woensdag 28 februari 2007

Voorpret

Een van de leukste dingen van op reis gaan vind ik altijd de voorpret. Ik ben dan ook iemand die stapels boekjes koopt of leent om me vervolgens grondig in een gebied te gaan verdiepen.
Met wijngebieden is dat helemaal leuk. Soms heb je nog nooit van het gebied(je) gehoord; soms ken je het wel maar kun je het niet helemaal plaatsen. Je weet niet waar de stadjes liggen, hoe de rivier loopt of waar de wijngaarden zijn. Zodra je dan de boeken openslaat en een kaart erbij pakt, gaat het gebied helemaal voor je leven.

Zo ben ik op dit moment bezig me in te lezen in het noordelijkste Duitse wijngebiedje, de Ahr. De Ahr is een zijrivier van de Rijn en ligt tussen Bonn en de Moezel in. Het is dan ook een zeer geliefd gebied voor een dagtripje van de Bonners.
In het weekend van 24 en 25 maart zal ik daar, samen met een aantal mensen van Slow Food, een forum over de Frühburgunder bijwonen. De volgende dag gaan we dan wandelen door de wijnbergen, langs de Rotweinwanderweg. De overnachting vindt plaats bij Weingut H.J. Kreuzberg, een van de topproducenten in de streek.

Om je in een Duits wijngebied te verdiepen is de Gault Millau Deutschland onontbeerlijk. Recent kreeg ik de editie van 2006 zomaar cadeau, omdat zijn eigenaar die van 2007 had gekocht. En natuurlijk ben ik er snel in gaan bladeren. Uiteraard zocht ik eerst het wijngoed op waar we gaan overnachten, Kreuzberg in Dernau. En dat blijkt drie druiventrosjes te hebben, wat betekent: Sehr gute Erzeuger, die seit Jahren konstant hohe Qualität liefern. Niet slecht, voor een slaapadresje..... De hoogste categorie heeft vijf druiventrosjes.

Allerlei nuttige informatie haal je uit zo'n gids: welke wijnen een goede prijs-kwaliteit verhouding hebben, welke wijngoederen welke soorten wijn maken, de beste akkers in een gebied, de beste wijnmakers, openingstijden van de producenten, tips om wijn aan te schaffen, de kwaliteit van de diverse wijnjaargangen etc.... Kortom, een onmisbare verzwaring van je bagage.

Een ander leuk boekje dat ik gekocht heb is de Weinführer Ahr van Carsten Henn. Je vindt er de geschiedenis van het gebied, de wijnen, reistips, overnachtingadresjes, restaurants en eetcafés, wijnmusea en wandeltips.
Zo langzamerhand leer ik de Ahr al aardig kennen. Straks is het natuurlijk spannend om te kijken of ik het eens ben met de wijntips van Henn of uit de Gault Millau. Dat is altijd het spannende en het leuke van zo'n reisje.

zondag 25 februari 2007

Oude vaktermen

Zoals beloofd volgt hieronder het tweede deel van het artikel over vaktermen in de traditionele wijnkoperij. De tekst komt uit Lodewijks Wijngids, in 1944 uitgegeven door Nijgh & Van Ditmar N.V. te Rotterdam. De uitgave 'bedoelt te zijn een vraagbaak voor inlichtingen op wijngebied'.

In onderstaand stukje is vooral aandacht voor wat er fout kan gaan in een vat met wijn: schimmel, azijnvorming, smaak- en kleurveranderingen. In de Middeleeuwen wisten ze daar wel raad mee: de meeste vreemde ingrediënten werden toen toegevoegd om een wijn zijn kleur en smaak te laten behouden. Van lavendelblaadjes tot kopersulfaat en van zand tot poeder van moerbeien. Eigenlijk bleven dit soort praktijken tot in de twintigste eeuw bestaan. Pas in 1930 werd het in ons land bij wet geregeld dat er aan wijn geen vreemde zaken toegevoegd mochten worden. Wijn werd vanaf dat moment het gegiste sap van de Vitis vinifera en niets anders.

Wanneer men de vaten waarop de wijn wordt overgestoken niet voortdurend schoon houdt en op zijn tijd zwavelt dan worden zij schimmelig, muf of modderig, zijn gaan dan kanen of pandzetten, zooals men in wijnkooperskringen pleegt te zeggen.
Maar niet alleen de vaten, bij slecht verzorgde en niet sponvol gehouden fusten wordt ook de wijn door dit euvel aangestoken. Er vormt zich dan een dunne witte schimmelige huid aan de oppervlakte van den wijn die kan ontaarden in een z.g. Stich (azijn-vorming). Deze schimmellaag nomet men kaam of fleur de vin.
De nog jonge wijn, die zich niet gemakkelijk laat beoordelen, noemt men gesloten, maar als hij gaat krikkelen dan weet de wijnkooper dat hij met het begin ener gisting te doen heeft, die bij wijnen met een laag alcoholgehalte de voorbode kan zijn van een Stich.
Omslaan of tourneeren doet de wijn die zich ontbindt en ten kwade verandert. Wanneer hij bijv. het hoogste punt zijner ontwikkeling bereikt heeft dan gaat hij tourneeren, zijn kwaliteit gaat aan het afnemen totdat hij volkomen is gebroken. Hij kan zuur worden (tourner à l'aigre), bitter worden (tourner à l'amer). Wanneer dergelijk ontaardingen zich beginnen te vertoonen dan tourneert de wijn tot de ontaarding compleet is, waarna men hem bij zijn euvel kan aanduiden.
Verschralen doet de wijn als hij langeren tijd op slecht gesloten fusten of flesschen verblijft. Hij krijgt dan een hinderlijken luchtsmaak en verliest geur en kracht.


Wat zou dat zijn, een hinderlijke 'luchtsmaak'?

donderdag 22 februari 2007

Geproefd: Charamba Red 2004

Spaghetti bolognese stond er vanavond op het menu, de keuze van de kinderen. Het is tenslotte vakantie. Uiteraard maakten we de saus zelf, met wat ui, een restje wortel, een restje bleekselderij, een kliekje tomatensaus uit de diepvries en wat gehakt. Flesje wijn uit de voorraad erbij opentrekken en we hadden weer een gezellige en lekkere maaltijd.

Er bleek nog een proeffles in onze voorraadkast te staan, Charamba Red 2004 van Avelada, uit de Douro (Portugal). Deze wijn is gemaakt van tinta roriz, tinta barroca, touriga franca en touriga nacional: allemaal druiven die ook voor de portbereiding gebruikt worden. Het bleek een prima wijn voor de gelegenheid, zo eentje waar je eigenlijk altijd een doos van in huis moet hebben. De wijn past bij van alles en nog wat: vlees van de grill, pasta met tomatensaus, stoofpot van het een of het ander... Eigenlijk bij alles wat er normaal gesproken op een rugetiket vermeld wordt, maar nu klopt het ook echt.

