zondag 14 februari 2010

Bier, kroegleven en carnaval


De komende maanden zal ik veel in Den Bosch zijn, in het Noordbrabants Museum. De afgelopen dagen heb ik, afgezien van een bommelding, al kunnen genieten van de start van carnaval. Voor een buitenstaander is het best grappig de straten steeds kleuriger te zien worden, met rood-wit-gele vlaggen en schilderingen van Oeteldonkse kikkers. Het kroegleven begon afgelopen donderdag al, en zal doorgaan tot dinsdag 16 februari, zo heb ik begrepen.

Apart is het ook me te realiseren dat wijn in dit feest nauwelijks een rol speelt. In de kroeg drink je bier of borrels, zo heb ik me laten vertellen. En die traditie gaat al eeuwen terug. In het Rijksmuseum is nog tot 1 maart een kleine tentoonstelling te zien van prenten over het kroegleven in vooral de zeventiende eeuw. Met die prenten is iets opvallends aan de hand: er zijn helemaal niet zo veel zuipende zatlappen op te zien als je wel zou denken! De mensen op de prenten vieren overduidelijk feest, dansen, dobbelen en zitten in elkaars blouse, maar bekers en kannen zijn op de vingers van een hand te tellen. En als er dan iets gedronken wordt, is het bier, geen wijn. Tenminste, dat lijkt het drinkgerei, bestaande uit aardewerken kannen en bekers, te suggereren.

Een topstuk van het Noordbrabants Museum bevestigt dit beeld. Op een Brussels wandtapijt uit de 18e eeuw dat gemaakt is naar een schilderij van David Teniers II (1610-1690) is een herberg te zien met feestende mensen ervoor. Maar een enkeling heeft een beker of een kan in de hand; glazen of flessen zijn niet te zien.

Is het dan echt waar, dat carnaval om het feestvieren gaat, en niet om het zuipen? Je zou het bijna gaan geloven...

vrijdag 12 februari 2010

Winter, snoeien en Saint Vincent


Hij weet van geen wijken, die winter.... Waren we de sneeuw net kwijt, viel er afgelopen woensdag weer zo'n pak dat dagen blijft liggen.... Het zal best mooi zijn in de wijngaarden, maar ik heb er schoon genoeg van.

Door al die kou ben ik bijvoorbeeld nog helemaal niet toegekomen aan de snoei van onze Boskoop-druivenstok. En daar moet ik toch wel eens aan gaan beginnen, volgens mij.
Traditioneel wordt er gesnoeid na Saint Vincent, 22 januari. Op die dag worden processies in heel Frankrijk gehouden ter ere van de beschermheilige van de wijnbouwers. Fotograaf Aurélien Ibanez maakte er een prachtige reportage van in Chassagne Montrachet, te zien op zijn blog. Neem even een kijkje, om al die sneeuw hier tijdelijk achter je te laten.

Foto: Aurélien Ibanez

woensdag 10 februari 2010

Meer Pinard

Een week of wat geleden schreef ik over (Père) Pinard en de pakken goedkope wijn die in Nederland in de jaren '70 met die naam op de markt waren. Ik had geen afbeelding van de beruchte pakken, maar een kennis, Raymond, wel, en hij stuurde me onlangs een serie van drie toe. Wit, rood en rosé was er .....

Raymond is een echte 'wijnfreak' en heeft een website waarop hij zijn onderzoek naar de wijnhandels van Nederland in vorige eeuwen publiceert. Recent zette hij daar een prachtige serie historische foto's uit de Champagne op, die ik hier van harte aanbeveel. Kijk op zijn site Wijnfreak onder Inhoud/Coffret d'Autrefois!

zondag 7 februari 2010

Mencia and Prieto Picudo: wines from Bierzo and León


On Monday, January 25th I was one of the visitors at the tasting of Spanish wines from Castilla y León. Frankly, I talked more with old and new acquaintances than I tasted wines. Fortunately, it is often more interesting to get to know one or two producers extensively than it is to visit all the tables and try all the wines. And that is what I did.

I would like to pay attention to two producers, who struck me by their interesting wines, both from the Bierzo region. Bierzo is in the far north of Spain, not far from Santiago de Compostella.

