maandag 30 april 2007

Een speciaal Oranjedrankje

Wat een dag hè, vandaag! Zo'n prachtige Koninginnedag hebben we in jaren niet gehad. Strakblauwe luchten, een lekker briesje, heerlijke temperaturen. Alle zolders in het land zijn opgeruimd en boeken, servies en kleding zijn weer van eigenaar verwisseld. Mijn oogst vandaag is een prachtig jaren vijftig likeurflesje, met zes bijpassende glaasjes op een bakelieten blaadje. Heel geschikt voor overheerlijke Ahr Trester of de zelfgemaakte likeurtjes waar ik me sinds kort aan waag. Dit weekend heb ik nog rabarberlikeur à la de Goddelijke Huisvrouw (van Nigella Lawson) staan maken. Over zes weken is íe op dronk en zal ik berichten of het drinkbaar is.

Op de vrijmarkten heeft de drank ongetwijfeld ook weer rijkelijk gevloeid. Jammer alleen dat dat op zo'n dag bijna alleen maar pils is. Heeft iemand op welke vrijmarkt dan ook in Nederland een gelegenheid getroffen waar hij of zij een lekker glas wijn heeft kunnen drinken? Ik niet, niet in Utrecht gisteren en niet in Maarssen vandaag. Maar ter ere van Hare Majesteit had ik naar goede vrienden wel een fles bubbels meegenomen, want bubbels zijn helemaal in! Bij het doornemen van de wijnvoorraden vanmorgen trof ik 'm aan, eenzaam in een hoekje, aangeraden door en aangeschaft bij een bevriende medeblogger: een fles prachtige oranjeroze cava van Carles Andreu, perfect geschikt voor deze Oranjefeestdag. Helaas weet ik heel weinig van cava, behalve dat het in de buurt van Barcelona gemaakt wordt, volgens de methode traditionelle (op zijn Champagnes dus) en dat íe steeds beter en steeds vaker gedronken wordt. Van het etiket op de fles werd ik ook niet wijzer, dat was in het Catalaans. Spaans kan ik nog wel ontcijferen, maar mijn Catalaans is niet meer wat het geweest is...... ;-)
Gelukkig bood de website later op de avond uitkomst: de Celler Carles Andreu ligt in Pira, in Catalonië, 115 km ten westen van Barcelona. De familie maakt al wijn sinds de 18e eeuw, voornamelijk van lokale druiven als trepat, parellada (dé cavadruif, heb ik ooit eens geleerd) en macabeo. Evenals veel andere Spaanse wijnfirma's heeft het bedrijf sinds de jaren negentig van de vorige eeuw een gigantische modernisering ondergaan, waardoor er nu hypermoderne apparatuur, stijlvolle architectuur en een up-to-date ontvangstcentrum te bewonderen zijn. De firma legt zich toe op kwaliteitscava in beperkte oplages.

En die kwaliteit, daar heb ik vanavond van genoten. Wat een fantastische fles was dat! Toegegeven, het gezelschap, het weer, de tuin, alles speelde mee, maar het was gewoon dé wijn voor dat moment. De perfecte 'einde-van-Koninginnedag-wijn'. Moe van het slenteren, roezig van de zon, genietend in de tuin, en dan een fles openen. De cava had een prachtige - geheel bij de dag passende - kleur, was gemaakt van een 'rare' druif, wat voor mij altijd iets extra's heeft, had fijne belletjes, veel fris fruit, was droog, en had een laag alcoholpercentage (11,5%): deze cava wil ik ieder jaar met Koninginnedag! En op Bevrijdingsdag volgende week zal íe me ook wel smaken. Snel maar eens informeren of er nog voorraden van in Nederland zijn. Want dit wordt mijn 'Oranjedrankje'!

zondag 29 april 2007

Oogst van de vrijmarkt

Pfoe, dat was werken vandaag. De helft van mijn artikel over de wijnhandel in Utrecht in de Middeleeuwen is nu echt af. De andere helft komt hopelijk dinsdag gereed. Maar tussendoor is er natuurlijk even tijd voor Koninginnedag. Vanavond heb ik zeer doelbewust de vrijmarkt afgestroopt: boeken of ansichtkaarten met wijnthema, anders niets mocht ik van mezelf kopen. Zoals gebruikelijk is het niet helemaal gelukt, maar wel een beetje. Bij de boeken heb ik De druivenplukkers van A. den Doolaard gescoord, een roman uit 1931 over een groep buitenlanders - mannen, vrouwen, arbeiders en intellectuelen - die naar de Bourgogne komen om geld te verdienen met de druivenpluk. Ik ben zeer benieuwd, de zwaar romantische stijl van Den Doolaard is mij al eens eerder tegengevallen in een van zijn boeken over Macedonië. Maar het boekje mocht niet ontbreken in de verzameling wijnliteratuur, en voor 50 cent kon ik het toch niet laten liggen? Morgen volgt nog bezoek aan een meer dorpse vrijmarkt, in Maarssen. Eens kijken wat dat op gaat leveren!

Overigens vonden mijn kinderen dat ik moest schrijven over wat de koningin voor wijn zou drinken deze dagen. Iemand een idee? Houdt ze eigenlijk van wijn?

dinsdag 24 april 2007

Geproefd: Merlot Casillero del Diablo 2005

Vandaag kan ik iets opvallends constateren: schrijf ik over dure wijn, wordt Wijnkronieken ineens heel druk bezocht. Schrijf ik over prut van de Aldi, idem dito. Schrijf ik gewoon over supermarktwijn, ach, dan is het bezoek niet meer of minder dan normaal.