We hebben nog even gediscussieerd of het een stevige wijn met een fruitige indruk was, of een fruitige wijn met een stevige indruk. We hebben besloten tot het laatste: het rijpe frisse fruit is wat de meeste indruk maakt, al proef je ook duidelijk dat de wijn op eikenhouten vaten heeft gerijpt en heel wat tannines heeft. Het alcoholpercentage is 13%; niet al te hoog en eigenlijk heel erg goed voor een wijn uit zo'n enorm heet gebied als de Dourovallei. Petje af voor de wijnmakers van Avelada, om zo'n frisse en fruitige rode wijn te maken, die niet overkomt als een alcoholbom en waarin het eikenhout uitstekend in balans is met het fruit, de zuren en de tannines. Kortom: dit is weer eens een echte aanrader! Ik heb het vast al vaker gezegd: uit Portugal en zeker uit de Dourovallei komt tegenwoordig heel interessante rode wijn. En voor de prijs hoef je het ook niet te laten: de consumentenprijs van de Charamba 2004 is € 6,95. Charamba wordt geïmporteerd door Schouten Wijnimport.

Bereiden en oversteken

Al weer enige tijd ben ik bezig met mijn artikel over de wijnhandel in vijftiende-eeuws Utrecht. Regelmatig stuit ik daarbij op termen in het Middelnederlands die zich maar lastig goed laten vertalen. Wat wordt precies bedoeld met 'wijn bereiden', met 'vaten strijken' of 'verwe houden' bijvoorbeeld?

Toevallig kreeg ik gisteren een vergeeld boekje uit 1944 in handen: Lodewijks Wijngids. Het is een naslagwerkje met wijntermen, gangbare wijnen en jaartabellen, uiteraard in gebruik in de jaren veertig. Tot mijn grote verrassing kwam ik daar een lemma in tegen dat een fors aantal termen uit de Middeleeuwen voor me verklaarde. De meeste termen passen precies in de contekst waarin ik ze in de oude bronnen lees....

Ik denk overigens dat niet veel hedendaagse wijnhandelaren nog iets van de termen begrijpen zonder de hier gegeven uitleg: het is echt een tekst over een stukje verloren gegane kennis uit een verloren gegane wereld. Maar wel heel leuk, en leerzaam!

Vaktermen. Gedurende een gezonde ontwikkeling van den wijn op fust ontstaan er min of meer normale troebelingen, die van verschillende omstandigheden afhankelijk en van uiteenlopend karakter zijn. Om deze troebelingen te verhelpen bezigt men diverse z.g. klaringsmiddelen - die den wijn klaren, helder maken -, en o.a. kunnen bestaan uit eiwit, vischlijm, Spaansche aarde, enz. Deze bewerking noemt men bereiden en zij geschiedt door het gebezigde materiaal met een gespleten rieten stok of een ander soort klopper krachtig met den wijn te vermengen. Kortslaan van den wijn noemt men het wanneer men dezen col - komt van collage - door den wijn klopt.
De col verbindt zich op die manier met de troebeling en zinkt geleidelijk naar den bodem van het fust, de troebeling met zich voerend.
De wijn is nu helder geworden of gestreken.
Het is nu zaak om den wijn van dezen col te bevrijden en over te brengen in een ander en schoon fust, men noemt dit oversteken van den wijn.
Dit oversteken van den wijn op schoon en gezwaveld fust geschiedt in een goed kelderbedrijf herhaaldelijk, om hem bij zijn ontwikkeling te helpen en van remmend-werkende troebelingen te ontdoen.
Het spreekt wel vanzelf dat een en ander met kennis van zaken moet geschieden en dat men maar niet ieder willekeurig klaringsmiddel kan gebruiken zonder den aard van de troebeling te kennen.
Ook mag men dit niet te dikwijls doen of forceeren want dan vermoeit men den wijn.


Morgen het tweede deel van dit prachtige verhaal.

woensdag 21 februari 2007

Water bij de wijn

Schreef ik recent nog dat er geen water bij de wijn gevoegd mag worden, wat lees ik vandaag in de Wijninfo-mail:

De brancheorganisatie Australian Winemakers' Federation heeft bij de bevoegde overheid een verzoek ingediend om meer water te mogen toevoegen aan wijn. Het gaat om een verhoging van 3 naar maximaal 7 cl per liter. Doel hievan zou niet zijn om alcoholische wijnen te verdunnen, maar om makkelijker bepaalde klaringsmiddelen als bentoniet te kunnen oplossen.

Ai, heb ik weer wat geleerd. In Australië mag er dus wel (een heel klein beetje) water bij de wijn gedaan worden.

Kiwi-prut bij de Aldi

Onlangs werd me gevraagd eens een Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blanc van de Aldi uit te proberen: Spy Mountain 2006, van Johnson Estate in Marlborough. Gisteren lukte het me een fles à € 5,49 te pakken te krijgen. Aangezien ik toch wel nieuwsgierig was, heb ik 'm maar gelijk koud gelegd en 's avonds geproefd. Zou er nu toch echt eens een goede fles wijn bij de Aldi vandaan komen? Ik was hoopvol gestemd...
Ik kom maar gelijk tot de kern van de zaak: over deze wijn kan ik alleen maar schrijven wat ik er niet van vind: niet lekker, niet het geld waard wat ik er voor betaald heb, niet geschikt om wie dan ook voor te zetten.

René van Heusden schreef de Franse wijnen van de Aldi onlangs geïnspireerd de grond in; ik kan me voor deze Sauvignon Blanc volledig bij hem aansluiten. De geur was vies: het deed me soms aan nat bordkarton denken. De smaak was al even teleurstellend: af en toe bespeurde ik de geur van zeewier. Zeewier vind ik wel lekker om mijn sushirolletjes, maar niet in mijn wijn. De nasmaak was bitter, zeker niet wat je van een Sauvignon Blanc verwacht.
Het spijt me oprecht voor al die Aldi-fans, maar echt: dit is gewoon geen goede wijn! Voor die € 5,49 kan ik elders een veel betere Sauvignon Blanc halen, bijvoorbeeld een Sancerre.
Als je wilt proeven hoe goed Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blanc kan zijn,
zet deze fles dan maar eens naast die Clos Marguerite van laatst. Dan weet je in ieder geval hoe een goede Sauvignon Blanc hoort te smaken.

Zie ook Winelog, voor meer informatie over een wijn die het eigenlijk niet verdient.

maandag 19 februari 2007

Rood, wit en overal gedronken

In het najaar verschijnen ze bij bosjes, om dan in het voorjaar weer ondergronds te duiken: nieuwe wijnboeken. In mijn nachtkastje lag nog steeds Natalie MacLean's Rood, wit en overal gedronken. Gisteren heb ik het maar eens uitgelezen. Natalie MacLean heeft al enige jaren haar eigen wijnwebsite, Nat Decants en verspreidt een zeer populaire e-nieuwsbrief. Ze woont in Canada, maar is bekend zowel in de VS als in Europa. Met haar artikelen over wijn heeft ze diverse prijzen gewonnen. En nu is er dus haar boek.