Mengoba
Bodega & Viñedos Mengoba was represented by the young owner Gregory Perez. Mengoba had an excellent white wine, Godello, three wines from Prieto Picudo (two red, one rosé) and a wine of the grape variety Mencia. That's what I like: wineries that focus on native grape varieties, especially if the wines are good. During the tasting I already heard from several people that they were interested in Mengoba, and I am curious if there is indeed a Dutch importer by now.
Mencia is an upcoming grape variety, and delivers robust red wines with a fine acidic and tannic structure.

What also struck me was that I came across prieto picudo again. I had never heard of it, and then stumbled upon it two times in a row - here and on Wine Professional. In the time between these two events, I have not found out a lot more information on prieto picudo. The grape grows mainly in León, delivers pleasant, fruity and easily drinkable wines with good tannins and structure and may well be used for rosé. In the past, prieto picudo was made primarily into wine for local consumption. Now, however, indigenous and local grapes are 'hot' and the wine is also made for export. In total, at most 500 hectares are planted with prieto pricudo. The wines are labeled as DO Tierra de León at Mengoba.
Make sure to have a look also at the website of Mengoba, with a magnificent panorama of the vineyards.

Tilenus
The other producer I was very impressed by, was Bodegas Estefanía Tilenus. They were represented by Eva Blanco and are located in Ponferrada, close by Mengoba.
Tilenus works mainly with the mencia and prieto picudo grapes. Part of the vineyards consist of old to very old (100 years!) vines, which are pruned as a shrub (gobelet, bush vines). All the wines of mencia - Tilenus Roble, Crianza and the Pagos Posada – and that of prieto picudo - Clan - were very impressive. The Mencia's had firm tannins and high acidity, and are generally fresh and pleasant to drink (what they really like is a piece of meat or game to go with it...). The Prieto Picudo appears to do well in wood: the Clan had rested for 15 months in French oak barriques, and tasted very refined.
The Prieto Picudo is marketed as Vino de la Tierra de Castilla y León, one step lower on the hierarchical ladder than a DO. But that does not go for the quality of the wine: that is very good!
The website of this company also offers much information.

And let's hope that among the importers present someone has decided to bring these wines to the Netherlands.

Photo: Working the vineyards at Mengoba.

vrijdag 5 februari 2010

Grüner Veltliner en Riesling


Geen gastvrijer wereld dan de wijnwereld, denk ik wel eens. Door een kennis werd ik pas uitgenodigd mee te gaan naar een proeverij van louter Grüner Veltliners en Rieslings uit Oostenrijk. Goed voor mijn proefvaardigheden, die ik binnenkort weer zal moeten tonen....

Organisator was David van Evineage, die hiermee vooral zijn medestudenten van de Diploma Course bijeen wilde krijgen, om te netwerken, elkaar weer eens te spreken en gewoon te genieten van wijn. Maar anderen waren ook van harte welkom.
Dus wandelde ik afgelopen zondag door de beijsde straten van Buitenveldert, naar een proeverij bij The Art of Wines (wat overigens een werkelijk prachtige wijnwinkel is, waar ik erg van onder de indruk was).
Ik kende er alleen mijn kennis Anja. Maar wijn verbroedert gelukkig inderdaad, en voor ik het wist had ik al weer kennis gemaakt met diverse medeliefhebbers van wijn, ofwel bezig met de Diploma Course – een van de beste wijnopleidingen die beschikbaar zijn – ofwel met de vinologenopleiding.

David vroeg ons in een mailtje achteraf wat we de beste Grüner Veltliner en de beste Riesling vonden. Nou David, dat antwoord giet ik dan maar in een blogpost voor je. ;-)

Allereerst een algemene opmerking: wat was het ontzettend lastig om in de Grüner Veltliners bepaalde karakteristieken te ontdekken! We leren altijd dat GV gekenmerkt wordt door een wit pepertje in de smaak, maar die waren niet te ontdekken. Ik heb geloof ik één GV getroffen waar ik witte peper in herkende (Zeiseneck van Pfaffl). Verder zijn er wel altijd de hoge zuren en een bepaalde vettigheid in de wijn. Je proeft het op je tong, en het onderscheidt de GV duidelijk van de Riesling.

