Harry Potter and the Half-blood Prince) kwam ik wijn tegen. Nog even geduld, eerst moet de was opgeruimd en het huis aan kant!

zondag 17 juli 2005

Eiswein

Twee dingen dit weekend. Allereerst de tips van het Volkskrant Magazine voor als je Duitsland bezoekt. Tip 10 luidt: 'Bestel eens een wijntje' (het woord alleen al, wijntje). Ik citeer: "Jarenlang schromelijk ondergewaardeerd als bocht met bubbeltjes, geldt Duitse witte wijn vandaag de dag onder kenners als absolute Weltspitze [mee eens, mb]. Van de fruitige Riesling uit het Moezelgebied tot de krachtige Weissburgunder uit Baden: stuk voor stuk genieten. Vergeet ook de Duitse rooie (zoals de Eiswein) niet. Die maakt al een kwart uit van de totale Duitse wijnproductie."
Zie je de misser? Moet toch wel, als wijnliefhebber. Duitse rooie is inderdaad steeds beter. Duitse Eiswein is genieten met een grote G. Maar om Eiswein als een van de Duitse 'rooien' te kwalificeren, huh......

Tweede puntje: ik las op een avond de bundel In vino veritas. Aardig leesvoer, met een paar prachtige verhalen. Helaas ook een paar saaie en een paar slechte. Maar goed. In een van die verhalen kwam ik het volgende tegen: in de vorige eeuw, 'toen dames champagne nog uit brede coupes dronken', zou er een kwastje hebben bestaan waarmee de belletjes uit de champagne geveegd konden worden... (verhaal van Kees Klerks uit 1992). Dit kwastje 'uit oma's kast' intrigeert mij mateloos. Bestond het echt? Werd het echt gebruikt? Zijn er foto's van? Wie er meer van weet, reageer aub!

dinsdag 12 juli 2005

De Bremer Ratskeller

Als surfend kwam ik onlangs de Bremer Ratskeller tegen: een kelder onder het stadhuis in Bremen die al 600 jaar in gebruik is als wijnlokaal. Dit klinkt misschien wel erg simpel, maar ga maar eens kijken op de website. Het is niet zomaar maar een wijnlokaal, maar een heel complex van restaurant, proeflokaal, wijnwinkel e.d. Hadden we dat in Utrecht onder het stadhuis ook maar! Tenslotte schijnen daar ook de stadswijnkelders geweest te zijn, al heb ik daar nog geen echt hard bewijs van gevonden. Er is in Utrecht wel een rekening uit het midden van de zestiende eeuw waarin de stadswijnbewaarder zijn uitgaven verantwoordt, maar daarin is weinig te vinden van de exacte plaats van die kelder.
Terug naar Bremen: de huidige Raadskelder dateert uit 1405 en bevat nog wijnen uit 1653. Deze wijn, uit Rüdesheim, wordt bewaard in een speciale kelder. Hij wordt helaas niet meer uitgeschonken. Jammer, maar ook wel begrijpelijk. Welke wijnliefhebber zou zoiets nu niet willen proberen?
Sinds de zomer van 2004 staat het stadhuis van Bremen (en dus ook de wijnkelder) op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.

maandag 4 juli 2005

White Lie

Hoewel vrouwen al 60% van de wijndrinkers vormen en 80% van de wijn-aankoopbeslissingen maken, schijnt er toch nog speciaal voor vrouwen wijn op de markt gebracht te moeten worden. In Amerika is onder andere White Lie Early Chardonnay op de markt, met minder alcohol en minder calorieën. Zouden er nu echt vrouwen zijn die daar in trappen: 97 calorieën in plaats van 125; 9.8 procent alcohol in plaats van 14.5?

"For all of us who are sort of running around and balancing our families and our careers and all that crazy stuff we have going on, we thought, 'Wouldn't it be great to have a lighter chardonnay that was lower in alcohol that we could feel good about consuming every day and still be able to get up at 5 (a.m.) and take care of the kids or go to the gym?'" said Tracey Mason, of Berringer Wines.

Zie je het voor je: de avond daarvoor een fles White Lie, en dan kun je toch 's morgens om 5 uur op! Maar waarom moet je een hele fles op? Je kunt je ook gewoon beperken tot één of twee glaasjes bij het eten, als je de volgende dag weer vroeg op moet.
Enfin, weer een wijnmerk erbij. En iets om over de schrijven, dat is waar....