Het boek wordt omschreven als 'een persoonlijke reis door de wereld van de wijn'. Hoopvol ben ik er enige weken geleden aan begonnen en met enthousiasme heb ik de eerste hoofdstukken gelezen: onder andere over reisjes naar de Bourgogne, de Champagne en Californië. Ze houdt aardige interviews met onder andere Lalou Bize-Leroy, Anne Leflaive en Randall Grahm, niet de minsten onder de wijnpersoonlijkheden. Maar na het hoofdstuk over de Champagne had ik het eigenlijk wel gezien: ik was inmiddels overtuigd dat MacLean veel kennis bezat, aardig kon schrijven en een lieve echtgenoot en zoon had. Maar ze ging me irriteren. Op iedere pagina werden weer emmers vol kennis over me uitgestort; ik werd er soms gewoon moe van. Enigszins diagonaal heb ik het boek uitgelezen, terugverlangend naar het boek van Kermit Lynch, Avonturen op de wijnroute. Want ik kon me niet onttrekken aan de indruk dat MacLean's boek eigenlijk een beetje dat andere onnavolgbare wijnboek wilde imiteren. Helaas met veel minder succes.

Iemand die nog niets van de wijnwereld weet, zal het boek van MacLean mogelijk ademloos uitlezen. Iemand met meer ervaring heeft betere boeken gezien. Eigenlijk is Rood, wit en overal gedronken toch meer het standaard naslag-wijnboek waar allerlei kennis over je uitgestort wordt dan de roman die het wil zijn. Misschien had MacLean het beter bij haar goedbezochte website en haar populaire nieuwsbrief over wijn kunnen houden: haar boek is in mijn ogen te vol van haar eigen kennis.
Kijk voor meer informatie over het boek ook even op Winelog, waar ik wat meer op de schrijfstijl van MacLean ben ingegaan.

Natalie MacLean, Rood, wit en over gedronken, Sirene 2006, prijs € 19,95

Druiven in de Ark-2: Servagnin de Morges

In de serie Druiven in de Ark, over de tien druiven en wijnen die opgenomen zijn in de Ark van de Smaak van Slow Food, vandaag aandacht voor nummer twee: servagnin de Morges. Dit is net als de frühburgunder uit de Duitse Ahr-vallei een kloon van de pinot noir. Servagnin de Morges groeit in het kanton Wallis in Zwitserland (boven het meer van Genève) en was rond 1950 geheel verdwenen. Geheel verdwenen? Nee, in de tuin van Werner Kaiser wist één struikje weerstand te bieden.... In 1978 kwam Kaiser in contact met Pierre-Alain Tardy, die al sinds de jaren zestig op zoek was naar de druif die zijn voorouders verbouwden. Vanaf de jaren tachtig werd de druif, toen nog salvagnin genoemd maar later servagnin de Morges omgedoopt, opnieuw opgekweekt.

Inmiddels zijn er zo'n 15 officiële producenten met gezamenlijk 7 hectare (2003) aanplant. De opbrengsten zijn hoog (50 hl. per hectare), de smaak is uitgesproken, tannines zijn middelmatig aanwezig en het aroma doet denken aan rode bessen. Rijping geschiedt minimaal 9 maanden op eiken vaten en daarna nog minimaal 7 maanden op fles. Er mag alleen rode wijn gemaakt worden, rosé, blanc de noir en bubbels zijn uit den boze. Zelfs de verkoopprijs voor de Servagnins is vastgelegd: 18 Franc, omgerekend € 10,36.

Waarom is deze druif in de Ark van de Smaak terecht gekomen? De criteria om in de Ark van de Smaak opgenomen te worden zijn als volgt (zoals vermeld op de Nederlandse site van Slow Food). Een product moet:
• ambachtelijk en op kleine schaal worden gemaakt door meerdere producenten,
• gastronomisch interessant zijn (smaak, samenstelling, culinaire toepassing),
• historisch en cultureel gebonden zijn aan een bepaalde streek of stad,
• op korte of middellange termijn met uitsterven worden bedreigd,
• en mag geen bestaand handelsmerk zijn.

Rond 1900 was salvagnin de dominante druif van Wallis. In 1420 kwamen de eerste druivenstokken naar het gebied, in de bagage van Marie de Bourgogne, dochter van Philips de Stoute, en echtgenote van hertog Amadeus VIII van Savoie. Het was Philips de Stoute die in 1395 de gamay in de Bourgogne verboden had ten gunste van pinot noir. Volgens de bronnen was dit een pinot noir genaamd servagnin.....
Het klinkt in ieder geval of wijn van de servagnin de Morges aan de criteria voldoet. Over de smaak kan ik niets melden; net als vele andere Zwitserse wijnen is het een zeldzaam product waarvoor je het beste naar het land zelf kunt reizen. De Nederlandse website ZwitserlandWijnland biedt helaas geen catalogus van in Nederland verkrijgbare Zwitserse wijnen. Maar verwar de Servagnin de Morges niet met de Salvagnin, een wijn die in Zwitserland veel breder verkrijgbaar is, van weer een andere kloon van de pinot noir. Dit schijnt een slap wijntje te zijn. Niet voor niets hebben de producenten in Morges hùn druif een andere naam gegeven.

Bron: Festivins

zaterdag 17 februari 2007

Tweeluik II: Druivenwijn versus vruchtenwijn

Het productieproces van druivenwijn verschilt niet wezenlijk van dat van vruchtenwijn. Hoewel druivenmost spontaan kan gaan gisten door de aanwezige gisten in de lucht, worden door de moderne wijnmaker toch bij voorkeur gekweekte gistsoorten toegevoegd, onder andere om het proces beter te controleren en ongewenste smaakjes in de wijn uit te sluiten.

Na het inzamelen van de druiven, ontstelen, persen en eventueel inweken van de schillen volgen ook bij druivenwijn gisten, overhevelen, filteren of klaren, en bottelen. Giststarters en enzymen om pectine af te breken worden niet gebruikt. Afgezien van gisten, sulfiet, zuren en suikers mag er niets toegevoegd worden aan de most, en zeker geen water! Hiermee zeg ik overigens niet dat het ook nooit gebeurt en in het verleden gebeurde het in ieder geval. Het gebruik van vlierbessensap om rode wijn op kleur te brengen, is nog maar een simpel en onschadelijk voorbeeld. Over fraudepraktijken in vroeger eeuwen zal ik later nog wel eens schrijven.

In Nederland besloot men in 1930 om een einde te maken aan versnijdingen en oncontroleerbare toevoegingen aan wijn. Volgens het Wijnbesluit van 1930 geldt dat de aanduiding 'wijn' uitsluitend mag worden gebruikt voor een drank die door alcoholische gisting is verkregen uit – en geen andere bestanddelen bevat dan die afkomstig van – het sap van druiven (vruchten van de Vitis vinifera). Korter gezegd: wijn is het gegiste sap van druiven.

Toch maken hobby-wijnmakers in Nederland 'wijn' van werkelijk de meest onwaarschijnlijke plantaardige producten. Druiven zijn in ons land nu eenmaal minder voorradig dan andere fruitsoorten (al is dat de laatste jaren sterk aan het veranderen en groeit de Nederlandse 'wijnindustrie'.) Daarom schreef Ariane een mooie bijdrage over vruchtenwijn.