Dus nu ben ik wel benieuwd wat jullie gaan vinden van mijn proefnotities van de Casillero del Diablo Merlot 2005, verkrijgbaar bij Albert Heijn voor € 5,99. Je moet ervoor even naar Winelog surfen, aangezien ik de notitie daar in de rubriek 'Wijnschrijvers getest' heb geplaatst. Laat daar of hier maar eens horen wat je van dergelijke wijnschrijverij vindt. Nu eens geen pruimen, cacao en houttonen, maar wijnmomenten, wijn voor welke gelegenheid.

maandag 23 april 2007

Geproefd: Jean Grivot Clos de Vougeot 1999

Soms moet een mens gewoon eens gek doen. Tenminste, dat dacht mijn echtgenoot onlangs, toen hij het in zijn hoofd kreeg om een écht goede Bourgogne te gaan kopen. Uiteraard liet hij zich daarbij adviseren, door onze vaste wijnhandelaar. Samen hebben ze gekeken wat nog binnen de grenzen van het aanvaardbare viel: een fles Domaine Romanée Conti hadden we ook wel gewild, maar dan hadden we meer dan 900 euro moeten neertellen. We kregen het advies echt niet meer dan 300-400 euro uit te geven (!); bij duurdere flessen betaal je voornamelijk voor de naam, niet voor de kwaliteit van de wijn.

Het is na enig nadenken een Clos de Vougeot 1999 geworden, van Jean Grivot. Deze Grand Cru wordt door Hugh Johnson in zijn Wijngids 2007 geclassificeerd als 'bekend, gerenommeerd' tot 'groot, prestigieus en duur'. We betaalden ergens tussen de 100 en 200 euro.

De Bourgogne is een uitermate lastig gebied voor de gewone wijnliefhebber. Je moet er niet alleen op de AOC's letten, maar vooral ook op de makers. De Clos de Vougeot is bijvoorbeeld één wijngaard, tevens appellation, van 50 ha, maar met 85 eigenaren. De toewijding, kunde en vaardigheid van de eigenaar van zijn deel van die 50 ha en uiteraard van zijn wijnmaker (als hij of zij dat niet zelf doet) bepaalt de kwaliteit van een fles Clos de Vougeot, hoewel alle wijn van dit grand cru-perceel tussen Dijon en Beaune gerekend wordt tot de top van de wijnpiramide. Grivot behoort tot de top binnen de top; de wijnen van dit huis staan als zeer goed bekend. Al met al hadden we een zeer spannende en interessante fles gekozen, vonden we.

Gisterenavond was het zover: we dronken de wijn bij hertenbiefstuk van de grill, gegratineerde aardappels en rode kool. En onze fles was absolute top.

Met zo'n aankoop ben je even bang voor onaangenaamheden als kurk, maar gelukkig was de fles in prima conditie. Onze eerste indruk was er één van frisheid en fruitigheid; het eerste glas smaakte als een jonge wijn, maar wel eentje met veel volheid. De wijn had een uitstekende balans tussen tannine, zuur, fruit, alcohol en alles wat je nog meer kunt bedenken. Zo moet een goede Bourgogne smaken.

Bij het eten werd het een absolute feestwijn, al vond ik de wijn lekkerder zonder de directe invloed van het vlees of de andere gerechten in mijn mond. Hij kwam dan eigenlijk nog meer tot zijn recht en er was dan veel meer te ontdekken. We proefden en roken kruidnagel, rood fruit, moerbeien. Nico vond de wijn vrij stevige tannines hebben, waarvan ik het idee heb dat ze met een aantal jaren nog meer diepte aan de wijn zullen geven.

Toen de fles al een paar uur open stond, vonden we dat de afdronk vooral werd bepaald door het bitter van verse walnotenschilletjes en weinig fruitigs meer had. We vroegen ons af: hebben we deze 1999-er toch net iets te vroeg gedronken? Waarschijnlijk wel. Misschien kopen we gewoon nog een fles en leggen we die weg, om over een paar jaar nog maar eens te openen. Wordt vervolgd dus.

En vinden we nu dat zo'n fles de betaalde prijs waard is? Dat is een moeilijke vraag. Ik denk niet dat je zulke goede Bourgogne kunt vinden voor minder geld. Maar ik drink net zo lief een uitstekende rode wijn voor 10 of 20 euro dan deze fles, waar we tien keer zo veel voor betaalden. Toch is het de ervaring waard geweest, al is dit geen wijn die je wekelijks, zelfs niet maandelijks, gaat drinken.
Het is gewoon jammer dat de prijzen zo hoog zijn gestegen, maar als je het geld er eens voor over hebt, moet je het zeker niet laten! Het is toch een andere categorie dan de meeste wijnliefhebbers gewend zijn.

zondag 22 april 2007

Eikenhouten vaten

Zit je lekker op een feestje te genieten van je wijn, komt er zo'n vraag: "Zeg, jij weet toch veel van wijn hè? Waarom worden er eigenlijk eikenhouten vaten gebruikt voor de opslag van wijn, en geen vaten van andere soorten hout?" En daar zit je dan, met al je boekenwijsheid. Je mompelt iets van: er worden ook andere houtsoorten gebruikt hoor, of: eikenhout geeft zo'n lekker smaakje af, of: volgens mij heb ik ergens gelezen dat eikenhout de juiste (on)doorlaatbaarheid heeft. Maar uiteindelijk moet je toegeven: je weet het gewoon niet!

Vanmorgen vroeg dus gelijk maar de boeken in gedoken. Dat viel nog niet eens mee. Ik heb boeken over van alles en nog wat die te maken hebben met wijn, maar zelfs in het boek over de kunst en de technieken van het wijnmaken, vond ik niet wat ik zocht. Tot ik me wendde tot de hier al vaker genoemde Wijnencyclopedie van Tom Stevenson. Bingo; ik werd er op mijn wenken bediend. Ik citeer even een stukje: "Ik heb de vraag maar één keer in druk gezien, maar het is de meest fundamentele vraag die kan worden gesteld: waarom eikenhout? Waarom wordt van alle houtsoorten in de wereld vrijwel alleen eikenhout gebruikt om vaten te maken?"