Dan de beste Grüner Veltliner:
- Grüner Veltliner Alte Reben 2006 van Bründlmayer, ingebracht door Vindict!, geïmporteerd door Imperial Wijnkoperij (ik zou bijna zeggen: uiteraard). Waarom dit de beste was? Vanwege zijn brede volheid, zijn duidelijke vettigheid, zijn lengte. Deze wijn heeft inderdaad iets weg van de Bourgognes waarmee GV in het verleden wel vergeleken is.

- Maar ook het vermelden waard: de heerlijk frisse GV Pfarrweingarten 2008 van Walter Buchegger, ingebracht door David en geïmporteerd door WMU. Daarnaast wil ik de wijnen van R&A Pfaffl nog wel eens proeven: zowel de Goldloch als de Zeiseneck bevielen me uitstekend, vooral door hun frisse sappigheid. Ingebracht door Ilexa, geïmporteerd door Poot Agenturen.

- Dan de beste Riesling. Lastig, want na 16 Grüner Veltliners was mijn aandacht er niet meer helemaal bij. Op basis van de uitroeptekens op mijn aantekenvel kies ik dan voor de Riesling Wachstum Bodenstein van Prager, ingebracht door David en opnieuw van Imperial (uiteraard ;-)) Een waarom staat er niet bij, dus dat moet ik helaas schuldig blijven.

David en vrienden, enorm bedankt voor de proeverij, en Anja, voor de uitnodiging. Ik was al een fan van Grüner Veltliner en Riesling, en dat is nu weer helemaal bevestigd!

woensdag 3 februari 2010

De weduwe Clicquot


Het is vreemd maar waar: van de weduwe Clicquot was tot voor kort nog geen moderne biografie verschenen. Dat is ook niet zo heel verwonderlijk, want de archieven van het beroemde champagnehuis herbergen heel veel materiaal, maar voornamelijk kasboeken, handelsboeken en handelscorrespondentie. Over de vrouw achter de weduwe, die leefde van 1778 tot 1866, is in deze bedrijfsarchieven zo goed als niets te vinden. Alle lof dus voor cultuurhistorica Tilar Mazzeo, die met zeer beperkte gegevens toch een prachtig en leesbaar boek heeft weten te schrijven waarin Barbe-Nicole Clicquot Ponsardin centraal staat. Door de algemene geschiedenis van Frankrijk en de Champagnestreek te combineren met de weinige gegevens die over het privéleven van de weduwe bekend zijn, en daar nog inzichten aan toe te voegen die uit de sociale, economische en vrouwengeschiedenis zijn gehaald, wordt een geloofwaardig beeld geschetst van wat Barbe-Nicole moet hebben gedreven en hoe zij tot haar opmerkelijke roem is gekomen.

Weduwe
De feiten zijn wel bekend: in 1805 werd Barbe-Nicole Clicquot, geboren Ponsardin, op 27-jarige leeftijd weduwe. Haar man Francois had in de jaren daarvoor ondanks de beroerde economische omstandigheden geprobeerd een champagnehuis uit te bouwen. Zo was hij een van de eerste handelaren die de productie van de wijn zelf in eigen hand hield. Bij zijn dood was het echter niet voor de hand liggend voor Barbe-Nicole om het bedrijf voort te zetten. De rol van de vrouw werd in de 19e eeuw steeds meer die van decoratief element in het huishouden; vrouwen uit de midden-klasse en gegoede burgerij die een bedrijf leidden, waren er nauwelijks meer. Dankzij de steun van haar familie, vooral die van haar schoonvader, wist Barbe-Nicole echter te bewerkstelligen dat zij het champagnehuis kon voortzetten, hoewel ze het bepaald niet cadeau kreeg.

Zoete champagne voor de Russen
Ondanks vele tegenslagen, waarvan de Napoleontische oorlogen niet te minste waren, wist de weduwe (veuve in het Frans) een markt voor haar champagnes op te bouwen in Rusland, waar het hof en de adel verzot waren op de – toen nog – mierzoete champagne. (Het zou pas een generatie later Louise Pommery zijn die droge champagnes op de markt bracht).
Barbe-Nicole leidde niet alleen zakelijk het huis, maar was ook nauw betrokken bij het wijnmaakproces. Het is ook de weduwe Clicquot die de pupitres heeft uitgevonden, de schuine planken met gaten erin waar de champagneflessen op hun kop in werden gezet.