Maar hoe komt het nu dat het sap van de druif voor ons de maatstaf is geworden, terwijl er een alcoholische drank te maken is van bijna elke fruitsoort? Nazoekingen in standaardwerken als Vines, Grapes and Wines van Jancis Robinson gaven me op die vraag geen antwoord. Ik moest ervoor naar Harold McGee, die in zijn boek Over Eten en Koken (waarvan onlangs een nieuwe editie verscheen) uiteraard ook een hoofdstuk over alcoholische dranken heeft.

Van belang bij het ontstaan van een alcoholische drank uit fruit is de mogelijkheid om te kunnen fermenteren. Een vrucht of andere substantie moet voldoende suiker bevatten, dat door gistcellen omgezet kan worden in alcohol. Hoe oud dat proces is en hoe lang geleden de mens dat proces naar zijn hand leerde zetten, daar zijn al dikke boeken over vol geschreven. Maar waarschijnlijk werden de eerste alcoholische dranken zo'n 10.000 jaar geleden gemaakt van honing of uitzonderlijk zoete vruchten als dadels.

In het Midden-Oosten groeide en groeit de wilde druif, Vitis vinifera, in grote overvloed. Van zichzelf heeft het sap van het fruit van deze wilde klimplant, een wingerdachtige, een vrij hoge zuurgraad en te weinig suiker om onder invloed van gist te gaan fermenteren. Men had echter al snel door dat de snelgroeiende wilde druif ook gecultiveerd kon worden, en dat die cultivatie zoeter fruit opleverde. Dat zoetere fruit bleek precies de goede eigenschappen te hebben voor het maken van een alcoholische drank: voldoende suikers en de juiste zuurgraad.

De ontstane drank kreeg in diverse vroege culturen een rol in zowel het voedselpatroon als in de meer spirituele aspecten van het leven. Wijn werd vanouds namelijk zeer gewaardeerd om zijn bedwelmende invloed, zijn invloed op het centrale zenuwstelsel! In het oude Griekenland en Italië ontstond een ware cultuur van de wijn en de wijndruif, die na de val van het Romeinse rijk werd voortgezet door de kloosters. Ook in het kerkelijk ritueel had wijn namelijk een belangrijke rol gekregen. En dankzij generaties van monniken die door de eeuwen heen uitgestrekte wijngaarden beheerden, is wijn van druiven anno 2007 eigenlijk nog steeds de standaard.

Dat het ook anders had kunnen lopen, blijkt wel uit het feit dat gebieden in de hele wereld hun eigen, vaak streekgebonden alcoholische dranken van fruit of graan produceren. Denk aan bosbessenwijn uit Noord-Amerika, die overigens heel sterk op druivenwijn kan lijken. Denk ook aan de appelciders en appelwijnen uit Engeland en Normandië, aan palmwijn, aan rijstwijn of saké uit Japan. Zelfs in Nederland werd voor de Tweede Wereldoorlog op commerciële basis vruchtenwijn gemaakt, vooral in de Betuwe en in Zeeland.

Overigens is de Vitis vinifera slechts één van de vele wingerdsoorten. Van het fruit van andere Vitis-families is ook wijn te maken, maar alleen wijn van de vinifera is de standaard geworden. Over de hele wereld, en vooral in Noord-Amerika, tref je die andere Vitis-families aan: Vitis labrusca, Vitis rotundifolia, Vitis aestivalis, Vitis vulpina, Vitis cordifolia enzovoorts.

In de VS worden ook wijnen gemaakt van die inheemse druivensoorten. Vaak gaat het hier om de Vitis labrusca, met onder andere de Concord als bekendste druivensoort. Deze wijnen staan bekend om hun 'foxy' smaak, die moeilijk te omschrijven, maar eenmaal geproefd 'onvergetelijk' is. Deze smaak is buiten de VS zelf eigenlijk nooit aangeslagen. Waar de term 'foxy' vandaan komt, is voer voor veel discussie. De onaangename smaak wordt veroorzaakt door methylanthranilaat, een stof die onder andere wordt gebruikt in afschrikmiddelen voor vogels.

Uiteindelijk is de dominantie van wijn van de Vitis vinifera dus een gevolg enerzijds van de unieke combinatie van suikers en zuren in een gecultiveerde wingerdsoort uit het Midden-Oosten, en anderzijds van een historische ontwikkeling die we danken aan de oude Grieken, Romeinen én middeleeuwse christenen.

woensdag 14 februari 2007

Tweeluik I: Vruchtenwijn versus druivenwijn

Eerder deze week vertelde ik over onze kruisbessenwijn. Door het maken van deze vruchtenwijn ging ik me afvragen waarom we eigenlijk een verschil maken tussen wijn van druiven en wijn van andere vruchten. Ariane en ik besloten een tweeluik te schrijven. Zij zocht een aantal zaken uit over vruchtenwijn, binnenkort volgt van mijn hand een artikel over 'druiven'wijn. We willen antwoorden geven op twee vragen: wat zijn de verschillen in het productieproces tussen beide soorten en waarom is wijn van druiven eigenlijk de standaard?

Vandaag deel 1 van het tweeluik, door Ariane: Vruchtenwijn

Wijn van vruchten, je ziet het zelden in de winkel, en als je het ziet, is het meestal van zeer laag allooi, mierzoet en als je pech hebt ook nog met synthetische smaakstoffen. In een natuurvoedingswinkel wil nog wel eens een leuke cranberry- of appelwijn liggen, en in boerderijwinkels kun je het ook treffen. Daaruit blijkt al wel een beetje dat er in Nederland een levendige traditie in het maken van vruchtenwijnen is. Dit is nauwelijks commercieel, maar meer een hobby.
(Mariëlla en ik maakten samen op een workshop een peren-morellenwijn, die heerlijk smaakte. We gingen erheen uit nieuwsgierigheid, hoe wordt wijn nu gemaakt. We kwamen enthousiast terug, maar het leek ons toch wel een heel gedoe om dat thuis te gaan doen. Uiteindelijk kreeg de nieuwsgierigheid bij mij de overhand, nam ik een wijnmaakset over van iemand die er nooit toe gekomen was, en heb ik nu een badkamer vol ploppende gistingsflessen.)

Aan vruchtenwijn moet meestal gist, suiker, water en soms ook nog andere stoffen worden toegevoegd. Ook wordt er vaak een giststarter gebruikt. Bij druiven hoeft dit allemaal niet, en mag het in de meeste gevallen zelfs niet! Vanwaar dat verschil?
In het boek Maak zelf wijn van Ronn Hoose wordt dit heel mooi uitgelegd:
Bij het maken van vruchtenwijn laten wij ons leiden door de chemische samenstelling van de druif. De druif bevat een ideale hoeveelheid water en vruchtensuiker. Maar dat niet alleen, ook een ideale hoeveelheid aan zuren en zouten, alsmede aan smaak- en geurstoffen. De gemiddelde druif bevat bijvoorbeeld 7 gram zuur per liter sap. Een braam echter ca. 12 gram per liter. Indien u dus van puur bramensap wijn zou maken, wordt het uiteindelijke resultaat véél te zuur.