En dan volgt een gedegen uiteenzetting, die antwoord geeft op al mijn vragen (of liever, die van mijn vrienden gisterenavond). Al mijn gemompelde antwoorden hadden wel iets waars in zich, gelukkig. Ander hout dan eikenhout is namelijk óf te poreus, óf geeft stoffen af die veel te aromatisch zijn om in je wijn te willen proeven. Licht eikenhout is makkelijk te buigen (en dat wisten zelfs de middeleeuwse kuipers natuurlijk al), heeft een lage porositeit (die doorlaatbaarheid waar ik het over had), een acceptabel tanninegehalte en milde, romig aromatische bestanddelen die óf harmoniëren met de wijn óf een invloed hebben waaraan we in de loop der eeuwen gewend zijn geraakt.
Er wordt soms wel degelijk ander hout gebruikt: kastanjehout in het Rhônedal bijvoorbeeld, of naaldhout in Griekenland en de Canarische eilanden. Dit geeft echter vaak een bepaald effect op de wijn dat uiteindelijk voor de meeste mensen toch onwenselijk is.
En er is bovendien ook nog een verschil of je het hout gebruikt voor de fermentatievaten of voor de opslag. Gistingsvaten zijn tegenwoordig steeds meer van roestvrij staal, hoewel ook houtsoorten als eiken, kersen, walnoot en kastanje nog voorkomen. Rijping gebeurt echter hoofdzakelijk op eiken, vanwege dus die kwaliteiten die Stevenson hierboven al opsomde.

Hè, gelukkig, mijn reputatie is gelukkig weer gered. Met dank aan de Wijnencyclopedie van Tom Stevenson!

donderdag 19 april 2007

The Sonoma County Wine Library

Soms vind ik het jammer om niet in een wijnproducerend gebied te wonen. Want je mist toch wat aan wijncultuur, wijngeschiedenis, wijnliteratuur en dat soort zaken als er in een gebied niet serieus wijn wordt verbouwd. Neem nou het Duitse wijngebied de Ahr: je vindt er niet alleen het echte werk: wijngaarden en wijnproducenten, maar ook een hele afgeleide wereld eromheen. Wijndetectives bijvoorbeeld, of kunst geïnspireerd door de wijnbouw of wijnfeesten.

Onlangs ontdekte ik een wel heel fantastisch voordeel van een wijnproducerend gebied: zo'n gebied heeft vaak een wijnbibliotheek. Op internet kwam ik The Sonoma County Wine Library tegen, een documentatiecentrum in Healdsburg, Californië, dat werkelijk alle literatuur op het gebied van wijn verzameld. De bibliotheek wil daarmee een heel brede doelgroep bedienen: wijnproducenten die meer willen weten over vinificatietechnieken, marketingmensen die de reclame-uitingen van een bedrijf willen nagaan, historici die (beeld)materiaal voor artikelen zoeken etc... Maar ook de consument die wil zorgen dat hij alle Zinfandels van de streek in zijn wijnkelder heeft liggen, kan er terecht. Nauwkeurig wordt bijgehouden wie waar welke wijnen produceert en sinds wanneer. De Sonoma wijnbibliotheek verzamelt verder ook mondelinge overleveringen van wijnproducenten uit de streek.
De bibliotheek is sinds 1988 open. Opvallend is dat het oudste boek een exemplaar is van het Libri de Re Rustica, gedrukt door de bekende Venetiaanse drukker Aldus Manutius, in 1514. Libri de Re Rustica is een verzameling van het werk van diverse Romeinse schrijvers over de landsbouw. Je vraagt je toch wel een beetje af wat zo'n stukje Europese geschiedenis in Californië doet....

Overigens heeft het Wijninformatiecentrum in Den Haag ook een redelijke bibliotheek op wijngebied. Ik heb er tenminste tijdens een onderzoek gevonden wat ik zocht. Maar die bibliotheek in Sonoma ga ik misschien deze zomer toch ook maar eens bezoeken!

woensdag 18 april 2007

Meiwijn

De herinnering kan je danig parten spelen. Nou was ik ervan overtuigd dat ik op Wijnkronieken ooit iets over meiwijn had geschreven. Het prachtige verslag op het Ministerie van Eten en Drinken richtte mijn aandacht weer op deze drank. Maar vreemd, niets te vinden op Wijnkronieken...

Een jaar of wat geleden heb ik me grondig verdiept in meiwijn, mensen geschreven, internet afgestruind, boeken doorgespit. Wat was het precies en wanneer dronk je het: naar dat soort dingen was ik op zoek. Wat het was heb ik wel gevonden, maar wie het dronken en wanneer, bij welke gelegenheden, dat was lastiger.

Wat ik tot nu toe weet is het volgende: als sinds de Middeleeuwen wordt meiwijn gemaakt en gedronken. Meestal gaat het om een witte wijn met toevoeging van de blaadjes van de plant Asperula odorata, maar ook witte wijn met andere groene kruiden wordt soms als meiwijn omschreven (bijvoorbeeld het blad van zwarte bessen). Men zegt dat de Benedictijnen in hun kloosters de werking van Asperula odorata goed kenden en er wijn en andere versterkende dranken mee bereidden. Bovendien maakt het kruid, beter bekend als Lievevrouwebedstro, onderdeel uit van de kruidenmix in de likeur Benedictine.
Asperula odorata werd gebruikt om zijn bloedzuiverende werking, tegen scheurbuik en tegen trombose, om maar eens wat zaken te noemen. Thee van Lievevrouwebedstro zou helpen tegen maagpijn, slapeloosheid en stress. En bovendien weert het de boze geesten. Een prima middeltje uit de kruidengeneeskunde dus.