Zagen in de keukentafel
Om heldere champagne te krijgen, moeten gistresten en bezinksel uiteindelijk vóór de verkoop uit de fles verwijderd worden. Samen met haar keldermeester piekerde Barbe-Nicole hoe dit voor elkaar te krijgen zonder veel wijn te verliezen. Het antwoord werd uiteindelijk: de flessen op zijn kop zetten in de laatste weken van de rijping, ze iedere dag een slagje draaien en schudden zodat het bezinksel naar de hals zakt (remuage) en vervolgens zorgen dat de prop bezinksel uit de fles verwijderd wordt alvorens de fles definitief af te sluiten. Barbe-Nicole heeft haar keukentafel gebruikt om te verzagen tot de allereerste pupitre.

Rivaal
Niet alleen het huis Clicquot was bezig met het experimenteren op dit vlak. Ook haar grote rivaal Jean-Remy Moët had er heel wat voor over gehad de eerste te zijn die het geheim van heldere champagne had ontdekt. Het duurde echter nog jaren voordat de andere huizen achter dit grote geheim van het huis Clicquot kwamen!

Na een rijk leven overleed Barbe-Nicole Ponsardin-Clicqout in juli 1866 als een grande dame, door het huwelijk van haar dochter verwant aan de adel en alom gerespecteerd.
Met dit boek heeft de auteur deze intrigerende vrouw een prachtige plek in de geschiedenis gegeven, en niet alleen die van de wijn.

Tilar Mazzeo, De weduwe Clicquot, Artemis & Co., isbn 978 90 4720 128 1, prijs € 17,95, verkrijgbaar in boekhandel en bij Bol.com, via onderstaande link.

De weduwe Clicquot
De weduwe Clicquot
Mazzeo, T.J.

maandag 1 februari 2010

Chemie in de wijngaard is vrij recent!


Eind november gaf Tjitske Brouwer haar lezing over biologische en biodynamische wijnen voor het netwerk Vrouwen in de Wijn. Ik heb geprobeerd die lezing in een blogpost te vatten, maar ben er tot op heden niet in geslaagd. De 'groene' wijnen vormen een complexe en boeiende wereld, die je niet zo maar even kunt samenvatten als je er niet zelf grondig studie van hebt gemaakt.
Alle geïnteresseerden kan ik dan ook van harte aanbevelen Tjitske's scriptie Biologisch wijn bestaat te lezen, die zij schreef om de titel Magister Vini te behalen.

Waar ik wel nog even aandacht aan wil besteden, is een kort stukje wijngeschiedenis dat Tjitske in haar lezing schetste. Het trof me dat ze het volgende stelde: de industrialisering van de wijnbouw is eigenlijk helemaal niet zo oud! Pas tussen 1900 en 1940 zijn we kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gaan gebruiken. De studie oenologie is pas sinds 1955 een universitaire studie! Waar praten we dan helemaal over als we het hebben over wijnbouw zonder kunstmatige hulpmiddelen? Minder dan 100 jaar geleden was dat nog de gewoonste zaak van de wereld. Onze wijngaarden zijn eeuwenlang – zeker zo'n 2000 jaar – bewerkt zonder pesticiden, herbiciden en synthetische meststoffen.

Opmerkingen om eens goed over na te denken... Wat er bij mij opkwam is gelijk een 'ja maar': de wijnen van nu zijn wel een stuk drinkbaarder en houdbaarder dan die van toen. En hebben we dat dan niet te danken aan al die chemie? Als ik even verder denk, vermoed ik dat dat natuurlijk zeker waar is, maar dat we met alle kennis die sinds de oprichting van de studie oenologie vergaard is, ook in staat moeten zijn die – nog zo recent geïntroduceerde – chemie weer af te schaffen in de wijnbouw.

Betrekken we daar ook nog eens de inzichten bij van mensen als de filosoof Rudof Steiner (1861-1925), de plantkundige Sir Albert Howard (1873-1947) en vele andere wetenschappers die aan de wieg hebben gestaan van biologische en/of biologisch-dynamische landbouw, dan moet het mijns inziens mogelijk zijn die chemische santekraam steeds verder op te doeken.
Ik hoop van harte daar de komende jaren nog veel ontwikkelingen in mee te maken!