In principe is het mogelijk water, suiker en gist te mengen en dit zijn gang te laten gaan. Dit is de kale basis van wijn en bier. Natuurlijk smaakt dat naar niets, en houd je een mengsel van alcohol en water over met een laag dode gistcellen op de bodem. Maar het geeft wel aan, dat je aan deze kale basis werkelijk van alles kunt toevoegen als smaakstof. Meestal worden redelijk bekende vruchten gebruikt om thuis wijn mee te maken, zoals appelen, peren, sinaasappelen, druiven, bramen, perziken, kersen, bessen. Maar het is ook mogelijk om van gedroogde vruchten, de peulen van doperwten, thee, kruiden, bloemen, het blad van de druivenplant, pastinaken, paardenbloemen of berkensap wijn te maken!

Het maken van vruchtenwijn begint met het persen van het sap uit de vruchten, of in het andere geval, het laten trekken/koken van de ingrediënten. Dan wordt de most gezeefd. Soms moet de most enige tijd staan met een enzym dat pectine of zetmeel afbreekt, omdat dit anders later in de wijn een waas zal veroorzaken.

Als de most klaar is, wordt een giststarter toegevoegd. De giststarter wordt een dag van te voren gemaakt van sinaasappel- en citroensap, een beetje suiker, water, gistvoedingszout, enkele mineralen (vitamix) en een wijngist. De gist is daardoor al flink actief geworden. De gist zou ook gewoon aan de most/het sap toegevoegd kunnen worden, maar dan start het gisten trager. Het is belangrijk dat dit snel gebeurt, want dan kunnen andere (verkeerde) gisten uit de lucht niet de overhand krijgen.

Het hangt nu van de zuurgraad en het suikergehalte van de most af, wat er aan suiker en water moet worden toegevoegd (het nabootsen van de samenstelling van druivensap!). Dit geheel gaat in de gistingsfles, met een beetje sulfiet ter ontsmetting. Op de gistingsfles zit een waterslot, een soort zwanenhalsje waardoor het gas van de gisting kan ontsnappen, en waardoor er geen buitenlucht of erger, fruitvliegjes, bij de gistende most kunnen komen.

Er zijn verschillende types wijngist in de handel, de keus is afhankelijk van de vrucht en het type wijn dat er gemaakt gaat worden. Zo bestaan er onder andere Bourgogne, Sauterne, Tokay, Sherry en All Purpose.

Het gisten duurt een week of twee, soms iets langer. Hierna wordt de wijn koeler gezet en zal hij meestal uit zichzelf helder worden. Tijdens dit proces wordt de wijn een paar keer overgestoken, als de laag dode gist op de bodem te dik wordt. Wanneer de wijn helemaal geklaard is, kan hij gebotteld worden.

En de smaak? Daarmee heb ik nog niet zoveel ervaring. Als kind van een jaar of 10 was ik op een Engelse camping getuige van een bijeenkomst van hobbywijnmakers. Daar proefden mijn ouders, en ik ook een beetje, een witte perenwijn en een rosé aardbeienwijn. In mijn herinnering waren dit zeer subtiele, geurige, uitgebalanceerde wijnen. Onze peren-morellenwijn van de workshop was een aangename verrassing. En, zoals Mariëlla al meldde, de kruisbessenwijn die wij samen opstartten, smaakt nu al veelbelovend! Voorlopig genoeg goede ervaringen om door te gaan met deze boeiende hobby.

dinsdag 13 februari 2007

Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blanc

In het verleden ben ik regelmatig kritisch geweest over wijnen uit niet-Europese landen. Maar als ik dan toch in Nederland wijnen van een ander werelddeel drink, heb ik het liefst een Australische of Nieuw-Zeelandse wijn. Naar mijn idee hebben beide landen wijnstijlen die in Europa nauwelijks voorkomen. Een heel goed voorbeeld is de frisse, fruitige Sauvignon Blanc waar Nieuw Zeeland bekend mee is geworden. Vooral het bedrijf Cloudy Bay heeft voor de Sauvignon Blanc het pad gebaand. Inmiddels kun je in Nederland gelukkig ook betaalbare Sauvignon Blancs uit Nieuw Zeeland krijgen; Cloudy Bay is vrij duur geworden.

Zondag dronken we bij de jambalaya een heerlijke Clos Marguerite 2006 uit Marlborough op het noordelijk deel van het Zuideiland van Nieuw-Zeeland. Wat in de Loire vaak niet lukt met sauvignon blanc, weten ze in Nieuw Zeeland uitstekend voor elkaar te krijgen: naast mineraligheid ook een fikse dosis fruitigheid in de wijn. Of dat door het klimaat en de bodem komt, wordt zelfs door de Nieuw-Zeelandse overheid onderzocht op dit moment.

Feit is in ieder geval dat de sauvignon blanc Nieuw-Zeelands belangrijkste en meest verbouwde druif is. Binnen Nieuw-Zeeland is Marlborough het gebied waar de beste Sauvignon Blanc vandaan komt. Clos Marguerite wordt op beperkte schaal gemaakt door het Belgische echtpaar Marguerite en Jean-Charles van Hove, afgestudeerd oenoloog uit Bordeaux.

We roken zondag naast de gebruikelijke aroma's van kruisbessen (maar nu hele rijpe) ook citrusfruit, vooral grapefruit. De wijn was prima in balans, de zuren fris en voldoende aanwezig om er behalve een goede eetwijn ook een heerlijk aperitief van te maken.
Als het dan toch wijnen uit de Nieuwe Wereld moeten zijn, neem er dan één die nergens anders gemaakt wordt, is mijn devies. Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blanc komt daar helemaal voor in aanmerking, naar mijn mening.

Clos Marguerite is onder andere verkrijgbaar bij Margaret Wines in Utrecht.

zondag 11 februari 2007

Kennismaking met de DOC Castel del Monte

Apulië (Puglia) is het gebied in Italië dat de hak en de spoor van de laars omvat. Het uiterste zuidoosten dus, waar uitgestrekte landbouwgronden met wijngaarden, olijfboomgaarden en graan te vinden zijn. Voor 1970 werd er vooral wijn van mindere kwaliteit gemaakt, alleen geschikt voor assemblages of vermout. Gelukkig heeft de invoering van moderne inzichten in dit gebied de kwaliteit van de wijn enorm verbeterd, al komen er nog steeds heel middelmatige wijnen vandaan. Het gebied is bovendien een schatkamer aan inheemse druiven, waaronder de nero di troia, de bombino bianco, bombino nero en de aglianico. Daarvan is de nero di troia de bekendste. Men zegt dat de naam verwijst naar het oude Troje en dat de druif door de oude Grieken naar deze streek is gebracht. De totale productie van het gebied is 11 miljoen hl., waarvan slechts 198.000 hl. DOC-productie is: wijnen die binnen de regels van een afgebakend gebied, Denominazione di Origine Controllata - de Italiaanse appellations -, zijn geproduceerd. Het DOC-systeem heeft dezelfde tekortkomingen als het Franse systeem: alleen middelmatigheid wordt gegarandeerd.