In de Utrechtse middeleeuwse rekeningen ben ik sporadisch meiwijn tegengekomen. In de stadsrekeningen komt het zo in mei, juni wel eens voor. Ook uit middeleeuwse bronnen van andere steden is de term bekend, Gent en Arnhem bijvoorbeeld. Bij mijn onderzoek naar de geschiedenis van Van Wageningen en de Lange kwam ik het drankje opnieuw tegen. Nu echter kant-en-klaar in de fles, in de prijscourant Binnenlandsch en Buitenlandsch Gedistilleerd uit circa 1939. Meiwijn staat dan tussen de boerenjongens en de bisschopswijn en kost 60 cent per fles, tegen 75 cent voor een fles bisschopswijn. De goedkoopste Rijnwijn kostte 1 gulden 20 cent in dat jaar; het was een Klingenmunsterer Kirchberg 1936 uit de Pfalz (blümig)....

Van het Ministerie weet ik inmiddels dat meiwijn, of maytrank, zoals het ook wel genoemd wordt, in de Ardennen en Luxemburg nog ieder voorjaar vers gemaakt wordt in de cafés én bovendien commercieel, in kant-en-klare flessen, aangeboden wordt.
Wat mij blijft intrigeren is het volgende: ook in ons land was meiwijn een bekende drank in het voorjaar. Zowel in de Middeleeuwen als vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd het hier gedronken. Bovendien geven veel oude kookboeken recepten voor meiwijn. Van prof. Marietje van Winter (onder andere bekend van het middeleeuwse koken) kreeg ik eens een kopietje uit het kookboek van haar overgrootmoeder, met daarin de prachtigste recepten voor meiwijn. De eerste druk van dat kookboek was uit 1848. (Meer informatie hierover a.s. vrijdag in Herberg De Ketel en de Kurk).
Blijkbaar was meiwijn een drank die de vrouw des huizes goed zelf kon maken en ook maakte. Maar waarom verdwijnt dan zo'n traditie? Waarom vind je voor de oorlog nog meiwijn in het aanbod van een gerenommeerde wijnhandel in Utrecht, maar kom je het daarna niet meer tegen? Waarom weet bijna niemand meer wat het is en waar het vandaan komt? Is dat de invloed van andere makkelijke verkrijgbare, kant-en-klare koele dranken, coca cola voorop? Het zou me eigenlijk niets verbazen....

Voor meiwijnrecepten en de resultaten van twee eigen brouwsels kun je vrijdag terecht in Herberg de Ketel en de Kurk. En wil je nu onmiddellijk zelf aan te slag: Google maar op Lievevrouwebedstro, woodruff of waldmeister: je zult tientallen recepten vinden. In de moestuin van de Herberg bloeit het plantje al, en volgens sommige recepten ben ik daarom al te laat met de bereiding. Maar ik heb de bloemetjes er gewoon maar afgehaald en ga zo de flessen witte wijn kopen.

zondag 15 april 2007

Wijnspuwers, wijntappers en wijnroeiers

Vandaag heb ik me weer eens gewijd aan mijn artikel over de wijnhandel in Utrecht in de late Middeleeuwen. Vragen als wat een wijntapper precies deed, welke maatregelen de stad nam om de kwaliteit van de wijn te waarborgen en wie er precies wijn dronken zijn aan de orde geweest. Ook heb ik me verdiept in de diverse beroepen die in Utrecht met de wijnhandel verband hielden.

Niet in iedere middeleeuwse stad waren die beroepen hetzelfde: zo kenden de Vlaamse steden bijvoorbeeld wijnspuwers, mensen die op last van de stad de kwaliteit van de wijn in een geopend vat moesten beoordelen. Was de wijn bedorven of voldeed hij op andere wijze niet aan het oordeel van de wijnspuwer, moest de inhoud van het vat vernietigd worden. Je mocht overigens pas vanaf je 32ste wijnspuwer worden. Pas op die leeftijd werd je geacht over voldoende proefkwaliteiten te beschikken om zo'n verantwoordelijke functie op je te nemen!

In Utrecht bestond deze functie niet. Hier hebben we voornamelijk wijntappers, wijnroepers, wijnscroders en wijnroeiers. De wijnroeper was in dienst van de wijntapper en riep om wanneer een nieuw vat werd aangeslagen. De wijnscroder vervoerde de wijnvaten van de kelder naar de klant, de wijnroeier was een functionaris betaald door de stad: hij had tot taak met zijn peilstok de inhoud van de vaten vast te stellen. Op basis van de inhoud van een vat werd later accijns afgedragen.

De wijntapper was degene - in Utrecht althans - die de wijn verkocht aan de klant: vaak gegoede burgers, geestelijken of het stadsbestuur. Als een wijntapper een vat eenmaal had aangeslagen, moest dat vat ook helemaal leeg verkocht worden voordat er aan een ander vat begonnen mocht worden. Werd er nog dezelfde dag aan een tweede vat begonnen, moest de wijntapper dat kenbaar maken door een hoepel uit te hangen boven zijn wijnkelder. Daarmee gaf hij aan dat er een nieuw vat, van mogelijk andere kwaliteit, in de verkoop ging.

Wijn aan de straat laten proeven aan passanten was ook mogelijk. Die wijn moest dan wel afkomstig zijn van het vat dat op dat moment in de verkoop was. Overtredingen hiervan werden streng bestraft. In een tijd zonder etiketten en appellations wilde men ook wel graag weten wat de inhoud van zijn gekochte kannetje wijn was: de geproefde wijn moest ook de aangekochte wijn zijn!

Legio bepalingen regelden allerlei mogelijke manieren van falsificaties: slechte wijn van het ene vat in het andere overhevelen bijvoorbeeld of, zoals hierboven al aangehaald, eerst goede wijn laten proeven om vervolgens slechtere wijn in de kan te tappen. Goede Rijnwijn met andere kwaliteiten wijn mengen was ook streng verboden, evenals het toevoegen van allerhande kruiden. Het was geen makkie om wijn te verkopen 500 jaar geleden: een hedendaagse supermarktmanager heeft het een stuk makkelijker!

donderdag 12 april 2007

Dr. Loosen's Pinot Blanc: voor de zwoele lenteavond

Wat een dag vandaag: prachtig weer, zelfs vanavond is het nog zwoel. Na een lome dag op het werk was het goed thuiskomen vanavond. In de ijskast wist ik een interessante fles Pinot Blanc te liggen, gisteren aangeschaft bij Gall&Gall. En ik had me daar al de hele dag op verheugd! Want het was geen gewone fles, maar een fles van Dr. Loosen. Dé Dr. Loosen, Ernst Loosen uit de Moezel.
Jaren geleden heeft de BBC-wijnserie van Jancis Robinson een geweldige impact op ons gemaakt. Af en toe kijken we nog wel stukjes van de videobanden. Een van de boeiendste verhalen vinden we dat over de Riesling in de Moezel, waarbij Jancis op bezoek gaan bij ene Ernst Loosen, toen één van de opkomende nieuwe sterren in Duitsland.

Tijdens een korte vakantie in de Moezel bezochten we Loosen niet, maar kochten we er in een wijnhandel wel wijn van. Sinds die tijd is de naam van Ernst Loosen voor ons toch een beetje mythisch, iets speciaals. Want wat een prachtige Rieslings maakt die man!
Je kunt zijn wijnen natuurlijk kopen in Nederland, maar in onze directe omgeving vonden we nooit een adresje waar we dat op regelmatige basis konden regelen. Tot deze week de klantenaanbieding van onze nationale slijtersketen weer in de bus viel. Gall&Gall had wijn van Loosen in de aanbieding: geen Riesling, maar Pinot Blanc (opvallend detail: Loosen had de wijn ook Weissburgunder kunnen noemen, maar koos voor het internationalere Pinot Blanc). Natuurlijk heb ik onmiddellijk twee flessen hiervan aangeschaft. De wijn komt van 15-jaar oude stokken en was eigenlijk een soort bijproduct: ach ja, laten we het maar eens proberen. Maar ik wilde dat meer wijnmakers van dergelijke bijproducten produceerden! Wat een heerlijke wijn. Een wijn die je na zo'n dag als vandaag weer helemaal opwekt, die verfrist en verkwikt. Een feestwijn voor alledag, een wijn die je werkelijk iedereen kunt voorzetten, maar toch heel speciaal blijft. Ik zou bijna zeggen: het is koopavond, haal nog even snel een paar van die flessen, zeker als je vanavond met wat vrienden in de tuin zit. Of gewoon met je man, je vriend of alleen: in alle gevallen is het dé wijn voor zo'n avond als nu.

N.B. De foto komt van WinePictures.com; een prachtige site, voor het echte wijnfotowerk.

dinsdag 10 april 2007

Wijn uit Georgië

Georgische wijnen: we lezen er regelmatig over, maar weten er meestal heel weinig van. We lezen dat Georgische wijn Rusland niet in mag, maar wat er precies aan de hand is, dat weten alleen de Oost-Europadeskundigen. Poetin beschuldigt de Georgische wijnen van slechte kwaliteit, maar dat is slechts een dekmantel. Want Georgische wijn is helemaal niet zo slecht. Sterker nog: de Russen stel(d)en juist prijs op wijnen uit Georgië vanwege de hoge kwaliteit. En zeker nu, na de val van het communisme, worden die wijnen steeds beter. Die zijn niet schadelijk en bevatten geen zware metalen, zoals Poetin beweert. Poetin wil Georgië gewoon dwarszitten, om redenen die voor de schrijver van dit wijnblog te ver voeren om uit te pluizen. Daar komt nog bij dat er op de Russische markt ook afgekeurde partijen Europese wijn (uit Spanje bijvoorbeeld) terecht komen, onder Georgisch etiket. Uiteraard speelt dat Poetin prima in de kaart.

Belangrijk feit blijft dat één van de belangrijkste exportartikelen van Georgië al enige tijd niet aan de grootste afnemer van weleer geleverd kan worden. Dat is vervelend voor de wijnboeren, maar aan de andere kant ook weer niet. Slimme Georgische wijnmakers richten zich namelijk bij gebrek aan de Russische afzetmarkt op het Westen. En daarbij moet uiteraard op kwaliteit gelet worden. En die kwaliteit is er, zoals ik al opmerkte. Op Prowein mocht ik enige weken geleden kennis maken met die kwaliteit, en ik was aangenaam verrast.

"Het oudste wijnland ter wereld verrast met moderne wijnen van onbekende en autochtone druivensoorten". Dat stond er boven het proefformulier dat we uitgereikt kregen bij de proeverij op dinsdag 20 maart om 10.00 uur in hal 4. De proeverij werd ingeleid en begeleid door Rudolf Knoll, redacteur van het Duitse wijntijdschrift Vinum. Knoll heeft Georgië diverse malen bezocht en geldt als een kenner. Hij liet ons wijnen proeven met prachtige namen als Tsinandali, Mtsvane, Kisi, Mukuzani en Saperavi. Over het algemeen was de kwaliteit verrassend goed, alleen niet altijd aangepast aan de gemiddelde West-Europese smaak, verwacht ik.

Zelf vond ik de oxidatieve witte wijnen het interessantst (de wijnen die wat op sherry lijken, zeg maar): deze worden nog op traditionele wijze in grote amforen in de grond vergist. Soms blijven ze voor de rijping in deze amforen, soms wordt de wijn ook overgebracht op houten vaten voor verdere ontwikkeling. Ook de rode wijnen hebben veel potentieel, vooral die van de saperavi druif. Bijgebleven is ook een 2002 Mukuzani van de firma Tbilvino: de wijn had een heerlijke geur van wilde bosaardbei en was na vijf jaar uitstekend in balans. Dit is een wijn zijn die het hier in het Westen prima zou doen.