Maar uiteraard zijn er ook heel goede wijnen binnen het DOC-systeem te vinden, ook in Apulië. Het bedrijf Rivera maakt bijvoorbeeld goede wijn in de DOC Castel del Monte, genoemd naar een karakteristieke burcht van Frederik II van Hohenstaufen uit de 13e eeuw (het kasteel staat op het Italiaanse muntstuk van 1 eurocent).

Onlangs proefde ik twee wijnen van Rivera, een bedrijf dat in de jaren vijftig door Sebastiano de Corato werd opgericht. Zoon Carlo en kleinzoon Sebastiano hebben er in de loop der jaren voor gezorgd dat Rivera een voorloper op het gebied van technische en andere vernieuwingen werd, waardoor het bedrijf momenteel de topproducent van de DOC Castel del Monte is.

Ik proefde wijnen van de inheemse druiven aglianico en nero di troia, beide voor Nederlanders totaal onbekende druiven. De Cappellaccio (prijs rond de 12 euro) is gemaakt van 100% aglianico-druiven, heeft 12 maanden op Franse eiken vaten gerijpt en daarna nog een jaar in de fles. Het bouquet is rijk, de wijn heeft het karakteristieke bittertje van een Italiaanse wijn en zal het heel goed doen bij het eten. Aangezien de bijeenkomst eigenlijk te gezellig was om goed te proeven, heb ik geen nadere notities.
Hetzelfde geldt voor de Violante (prijs rond de 7 euro), een wijn gemaakt van de nero di troia. Deze deed in de verte wel een beetje denken aan een pinot noir, had in de geur viooltjes en ook wat mooi rood fruit. Deze wijn is uitstekend te drinken als aperitief, maar zal ook smaken bij een pastagerecht.

De wijnen zijn binnenkort verkrijgbaar bij Van Wageningen en de Lange, die ook nog een rosé van bombino nero en een klassieke bewaarwijn van nero di troia en montepulciano zullen gaan voeren. Deze laatste, de Il Falcone, is het paradepaardje van Rivera. Tom Stevenson noemde deze wijn als enige van de Castel del Monte-wijnen in zijn Wijnencyclopedie.

Voor een wijnspecialist blijft het altijd een gok om wijnen te introduceren van druivensoorten die wij Nederlanders niet kennen: wat de boer niet kent..... Maar ik kan de wijnen van Rivera van harte aanbevelen, ze vormden voor mij een spannende kennismaking met een onbekend stukje Italië.

Kruisbessenwijn maken: een beeldverslag

Tjee, zit ik daar rustig achter mijn pc te werken aan een nieuw blogje over Italiaanse wijn, komt er bericht van mijn wijnmakers: onze kruisbessenwijn is overgestoken!

Dit behoeft even wat toelichting: al weer enige tijd ben ik lid van het Utrechts Wijnmakers- en Wijngaardeniersgilde. Niet om nou zelf wijn te gaan maken, was de bedoeling, en al helemaal niet van ander fruit dan druiven. Ik werd lid vanwege de uitwisseling van kennis, het echte gilde-idee: de leden leren mij over het snoeien van druivenranken en het maken van wijn, ik breng mijn kennis van de wijnwereld in. Maar vruchtenwijn, ach, dat was mij toch wat te min. Totdat ik in 2005 een workshop wijnmaken volgde met Ariane, mijn medewaardin van Herberg De Ketel en de Kurk. Inmiddels ben ik toch wel geïnteresseerd geraakt in het proces, zeker nu Ariane een hele wijnmakersset heeft gekocht.

Bij het opruimen van mijn diepvries kwam ik onlangs nog tweeënhalve kilo kruisbessen tegen, waar ik geen bestemming voor wist. Maar Ariane dus wel... Wij hebben er enkele weken geleden sap van gemaakt en inmiddels is de most op een mooi alcoholgehalte gekomen.

Ik laat Ariane even aan het woord: "Zojuist de kruisbessenwijn geproefd. Hij is absoluut verrukkelijk! Goede zoet-zuur balans, fantastisch fruitig boeket, duidelijke kruisbessengeur. Er moeten meer kruisbessenstruiken geplant worden, dat is duidelijk! Hij is nog beter dan ik dacht te ruiken. Omdat de hoeveelheid zoet net goed is nu, gaan we hem snel in de kelder zetten, zodat het gisten stopt. Echt wachten tot hij helemaal droog wordt (en misschien daardoor te zuur), bederft hem misschien wel."

Op de foto's zie je het proces van ontstelen, persen, most in de gistingsflessen, het klaar maken voor overhevelen, hevelslang aanzuigen en terughevelen.
Op dit moment is de wijn nog troebel, en ik ben heel benieuwd hoe hij er binnenkort uitziet. Wordt uiteraard vervolgd. Bovendien zal ik binnenkort aandacht besteden aan het verschil tussen het maken van druivenwijn en van vruchtenwijn.









vrijdag 9 februari 2007

Geproefd: Casa de la Ermita Tinto Joven 2005

Bij de boerenkool deze week dronken we één van de laatste proefflessen die op dit moment nog op een oordeel stonden te wachten: Casa de la Ermita Tinto Joven 2005. Tinto staat voor rood, joven staat voor jonge wijn om binnen een jaar te drinken. 'Joven' wordt gemaakt zonder rijping op hout.

De wijn rook heerlijk naar bramen en wat rood fruit, maar had een wat groene, onrijpe afdronk. Bij de boerenkool met worst hadden we minder last van die indruk en combineerde hij heel aangenaam. Wat ons betreft is dit een wijn van categorie 2 - blij als ik dit op een feestje krijg. Hoewel, ik vind het meer een eetwijn dan een wijn om mee te borrelen. Het alcoholpercentage is 14%, gebruikte druivensoorten zijn mourvedre (monastrell; niet 100% zeker is dat dit dezelfde druif is), merlot, tempranillo, syrah en cabernet sauvignon.

Wat ik met 'groen bedoel'? Stel je voor dat je op een stukje groene, onrijpe paprika kauwt. Dan heb je een idee. Het geeft de indruk dat de wijn niet af is, dat er iets mist. Het zijn de tannines uit de schillen van (vooral) de cabernet sauvignondruif die die indruk achterlaten.

Deze druiven worden in het hete Jumilla (bij Alicante, Spanje) inderdaad geplukt voordat ze helemaal rijp zijn, omdat je anders een aantal effecten krijgt die je niet wilt als wijnmaker. Te rijp fruit levert hoge alcoholpercentages (want: veel suiker in de druif aanwezig). Te rijp fruit kan ook vermoeide, lome aroma's opleveren; het frisse, fruitige is dan helemaal verdwenen in de wijn. Bij deze wijn is duidelijk geprobeerd de warmte in toom te houden en het fruit optimaal in te zetten, maar naar ons idee is dat toch net niet helemaal gelukt. Waarschijnlijk blijft dat voorlopig nog een probleem van veel moderne Spaanse wijnen, zowel rood als wit.