Een aantal moderne wijnmakers heeft zich verenigd in de Georgian Wine Family: zij staan voor het meest moderne wat de Georgische wijnbouw op dit moment te bieden heeft. De bedrijven zijn gericht op het Westen, promoten het wijntoerisme, maar hebben ook oog voor de lange wijngeschiedenis en tradities van het land. Deelnemende bedrijven zijn onder andere Vinoterra, Shumi, Kakhuri en de Telavi Wine Cellar. Daarnaast moet nog de naam van David Maisuradze genoemd worden, dé drijvende kracht achter de moderne Georgische wijnindustrie.

De Georgische wijnbouw wordt gesteund door een aantal West-Europese landen, waarvan Duitsland waarschijnlijk de belangrijkste is. Via het CCVMT, het Competence Center for Vine, Wine Marketing & Wine Tourism, wordt op diverse manieren hulp geboden: met wijngaardmanagement, verzorgen van de druivenstokken, opzetten van productielijnen, technologische processen, marketing, ontwikkeling van het wijntoerisme etc....
Een voorbeeld van de ontwikkeling van het wijntoerisme is het uitzetten van een Wein Trekking Route door de Kaukasus, waarbij een al in juli rijpende druif, de kartuli saadreo, centraal staat. Hierbij worden thema's als bergtochten, wijn en wijngeschiedenis aan elkaar geknoopt. Ten slotte is Georgië het land waar onze Europese wijnbouw ontstond, en waar (in een kluis in Tbilisi) druivenpitten bewaard worden van 7000 jaar oud!

maandag 9 april 2007

Nicolaas Klei en het alcoholmisbruik

Voor wie Nicolaas Klei dit weekend gelezen heeft, in het AD, plaats ik hierbij de door Klei in zijn column beschreven foto. Klei heeft het over een nieuwe bureau-achtergrond op zijn pc: een laat negentiende-eeuwse affiche tegen drankmisbruik.

Opvallend vind ik altijd dat de drankbestrijders uit die tijd wijn, cider en andere gegiste fruitsappen niet onder de schadelijke alcoholsoorten onderbrengen. Het was de organisaties van drankbestrijders te doen om 'industrieel' gebrouwen alcoholische drank als jenever en andere stooksels; die waren schadelijk voor de argeloze arbeider. Dranken met alcoholpercentages ver boven de 20% dus. Dit heeft ook te maken met de klasseverschillen tussen de drankbestrijders enerzijds en de te bestrijden drinkers anderzijds. De bestrijders waren 'gegoede' burgers, die een glas wijn wel konden betalen; zij wisten bovendien maat te houden. (Of tenminste, dat was hun uitgangspunt). De drinkers waren meestal arbeiders of kleine zelfstandigen, die 'beschaafd' moesten worden, maar voor wie alleen het goedkoopste gestookte bocht betaalbaar was. Wijn was - en is nog altijd tot op zekere hoogte - de alcoholische drank van de 'beschaafde' elite; bestrijding van het misbruik daarvan was toch echt niet nodig....

De door Klei bedoelde affiche komt uit Frankrijk, maar ook Nederland kende zijn cartoons op dit gebied. Het toeval wil dat ik dit weekend bij het wegwerken van mijn leesachterstanden de bespreking van een proefschrift tegenkwam dat gewijd is aan de anti-clubjes van de negentiende eeuw. Het boek heet De afschaffers. Publieke opinie, organisatie en politiek in Nederland 1840-1880 en is geschreven door Maartje Janse. Bij de bespreking in het Historisch Nieuwsblad staat een prachtige cartoon van een fontein met sterke drank, waaronder een menigte gretig zijn glaasjes ophoudt. Langs de rand van de afgrond liggen echter al de eerste laveloze slachtoffers en de duivel kijkt grijnzend toe. Helaas is deze cartoon niet op internet te vinden.

Klei's bureau-achtergrond komt overigens ook voor in de database van de prachtige Franse site L'Histoire de France par l'image. Een aanrader!

zondag 8 april 2007

Sterrenwijnen

Zou het nu echt iets uithalen, al die nieuwe verkoopconcepten om wijn aan de man / vrouw te brengen? Onlangs las ik op Winelog over de serie Wine that loves... en dan volgt een heel simpel gerecht als pizza, gebraden kip of gegrillde zalm; in Nederland is recent de serie Sterrenwijnen van vinologe en astrologe Ellen Dekkers gelanceerd. De achterliggende gedachte is het idee dat bij mensen met een bepaald sterrenbeeld ook een bepaalde wijnstijl past; voor ieder teken van de dierenriem werd een wijn gekozen en gepromoot. Dat promoten gaat vooral via de verpakking, een kleurig vormgegeven zak waarop het sterrenbeeld en de karakteristieken van de wijnen vermeld staan. Met de Mitra sloot Ellen Dekkers een deal, en zo werd de Banrock Station Shiraz de wijn voor de Watermannen. Aangezien ik een Waterman ben, heb ik die wijn maar eens geproefd, om te kijken of het inderdaad bij mij paste.

Eerst maar eens even de karakteristieken van de Watermannen volgens Dekkers:
Karakter: is revolutionair, vindingrijk en vernieuwend. Ruimdenkend, vrijheidslievend en soms onvoorspelbaar.
Keuken: aparte salades, leuke kleine hapjes en vers gebrande noten.
Type wijn: sherry wijnen, medium of droge Fino. Witte wijn van de Sauvignon Blanc en Chenin Blanc. Zachte rode wijnen.

Hmm, voldoende breed om er altijd wel iets herkenbaars in te vinden. Bij karakter kan ik me er voor 50% in vinden, bij de keuken ook. Bij de wijnen ben ik eigenlijk alleen een grote Chenin Blanc-fan. Sauvignon Blanc blief ik alleen als íe heel goed is, en meestal niet uit de Bordeaux. Bij zachte rode wijnen denk ik aan merlot bijvoorbeeld, of rode wijnen die malolactische gisting hebben ondergaan.Maar dat hoeft voor mij helemaal niet. Ik zoek in mijn rode wijn karakter, en het maakt niet uit of dat zacht, vol, wat harder, stroever, fruitiger of wat dan ook is. Hoe bijzonderder de druif, hoe spannender ik het vind, eigenlijk.

En hoe beviel de Banrock Station mij? Het was inderdaad een zachte rode wijn, vol en rond, prettig in de mond. Een geur van drop en laurier, zeker geen slechte wijn. Maar was het ook de wijn die ik cadeau wil krijgen? Nee, echt niet. De Banrock Station valt hooguit in onze categorie 2: blij als we dit op een feestje krijgen. We hebben de fles niet leeg gedronken. De eerlijkheid gebiedt mij overigens te zeggen dat ik waarschijnlijk niet tot de doelgroep van deze Sterrenwijnactie behoor. Zie hieronder.

De matching van wijn en 'astrologische' kenmerken heeft mij niet overtuigd. Voor de zekerheid heb ik nog gekeken naar de wijn die mijn man - een ram - zouden moeten aanspreken. De beschrijving op de site van de Sterrenwijnen luidt: 'De ram zit vol actie en is soms wat eigenzinnig en vindt de Aziatische keuken fantastisch!' Opnieuw: voldoende herkenbaars, maar toch ook weer niet helemaal. En de aangeraden wijn is een Spaanse rosé. Ik dacht het toch niet.....

Kortom: ik vind het Sterrenwijnconcept aardig bedacht, maar nog zeer onvoldoende uitgewerkt. Het werkt alleen in die gelegenheden dat je met een fles wijn op een verjaarsfeestje wilt aankomen, maar ABSOLUUT niet weet wat je mee moet brengen. Als je zeker weet dat de ander, net als jijzelf, ook niets van wijn weet, dan is dit concept een aardig hulpmiddel voor een grappig cadeautje. Voor de rest is het een pure marketingtruc, sorry dat ik het zeg.

donderdag 5 april 2007

Back to......vermout?!

Toeval bestaat niet, denk ik regelmatig. Al jaren nemen we vermout mee uit Frankrijk, om mee te koken.
Behalve koken deden we er tot voor kort helemaal niets mee, met die vermout. Maar onlangs bedacht ik me: 'Goh, ik zou dat drankje natuurlijk ook eens kunnen drinken als aperitief'. En wat staat er dit weekend in het blaadje van de Vrienden van de Goede Wijn? Een grote reclame voor 'vermouth' van Noilly Prat, met de tekst 'Bijna vergeten en dan opeens zijn ze er weer helemaal hip én heel lekker: vermouth en sherry. Als aperitief en digestief.'

Eerst: hoe kwam het eigenlijk dat ik bedacht om vermout te gaan drinken? Dat had te maken met de mislukte Riesling van deze winter. Nadat ik mijn kilootje rieslingdruiven had verwerkt tot wijn, en nadat die vervolgens geoxideerd was, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen het brouwsel weg te spoelen. Op een rustige winteravond in februari heb ik er een handje kruiden door gemikt: versgeraspte nootmuskaat, een kruidnagel, een kardemompeul, nog wat dingen die ik vergeten ben en 1/10 deel brandewijn. Het resultaat smaakte helemaal niet slecht, alleen heel droog. Enige weken later heb ik er daarom nog wat honing bij gedaan. Het resultaat had best iets weg van de Noilly Prat die we hebben staan.

Wat is vermout eigenlijk? Vermout is wijn met kruiden en brandewijn. Het alcoholpercentage ligt rond de 18%. Al in de Middeleeuwen werd wijn die eigenlijk niet meer goed was toch bewaard en opgepept met kruiden. Het was veel te duur om een dergelijke kostbare drank weg te gooien, de tapper keek wel linker uit. Allerhande 'crude' – kruidenmengsels, en honing werden toegevoegd, om toch nog een drinkbaar geheel te krijgen. Het stadsbestuur in Utrecht was niet altijd even blij met dergelijke praktijken en verbood dan ook regelmatig om aan de witte Rijnwijnen (maar ook andere wijnen natuurlijk) kruiden en 'polvers' (poeders) toe te voegen. Men was bezorgd om de kwaliteit van dergelijke kruidenmengsels; een ongelukje met een schadelijk kruid zat in een klein hoekje...

Toch heeft de praktijk zich eeuwenlang gehandhaafd, en diverse gebieden kennen tot op de dag van vandaag hun eigen kruidenwijnen. Vaak zijn de recepten geheim. De bekendste Franse firma is bijvoorbeeld Noilly Prat in Marseillan, aan het basin de Thau, bij de bekende badplaats Agde. Voor Noilly Prat is niet precies bekend wat er aan kruiden ingaat. Het Vriendenmagazine van AH noemt alsem, kinine, kamille, kruidnagel, koriander, bittere sinaasappel en nootmuskaat, maar elders las ik dat er wel veertig verschillende soorten kruiden gebruikt worden. Bovendien worden de wijn deels gelagerd in eikenhouten vaten die blootgesteld worden aan de brandende zon, striemende zeewinden en koude winternachten, om zo het effect van een lange zeereis na te bootsen. Op de website van de firma zijn diverse filmpjes over het proces te bekijken.

Maar ook in Italië wordt vermout gemaakt. Eigenlijk ligt daar de bakermat van de hedendaagse commerciële vermout, langs beide zijden van de Franse-Italiaanse grens in de Voor-Alpen, rondom Turijn. De Italiaanse vermout is zoeter dan de Franse en wordt als 'bianco' of 'rosso' op de markt gebracht. Een bekende naam is Cinzano, die van het kleurige blauw-rode logo.
Veel vermout's worden gemixed: zo is Dry Martini van oorsprong een mix van gin en droge witte vermout.