Casa de la Ermita wordt in Nederland geïmporteerd door Kwast Wijnkopers.

Sonoma Valley: een vooruitblik

Ongetwijfeld heb ik er al eens eerder op gewezen, maar de VS kent een enorm aantal wijnbloggers. De beste daarvan vind ik nog altijd Vinography van Alder Yarrow. Onlangs kreeg Alder weer een prijs: de Wine Blog Trophy: Vinography werd uitgeroepen tot beste internationale blog door Vins de Loire.com. Congratulations Alder, you deserve it.

Maar waar ik dit keer speciaal de aandacht voor wil vragen, zijn de foto's van Michael Regnier die wekelijks op Vinography verschijnen. Foto's van wijngaarden, vooral in Californië, maar soms ook van elders. Michael weet telkens een heel speciale sfeer vast te leggen. Zijn foto's lijken soms wel schilderijen.

Deze van het verscholen weggetje op Upper Hawkeye Mountain Estate spreekt mij in deze koude dagen enorm aan: ik zie mezelf daar al lopen, deze zomer, in de Sonoma Valley. (Want daar gaat onze vakantie heen.) En dan ergens uitrusten met een koele fles rosé, lekkere sandwiches, langs een beekje...

De komende tijd zal ik off and on wat meer aandacht aan de Californische wijngebieden Sonoma en Napa besteden, als voorbereiding op onze vakantie. Tips om te bezoeken en te doen aldaar zijn van harte welkom.

woensdag 7 februari 2007

Reisje naar de Ahr



De belangstelling vanuit Slow Food was groot; het reisje is volgeboekt, sorry!

Wie heeft er zin in een reisje naar het Duitse wijngebied de Ahr? Daar wordt namelijk op 24 maart een forum georganiseerd door het Convivium Bonn van Slow Food Duitsland over een zeldzame Duitse druif die is opgenomen in de Ark van de Smaak: de pinot madeleine of frühburgunder. Dit is een vroegrijpende kloon van de pinot noir.

Zie voor meer info over dit forum een eerdere blog over deze druif.

Het forum wordt gehouden in het prachtige klooster Marienthal. Uiteraard kun je er de wijn en ander lekkers proeven. De kosten voor het forum zijn slechts 10 euro.

Samen met Anda Schippers wil ik een reisje naar de Ahr organiseren om het forum en het wijngebied te bezoeken. We zijn van plan met eigen vervoer te gaan (zoveel mogelijk gezamenlijk) en goedkope accomodatie te boeken ergens in het gebied. Op zaterdag 24 maart bezoeken we het forum en op zondag 25 maart gaan we een deel van de Rotweinwanderweg bewandelen. Onderweg kunnen we wijnbedrijven bezoeken en wijn proeven.

Heb je zin om mee te gaan? Laat het mij dan even per mail weten (rechtsbovenaan, klik op mijn naam). Dan kunnen we in overleg accomodatie gaan regelen en ons aanmelden in Bonn. Voor de goede orde: er is nu nog niets georganiseerd, we kunnen in overleg een aantal dingen afspreken.

WBW tijdelijk in de ijskast

De afgelopen acht maanden hebben we met veel plezier Wine Blogging Wednesday georganiseerd. Samen met Ed van Wijnerij, Dick van (inmiddels) Winelog en Cuno van Wijnsuggestie maakten we een vrolijke start. Al gauw deed ook Drinkblog mee, gevolgd door het Ministerie van Eten en Drinken en Wijn.blog. Onlangs besloot Dining&Wining aan te haken, dat toen mooi Wijnsuggestie kon opvolgen, aangezien dat met deelname gestopt was.

Enthousiast deed ook Onno Kleyn mee, schreef over ons in de Volkskrant en zocht iedere keer een recept voor ons uit. Andere wijnschrijvers schreven over ons initiatief: zo ontdekte ik laatst dat Magda van der Rijst WBW noemde in het oktobernummer van het PGGM Magazine. En Wijninfo nam informatie over ons op op hun site.

Echter, ondanks een aantal zeer enthousiaste deelnemers is de respons toch achtergebleven bij wat we hadden gehoopt. Ailko Faber meldde het ook al in zijn eindoordeel van vorige maand.

Daarom hebben we besloten Wine Blogging Wednesday tijdelijk in de ijskast te zetten, om te kijken hoe we een en ander in een ander vat kunnen gieten. Uiteraard zijn jullie ideeën daarbij van harte welkom. Laat ons maar eens weten wat je er tot nu toe van vond, wat er goed was, wat er beter kan.
Wij hebben inmiddels wel een aantal nieuwe ideeën, we hebben alleen nog even tijd nodig ze uit te werken.

Al diegenen die hebben deelgenomen: bedankt mensen, het was leuk! We hopen dat jullie ervan genoten hebben. Al diegenen die niet hebben deelgenomen: jammer, jullie hebben iets gemist. Houdt Wijnkronieken en de andere blogs maar in de gaten, jullie horen nog van ons.

dinsdag 6 februari 2007

De keuzes van de specialist

Waarom kopen veel mensen wijn bij de supermarkt? Het is lekker makkelijk, je neemt zo even een fles mee in je mandje, naast de hagelslag en het waspoeder. Supermarkten bieden ook een grote selectie aan 'makkelijke' wijnen, die de voorkeuren van de consument (lijken te) weerspiegelen. Hoe de keuze van een wijninkoper van zo'n supermarkt tot stand komt, daar horen we helaas weinig van. Er zal ongetwijfeld veel geproefd worden, en ik neem aan dat er wel eens klantenpanels ingeschakeld worden.

Wie echter nog denkt dat een traditionele wijnhandelaar in gewijde eenzaamheid de wijnen voor zijn bedrijf uitkiest en geen oog heeft voor de moderne consument, moet vooral het onderstaande stukje eens lezen. Want ook de wijnspecialist is iemand die naar zijn klanten luistert. Niet alleen zijn klanten die toch wel weten wat ze drinken, maar ook de klant die gewoon een goede, makkelijke wijn wil.

Afgelopen vrijdag heb ik deelgenomen aan het keuzeproces voor nieuwe Italiaanse wijnen bij Van Wageningen en de Lange. Deze wijnhandel is al sinds 1886 (uiteraard wel onder andere namen vroeger) actief langs de Oudegracht in Utrecht. Specialismen zijn vanouds Bordeaux en port. Frankrijk staat nog steeds centraal, maar ook wijnen uit Spanje, Italië, Portugal en Zuid-Afrika staan inmiddels regelmatig op de proeftafel.