Met mijn flesje geoxideerde Riesling heb ik dus onbewust een heel historisch proces doorlopen: ik wilde mijn 'kostbare' wijn niet weggooien, heb er honing, brandewijn en kruiden aan toegevoegd om zo iets te brouwen dat op vermout lijkt. Er is niets nieuws onder de zon!

woensdag 4 april 2007

Wijnwandelen langs de Ahr

Tot slot van de verslagen over mijn reisje naar de Ahr nog even aandacht voor het wandelen. Want na het proeven en drinken van wijn is dat toch wel een van de bekendste dingen waar mensen voor naar het dal komen. Komend van de snelweg 61 is het een vreemde gewaarwording: je rijdt door een prachtig golvend landschap, en niets duidt er nog op dat er zo'n mooi wijngebiedje vlakbij is. Dan ga je plotseling een bocht om en zie je aan de overkant van de weg steile wanden, in ons geval op 23 maart nog met sneeuw bedekt! Langzaam daal je via diverse bochten en haarspelden naar de rivier, om dan in een andere wereld aan te komen. De grote steden Bonn en Keulen zijn helemaal weg, hier vind je dorpjes, minikerkjes die zo weggelopen zijn van je Märklin-modelspoorbaan en wandelpaden. Veel wandelpaden zelfs. Ik heb geen idee hoeveel kilometer bewegwijzerde routes er door het dal loopt, maar het moeten er veel zijn.

De bekendste van die routes is de Rotweinwanderweg, waar we zondag dan ook een stukje van gelopen hebben. De route begint officieel in Altenahr en eindigt in Bad Bodendorf, een totale lengte van 35 km. Er zijn ook diverse aftakkingen, rondwandelingen, dorpspaden e.d. Routeboekjes heb ik niet kunnen vinden, en zijn waarschijnlijk ook niet nodig. Via internet kun je je goed oriënteren, ter plekke is alles uitstekend aangegeven met enerzijds het bekende druiventrosje, anderzijds diverse andere bordjes en overzichtspanelen. Verdwalen is zo goed als uitgesloten.
Wel zijn er wandelboekjes die de hele streek beslaan en dan ook stukken van de Rotweinwanderweg meenemen. Op de site van de Rotweinwanderweg vind je wat tips.

Langs de route zelf zijn meestal geen eetgelegenheden, maar een afstekertje naar een dorp is zo gemaakt, en daar vind je natuurlijk gewoon cafés, bakkers, restaurants en snackbarren. Water meenemen is wel aan te raden, zeker als het wat warmer wordt. Er zitten aardige klimmetjes in de route.
Tot zover de Ahr-verslagen. Uiteraard volgen te zijner tijd nog proefnotities van de wijnen die ik meebracht, onder andere de Spätburgunder van Meyer-Näkel die ons zo goed smaakte in de Hofgarten in Dernau.

maandag 2 april 2007

Vinography naar Wine Spectator?

Bijna was ik er ook ingetrapt: Alder Yarrow van Vinography kondigde gisteren aan dat hij na maanden onderhandelen overeenstemming had bereikt met The Wine Spectator. Zijn succesvolle blog zou overgenomen worden door dit bekende Amerikaanse blad, hij zou een redacteur toegewezen krijgen en bezoekers zouden voor toegang moeten gaan betalen.
Pas bij het eerste commentaar had ik het door. Inmiddels was er al van alles door me heen geschoten. Van 'dat wil ik ook wel' tot 'hè, betalen voor toegang, wat belachelijk'. Gelukkig bleek het al snel: Alder had een prachtige 1 april-grap bedacht. Lees het hele verhaal hier. Maar het blijft voor een blogger toch een aardig vooruitzicht: serieus genomen worden door de échte wijnwereld ;-).

zondag 1 april 2007

Trester uit de Ahr

Het Ahrdal biedt niet alleen wijn. Veel producenten maken ook stooksels als grappa en marc. In Duitsland heeft dat andere namen: Weinbrand, Trester of Weinhefebrand bijvoorbeeld. Weinbrand is het product dat verkregen wordt door het destilleren van wijn. Uit de schillen en de pitten wordt Trester gestookt, wat in Italië grappa heet en in Frankrijk marc. De lie, ofwel de restanten wijnbezinksel met gist, wordt in Duitsland gedestilleerd tot Weinhefebrand.

Van de Mayschosser Winzergenossenschaft bracht ik een fles Spätburgunder Ahr Trester mee; 43% alcohol, heel zacht en heerlijk op een zachte lenteavond bij de vuurkorf!
Net als bij grappa wordt Trester druivensoort-specifiek gestookt: er is dus Spätburgunder Trester, Riesling Trester (volgens de Gault Millau 2006 is een bekende producent hiervan Randolf Kauer in de Mittelrhein), Gewürztraminer Trester (Weingut Freidrich Bester in de Pfalz) enzovoort.

Bij Weingut Kreuzberg in de Ahr weten ze er ook een leuk woordgrapje mee te maken: ze stoken Grapp'Ahr en laten dat in barrique rijpen. Voor 0,35 liter moet je dan wel € 13,60 betalen, terwijl de Spätburgunder Trester van de Mayschosser Winzergenossenschaft € 12,70 voor 0,70 liter kost. Ik vraag me af of je dubbel genot hebt van die Trester van Kreuzberg.... Dat zal ik bij een volgend bezoekje aan het dal maar eens moeten uitzoeken!
Helaas ken ik de Italiaanse grappa's en Franse marc's niet voldoende om een vergelijking met de Duitse brands te maken. Maar wat mij betreft haal ik de komende maanden nog wat flesjes digestief uit de Ahr. Ze zijn het werkelijk waard.