Wijnen uit Italië zijn lastig: als je geen kenner van het land bent, is het ingewikkeld overzicht over de diverse DO's, wijngebieden en druivensoorten te krijgen. Gelukkig kent Italië ook grotere bedrijven die in diverse gebieden kwaliteitswijnen maken. De aanschaf van een paar wijnen van zo'n bedrijf is makkelijker dan je te moeten verdiepen in diverse gebieden.
Van één zo'n bedrijf, Il Falcone, proefden we afgelopen vrijdag twee wijnen. Die twee wijnen en het bedrijf zal ik in een aparte bijdrage introduceren, nu gaat het me vooral om het selectieproces. Het was de bedoeling om één van de wijnen uit te kiezen. Maar wat bleek: we waren met een heel gezelschap, waaronder goede klanten en goede vrienden van de eigenaren. En na een uitermate gezellige proefsessie bleek er geen consensus te krijgen: de vrouwen vielen voor de ene wijn, de mannen voor de andere. Bovendien maakten de wijnen tijdens het proeven op verschillende momenten een andere indruk. Eerst waren ze wat koud, en beviel juist de ene wijn. Nadat ze echter wat meer op temperatuur waren gekomen, beviel de andere weer meer. Na een stukje kaas bleek de ene wijn ook weer veel beter uit te komen, terwijl de eerste dan weer niet zo goed combineerde met de wijn. Kortom: het bleken uiteindelijk twee uitstekende wijnen, één voor bij het eten en één voor rond borreltijd.
En dus komen ze allebei binnenkort in het assortiment van Van Wageningen en de Lange. Wel wijnen waar je iets meer dan 5 euro voor moet neertellen. Maar dan weet je ook zeker dat het goed is! (Hoewel het nog altijd niet je smaak hoeft te zijn....)

zondag 4 februari 2007

Weer niet snoeien

En weer werd er niet gesnoeid vandaag: toen we met zo'n man of zeven bij 'onze' wijngaard aan de oevers van de Kromme Rijn aankwamen, bleek de snoei al gedaan voor ons. Wie of wat konden we op dat moment niet achterhalen, maar we konden alleen nog maar de takjes opruimen en er kransen van vlechten.....
Wat we onder het genot van thee en cake natuurlijk gedaan hebben. Waarschijnlijk heeft de eigenaar van het land gedacht: die snoei moet nu toch echt, ik ga aan de slag. Maar ons leermoment (dat van de leden van het UWWG) is nu dus helaas voor dit jaar voorbij.
Restte Nico en mij alleen nog de riesling in eigen tuin te snoeien, wat we bij thuiskomt maar gelijk hebben gedaan.

Het is inderdaad vrij laat om te snoeien: de snijwonden van de plant gaan bloeden omdat de sapstromen eigenlijk al op gang gekomen zijn. Als het tussen nu en een dag of tien gaat vriezen, heb je kans dat de vorst in de plant trekt en de stam gaat splijten. Laten we duimen dat het niet zo ver komt.

Onze riesling hebben we keurig teruggesnoeid tot een hoofdstam, drie leggers en op die leggers uitlopers van vorig jaar met maximaal twee ogen. Ik geloof dat we nu eindelijk begrijpen hoe het werkt, dus volgend jaar kunnen we het hopelijk zonder verder advies. En nu maar hopen op een goed jaar, zodat we na de zomer nog weer meer trossen hebben dan vorig jaar, om toch iets meer wijn te kunnen maken. Teveel trossen moet overigens ook weer niet, dan krijg je druiven die slappe, smakeloze wijn opleveren.

De aanstichter van het kwaad

Het was zijn vierde boek, en waarschijnlijk wel de eerste wijngids in Nederland: Hubrecht Duijker's boekje 500 betaalbare wijnen uit 1974. Onlangs kwam het bij toeval in mijn bezit.
Het boekje beleefde twee drukken, maar kreeg pas in 1990, met de Wijnalmanak 1991, een opvolger. Sinds die Wijnalmanak van 1991 zijn de wijngidsen in Nederland niet meer te tellen, en ik bezit dus nu het oermodel.

Op het eerste gezicht is het grappig én historisch bladervoer. Allereerst vallen natuurlijk de behandelde landen op: een totale overheersing van de Franse wijnen (110 bladzijden), daarna een gering aantal andere Europese wijnlanden, waaronder een aantal die nu nauwelijks meer meetellen, zoals Luxemburg of Joegoslavië. Aan de rest van de wereld wordt één pagina gewijd: twee wijnen uit Algerije, één uit Marokko en één uit Argentinië.

Opvallend zijn ook de namen van importeurs: Finjé/Aguilar, Mähler-Besse, Oud Wijnkopers en Jacobus Boelen bijvoorbeeld. Namen van bekende traditionele wijnhandelaren, veelal met hun wortels in de negentiende eeuw, die nu echter opgegaan zijn in veel grotere verbanden. Maar ook Albert Heijn, Bijenkorf en Gall & Gall worden genoemd. Wijn werd in 1974 nog overwegend bij de traditionele wijnhandelaar gehaald, maar supermarkten en slijters begonnen aan hun opmars.

Maar het boekje riep ook gemengde gevoelens bij mij op: enerzijds is het een leuk curiosum, waarin bijvoorbeeld opmerkingen staan als Sancerre 1971. Maar liefst 12,5% alcohol, da's niet mis. Een witte wijn van 12,5% is anno 2007 zelfs een lichte wijn te noemen!
Anderzijds is het boekje ook een uiting, misschien zelfs wel een oorzaak, van wat er heden ten dage mis is met de Nederlandse wijnconsumptie: de weigering van 80% van de Nederlandse wijndrinkers om een fatsoenlijk bedrag voor een fles wijn neer te tellen.

Als er iemand is die de wijn voor het Nederlandse publiek begrijpelijker heeft gemaakt, is het Hubrecht Duijker wel. En daar zijn we hem natuurlijk dankbaar voor. Of we echter zo blij moeten zijn met zijn idee om honderden 'betaalbare' wijnen in een gidsje samen te brengen: ik weet het nog zo net niet. Want met die wijngidsen is de Nederlander ook het idee bijgebracht dat wijn te allen tijde goedkoop zou kunnen zijn.

Vroeger was wijn bestemd voor meneer pastoor, de dominee en de notaris. Die konden een goede prijs betalen, wisten de wijnen over het algemeen te waarderen en hadden het geld ervoor over. Met de 'democratisering' van wijn werd een fles wijn bij het eten bereikbaar voor meer dan alleen de notabelen, maar het leren waarderen van goede wijn is helaas bij deze ontwikkeling achtergebleven. En de wijngidsen hebben daar een misschien wel funeste bijdrage aan geleverd. Door die gidsen werd en wordt de indruk gewekt dat je voor een dubbeltje op de eerste rang kunt zitten; dat er voor onder de 5 euro te allen tijde een goede fles te vinden is.
Wijn moet, ook anno 2007, goedkoop zijn voor de gemiddelde consument, en is vaak een sluitpost op de begroting. Zo hoorde ik onlangs het verhaal van een vader die voor zijn dochter een bruilof van 60.000 euro had georganiseerd, maar voor de wijn minder dan 5 euro per persoon wilde uittrekken!

Dat je heel wat mist als wijnliefhebber als je nooit een fles drinkt die meer dan die 5 euro kost, dat staat vaak nergens in zo'n 'onder de 5 euro-gids' vermeldt en gaat dan ook aan veel mensen voorbij. Met mijn nieuwe aanwinst heb ik dus eigenlijk de aanstichter van veel kwaad in huis....